Paulus werkt voor Christus
1 God heeft mij een bijzondere opdracht gegeven, ik ben daar dag en nacht mee bezig. 2 Ik vertel het goede nieuws open en eerlijk. Ik verander niets aan Gods waarheid. Ik pas mijn woorden niet aan om mensen een plezier te doen. Nooit heb ik gebruikgemaakt van leugens en bedrog, en dat soort schandelijke dingen. Iedereen kan zien dat ik eerlijk ben. God weet dat dat zo is, en diep in hun hart weten de mensen dat ook.
3 Sommige mensen begrijpen niets van het goede nieuws dat ik vertel. Maar dat zijn mensen die niet gered worden. 4 Ze blijven ongelovig. Want Satan zorgt ervoor dat ze het goede nieuws niet kunnen begrijpen. Ze kunnen het licht niet zien, de hemelse glans van Christus, die lijkt op God zelf.
5 Het nieuws dat ik vertel, gaat niet over mijzelf, maar over Jezus Christus. Ik vertel dat hij onze Heer is. En dat ik jullie dienaar ben, omdat ik Jezus dien. 6 In het begin heeft God gezegd: ‘Er moet licht schijnen in het donker.’ Diezelfde God heeft het licht ook in mij laten schijnen! Hij liet mij Jezus Christus zien. En ik zag dat het gezicht van Jezus straalde met een hemelse glans, de glans van God zelf. En God wil dat ik dat aan iedereen bekendmaak.
Lijden als apostel
Paulus lijdt voor het goede nieuws
7 Het goede nieuws is een kostbare schat. En ik ben de breekbare kruik waar die schat in bewaard wordt. Dat is goed. Want daardoor is het duidelijk dat de enorme kracht van het goede nieuws niet van mij komt, maar van God.
8 Ik moet lijden, maar ik verlies de moed niet. Ik leef in onzekerheid, maar ik blijf op God vertrouwen. 9 Ik word door mensen vervolgd, maar God laat mij nooit in de steek. Ik word door mensen geslagen, maar ze doden mij niet.
10-11 Ik moet lijden, mijn leven lang, net zoals Jezus moest lijden en sterven. Voortdurend wordt mijn leven beheerst door de dood, omdat ik Jezus dien. Zo gebruikt God mij om te laten zien dat Jezus is opgestaan uit de dood. Want doordat ik het lijden volhoud, maak ik zichtbaar dat Jezus leeft.
12 In mijn leven is dus de dood aan het werk. Maar daardoor is voor jullie het nieuwe leven gekomen.
Paulus houdt vol
13 In de heilige boeken staat: «Ik vertrouwde op God, en daardoor kon ik spreken.» Zo is het ook met mij: omdat ik op God vertrouw, kan ik doorgaan met het vertellen van het goede nieuws. 14 God heeft de Heer Jezus laten opstaan uit de dood. En dit weet ik zeker: Als ik sterf, zal God mij, net als Jezus, laten opstaan. En dan zal ik samen met jullie bij God mogen komen.
15 Mijn lijden heeft jullie veel goeds gebracht. Doordat jullie zijn gaan geloven, hebben jullie Gods goedheid leren kennen. En hoe meer mensen er gaan geloven, hoe meer mensen God danken en eren.
Het gaat om het eeuwige leven
16 Ik ga dus door met mijn werk, ik geef niet op. Dat kan me mijn leven kosten, maar dat is niet erg. Want het belangrijkste is dat ik van binnen een nieuw mens word, elke dag meer.
17 De moeilijkheden die we meemaken, gaan voorbij. Die zijn niet belangrijk. Maar ze brengen ons iets wat juist wel belangrijk is: het eeuwige leven bij God.
18 De dingen die we om ons heen zien, zijn niet belangrijk. Het gaat om de dingen die we nog niet zien. Want alle zichtbare dingen zullen verdwijnen, maar de dingen die we nu nog niet zien, zijn eeuwig.
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap