Psalm 50
1 Een lied van Asaf.
God gaat rechtspreken
De Heer, de machtige God, gaat spreken.
Alle mensen roept hij bij elkaar,
alle mensen op de hele aarde.
2 God komt uit Sion, die prachtige stad.
Een stralend licht schijnt om hem heen.
3 Onze God komt, en hij zal niet zwijgen.
Een groot vuur gaat voor hem uit,
en rondom hem waait een hevige storm.
4 God gaat rechtspreken over zijn volk.
Hemel en aarde moeten zijn oordeel horen.
5 Alle mensen moeten komen,
iedereen die offers aan God brengt,
iedereen die trouw aan hem is.
6 De hemel laat zien dat God rechtvaardig is,
hij is een eerlijke rechter.
God wil dankbaarheid
7 God zegt: ‘Luister, mijn volk.
Israël, luister goed.
Ik, jullie eigen God, ga spreken.
Ik ga mijn oordeel geven.
8 Jullie brengen veel offers aan mij,
precies zoals het hoort.
9 Maar ik heb al die stieren uit je stal niet nodig,
en ook de bokken van je land hoef ik niet.
10 Want alle dieren zijn van mij,
in de bossen, op de bergen, overal.
11 Ik ken alle vogels in de lucht,
en de kleine dieren op het land zijn ook van mij.
12 Als ik honger had,
zou ik jullie niet om eten vragen.
Want de aarde en alles wat er leeft, is van mij.
13 Dus vlees van jullie stieren hoef ik niet,
en bloed van jullie bokken wil ik niet.
14 Breng alleen maar offers om mij te danken.
Doe wat je aan mij belooft,
want ik ben de Allerhoogste.
15 Bid tot mij in moeilijke tijden.
Dan zal ik jullie redden,
en jullie zullen mij eren.’
God is kwaad op slechte mensen
16 Maar tegen slechte mensen zegt God:
‘Waarom doe je alsof je naar me luistert?
Waarom doe je alsof je trouw aan mij bent?
17 Jullie willen mijn regels niet,
jullie luisteren niet naar mijn woorden.
18 Jullie gaan graag met dieven om.
En iemand die de vrouw van een ander afpakt,
mag gewoon je vriend zijn.
19 Uit jullie mond komen altijd leugens,
je liegt en bedriegt alleen maar.
20 Jullie zeggen slechte dingen over je vrienden,
je spreekt zelfs kwaad over je eigen broer.
21 Als jullie zulke slechte dingen doen,
kan ik niet zwijgen.
Want ik ben anders dan jullie!
Ik zal jullie aanklagen,
al jullie misdaden maak ik bekend.
22 Luister dus goed,
jullie die mij niet trouw zijn.
Want anders scheur ik jullie aan stukken,
dan is er niemand die jullie redt.
23 Maar mensen die mij dankoffers brengen,
die eren mij.
Ik zal hen redden,
en zij zullen dat zien.’
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap