Regels voor het heilige volk
Het volk moet leven zoals de Heer wil
1 De Heer zei verder tegen Mozes: 2 ‘Zeg namens mij tegen de Israëlieten: ‘Ik ben de Heer, jullie God. 3 Jullie moeten niet leven zoals de Egyptenaren, bij wie jullie gewoond hebben. En ook niet zoals de inwoners van Kanaän, het land waar ik jullie nu naartoe breng. Ga niet dezelfde slechte dingen doen als zij.
4 Houd je aan mijn wetten en regels. Leef zoals ik het wil. Want ik ben de Heer, jullie God. 5 Als jullie je aan mijn wetten en regels houden, zullen jullie een goed leven hebben. Ik ben de Heer.
Regels over verboden seks
6 Niemand van jullie mag naar bed gaan met een familielid. Ik ben de Heer.
7 Ga niet naar bed met je moeder, want dat is een schande voor je vader. 8 Ga ook niet naar bed met een andere vrouw van je vader. Want ook dat is een schande voor je vader.
9 Ga niet naar bed met je zus, ook niet als ze je halfzus is. Het maakt niet uit of jullie samen opgegroeid zijn of niet.
10 Ga niet naar bed met je kleindochter. Want dat is een schande voor jezelf.
11 Ga niet naar bed met een dochter van je vader, ook niet als jullie een andere moeder hebben. Ze is je zus, dus je mag niet met haar naar bed gaan.
12 Ga niet naar bed met een zus van je vader. Want ze is familie van je vader. 13 Ga ook niet naar bed met een zus van je moeder. Want die zus is familie van je moeder.
14 Ga niet naar bed met een vrouw van je vaders broer. Want ze is je tante.
15 Ga niet naar bed met je schoondochter. Want ze is de vrouw van je zoon.
16 Ga niet naar bed met een vrouw van je broer. Want dat is een schande voor je broer.
17 Ga niet naar bed met een dochter van je vrouw, ook niet als het de dochter is van een andere man. En ga ook niet naar bed met een kleindochter van je vrouw en een andere man. Dan doe je iets verschrikkelijks. Want die kinderen zijn familieleden van je vrouw.
18 Zolang je vrouw leeft, mag je haar zus niet als bijvrouw nemen. Je mag ook niet met die zus naar bed gaan.
Nog meer regels
19 Ga niet naar bed met een vrouw die ongesteld is. Want ze is onrein.
20 Ga niet naar bed met de vrouw van een ander. Als je dat wel doet, word je onrein.
21 Je mag je kinderen niet offeren aan de god Moloch. Als je dat wel doet, beledig je mij. Ik ben de Heer.
22 Een man mag niet naar bed gaan met een andere man zoals je naar bed gaat met een vrouw. Want dat is afschuwelijk.
23 Je mag geen seks hebben met dieren. Dan word je onrein. Ook een vrouw mag geen seks hebben met dieren. Want dat is verschrikkelijk.
Het volk moet rein blijven
24 Doe al die dingen dus niet. Want dan worden jullie onrein. De volken die ik uit Kanaän zal verjagen, deden die dingen wel. Daardoor werden zij onrein, 25 en ook hun land werd onrein. Ik ga het land straffen voor de slechte dingen die er gebeurd zijn. Daardoor kunnen de inwoners er niet meer wonen.
26 Jullie moeten je houden aan mijn wetten en regels. Jullie mogen die afschuwelijke dingen niet doen. Dat geldt voor jullie en voor de vreemdelingen die bij jullie wonen.
27 De inwoners van Kanaän deden die afschuwelijke dingen wel, en daardoor werd het land onrein. 28 Als jullie die dingen ook gaan doen, worden jullie ook weggejaagd uit Kanaän.
29 Als iemand van jullie zoiets afschuwelijks doet, mag hij niet meer bij het volk van Israël horen. 30 Jullie moeten je dus houden aan mijn wetten. Zorg ervoor dat jullie de afschuwelijke gewoontes van Kanaän niet overnemen. Als jullie dat wel doen, worden jullie onrein.
Ik ben de Heer, jullie God.’’
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap