Je kunt maar beter dood zijn
1 Ook over andere zaken dacht ik na. Ik zag dat er veel geweld is in de wereld. Ik zag de tranen van de mensen die onderdrukt worden. Niemand troost hen. De onderdrukkers gebruiken geweld, en niemand troost de mensen die onderdrukt worden.
2 Je kunt maar beter dood zijn, dacht ik. Mensen die dood zijn, zijn gelukkiger dan mensen die nog leven. 3 Maar nog gelukkiger is iemand die nog niet geboren is. Want die weet nog niets van al het kwaad in de wereld.
Rust is beter dan hard werken
4 Ik zag dat de mensen hard werken en hun uiterste best doen. Want ze willen niet dat anderen het beter hebben dan zijzelf. Daarom werken ze zo hard. Maar ook daar heb je niets aan, je bereikt er niets mee.
5 Een dwaas die nooit werkt, maakt zichzelf kapot. 6 Toch is een beetje rust beter dan al dat harde werken waarmee je niets bereikt.
7 Ik dacht ook na over iets anders in het leven, iets dat ook zinloos is. 8 Stel dat iemand alleen is en geen familie heeft. Hij is altijd maar aan het werk, hij wil steeds rijker worden. Maar dan vraagt hij zich af: Voor wie werk ik eigenlijk zo hard? Waarom maak ik nooit plezier?
Wat zinloos is dat allemaal, en wat treurig.
Beter met z’n tweeën dan alleen
9 Je kunt maar beter met z’n tweeën zijn dan alleen. Want samen bereik je meer dan in je eentje. 10 Als één van beiden valt, dan helpt de ander hem weer overeind. Maar als je alleen bent, kan niemand je weer overeind helpen.
11 Als twee mensen samen slapen, blijven ze lekker warm. Maar als je alleen slaapt, krijg je het koud.
12 Als iemand alleen is, kan hij zich niet goed verdedigen. Maar samen kun je een tegenstander aan. Samen ben je sterker. Net als een touw dat gemaakt is uit drie losse touwen. Dat trek je niet zomaar stuk.
Beter jong en slim dan oud en dwaas
13 Beter een arme jongen die slim is, dan een oude koning die niet meer luistert naar goede raad.
14 Eens was er een jongen die in de gevangenis zat. Later werd hij de nieuwe koning van het land waar hij als arme jongen was geboren. 15-16 Alle mensen liepen achter die nieuwe koning aan, alle mensen op aarde. Ze waren allemaal blij met hem. Maar later werden ze ook over hem ontevreden.
Het heeft geen zin om door iedereen bewonderd te worden. Je bereikt er niets mee.
Houd je aan je belofte
17 Ga niet zomaar naar de tempel van God. Ga erheen om te horen wat God wil. En als je een offer brengt, moet je dat op de juiste manier doen, niet zoals iemand zonder verstand. Die begrijpt niet wat hij fout doet.
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap