Jeruzalem zal bevrijd worden
1 De Heer zegt: ‘Word wakker, inwoners van Jeruzalem. Word wakker! Laat zien hoe sterk jullie stad is, laat zien hoe mooi ze is. Jeruzalem is nu een heilige stad. Ze zal nooit meer door vreemdelingen bezet worden.
2 Sta op, vergeet alle ellende. Jullie stad heeft weer macht. Alle inwoners zijn vrij, Jeruzalem is geen bezette stad meer!’
De Heer zal zijn volk bevrijden
3 De Heer zegt tegen zijn volk: ‘Toen de vijanden jullie meenamen naar hun land, hebben ze mij daar niets voor betaald. En als ik jullie bevrijd, zal ik hun daar ook niets voor betalen.
4-5 Volk van Israël! Eerst gingen jullie naar Egypte. Daar woonden jullie als vreemdelingen. Daarna werden jullie meegenomen en onderdrukt in Assyrië. En nu worden jullie in Babylonië opnieuw als slaven behandeld. En al die tijd is er niet voor jullie betaald. Jullie vijanden hebben mij nooit iets teruggegeven. En ze beledigen mij iedere dag opnieuw.
6 Volk van Israël, daarom zal ik mijn macht laten zien. Jullie zullen zien wie ik ben. Jullie zullen weten dat ik bij jullie ben.’
De Heer komt terug naar Jeruzalem
7 Iedereen wacht op het goede nieuws. Iedereen wacht op de snelle boodschapper die over de bergen komt. De mensen zijn blij als hij komt. Hij zegt dat er vrede komt, en dat God de mensen zal bevrijden. Hij roept naar de inwoners van Jeruzalem: ‘Jullie God is koning!’
8 De bewakers op de muren roepen van vreugde, ze juichen. Want ze zien het met eigen ogen: de Heer komt terug naar Jeruzalem.
9 Inwoners van Jeruzalem, juich allemaal! Jullie stad is verwoest, maar de Heer komt jullie troosten. Hij zal Jeruzalem bevrijden. 10 Hij zal alle volken laten zien hoe machtig hij is. Iedereen op aarde zal zien hoe God zijn volk bevrijdt.
Het volk gaat weg uit Babel
11 Volk van Israël, ga weg uit Babel! Verlaat die stad. Neem de heilige voorwerpen van de tempel mee. En raak geen dingen aan die onrein zijn, want dan worden jullie zelf ook onrein. 12 Jullie hoeven niet haastig weg te gaan, jullie hoeven niet te vluchten. Want de Heer zelf gaat voor jullie uit. Hij zal jullie aan alle kanten beschermen.
Gods dienaar heeft veel pijn geleden
De mensen zullen verbaasd zijn
13 De Heer zegt: ‘Mijn dienaar zal succes hebben. Hij zal machtig en belangrijk worden.
14 Veel volken schrokken eerst toen ze mijn dienaar zagen. Want hij was mishandeld en zag er afschuwelijk uit. Je kon bijna niet meer zien dat hij een mens was! Maar straks zullen de mensen hem bewonderen. 15 Hij zal doen wat niemand verwacht. Volken zullen in de war raken, koningen zullen stomverbaasd zijn. Ze zullen dingen meemaken die nooit eerder gebeurd zijn. Ze zullen dingen zien waarvan ze nog nooit gehoord hebben!’