Spreuken over hebberigheid
1 Als je aan tafel zit bij een machtige leider,
bedenk dan dat hij veel invloed heeft.
2 Wees niet hebberig, eet niet te veel,
ook al houd je nog zo van lekkere dingen.
3 Laat je niet verleiden door al het eten.
Anders loopt het verkeerd met je af.
4 Probeer niet alleen maar rijk te worden,
wees niet alleen maar bezig met geld.
5 Want ineens kan je geld verdwijnen,
net zoals een vogel die plotseling wegvliegt.
6 Ga niet aan tafel bij iemand die gierig is,
laat je niet verleiden om bij hem te eten.
7 Misschien zegt hij: ‘Eet en drink nog wat,’
maar intussen denkt hij: Wat kost dat veel!
8 En dan zal het eten je niet smaken,
je vriendelijke woorden hebben geen zin.
Spreuken over wijsheid
9 Spreek niet tegen dwaze mensen,
want zij hebben geen respect voor je wijze woorden.
10 Verander de grenzen van een gebied niet,
steel geen grond van kinderen zonder vader.
11 Want de Heer beschermt hen,
hij zal hen verdedigen.
12 Luister goed naar mensen die jou iets kunnen leren,
luister aandachtig naar hun goede raad.
13 Aarzel niet om je kinderen te straffen.
Ze zullen niet meteen sterven als je ze slaat.
14 Als je hen straft, worden ze betere mensen.
En zo red je hen van de dood.
Spreuken over verstandig leven
15 Luister goed!
Als je je verstand gebruikt, maak je je leraar blij.
16 Als je de juiste dingen zegt, geef je hem vreugde.
17 Wees niet jaloers op slechte mensen,
maar heb altijd eerbied voor de Heer.
18 Dan zul je lang leven, en heb je een toekomst.
19 Luister goed!
Word wijs en doe goede dingen.
20 Blijf uit de buurt van mensen die te veel wijn drinken,
en ga niet om met mensen die te veel eten.
21 Want zulke mensen worden arm.
Ze verdienen geen geld, omdat ze te lang slapen.
Luister naar je ouders
22 Luister naar je ouders, ook als ze oud zijn.
Heb respect voor hen, want zij hebben je het leven gegeven.
23 Blijf altijd zoeken naar waarheid,
luister naar wijze lessen en leer van goede raad.
24 Want iemand die wijs is, geeft zijn ouders vreugde,
iemand die goed leeft, maakt zijn ouders blij.
25 Dus je moet wijs zijn en goed leven,
dan zullen je ouders blij zijn.
Luister niet naar slechte vrouwen
26 Luister goed!
Vertrouw op je leraar, luister naar zijn lessen.
27 Luister niet naar slechte vrouwen, want dan gaat het fout.
Ze zijn net zo gevaarlijk als een diepe put.
28 Slechte vrouwen lijken op rovers,
ze verstoppen zich en overvallen je ineens.
Slechte vrouwen zorgen ervoor dat je ontrouw wordt.
Drink niet te veel wijn
29 Er zijn mensen die altijd zeuren,
die altijd ruziemaken en klagen,
die heel gauw gewond raken,
en steeds wazig uit hun ogen kijken.
30 Dat zijn mensen die altijd dronken zijn,
die tot de vroege ochtend blijven drinken.
31 Laat je niet verleiden door wijn,
die zo mooi schittert in het glas,
en zo makkelijk naar binnen glijdt.
32 Want wijn is zo giftig als een slang.
Je wordt er doodziek van.
33 Als je veel drinkt, zie je vreemde dingen,
en niemand begrijpt meer wat je zegt.
34 Je voelt je misselijk en ellendig,
alsof je op een boot zit tijdens een storm.
35 Het voelt alsof iemand je geslagen heeft,
zonder dat je het merkte.
Het voelt alsof je mishandeld bent,
zonder dat je weet door wie.
Toch is het eerste wat je ’s ochtends denkt:
Laat ik opstaan, ik heb zin in een glas wijn!
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap