Een waarschuwing voor Edom
De Heer straft de inwoners van Edom
1 De Heer sprak opnieuw tegen mij. Hij zei: 2 ‘Mensenkind, kijk in de richting van het land Edom, en waarschuw de mensen die daar wonen. 3 Zeg tegen hen: ‘Dit zegt God, de Heer: Ik zal jullie straffen, inwoners van Edom! Ik ga jullie land veranderen in een woestijn, een plek waar niemand woont. 4 Jullie steden zal ik totaal verwoesten. Dan zullen jullie begrijpen dat ik de Heer ben.
5 Jullie zijn altijd vijanden geweest van de Israëlieten. Toen de Israëlieten gestraft werden met een oorlog, hebben jullie hen niet geholpen. Nee, jullie zorgden er juist voor dat ze gedood werden in de strijd. 6 Zo groot was jullie haat tegen de Israëlieten. Daarom zal ik jullie straffen! Jullie zullen zelf ook gedood worden. Jullie zullen niet aan de dood kunnen ontsnappen. Dat is zo zeker als ik, de Heer, leef!
De Heer zal Edom verwoesten
7 Ik zal de bergen van Edom leeg en verlaten maken. Iedereen die erdoorheen reist, zal gedood worden. 8 Overal in de bergen zullen dode en gewonde mensen liggen. En ook de heuvels, de dalen en de rivieren liggen dan vol met mensen die gedood zijn in de strijd.
9 Jullie land zal voor altijd een verlaten woestijn zijn. En jullie steden zullen nooit meer bewoond worden. Als dat gebeurt, zullen jullie begrijpen dat ik de Heer ben.
De inwoners van Edom beledigen Israël
10 Luister, inwoners van Edom. Toen Juda en Israël verwoest waren, zeiden jullie: ‘Dat land is voor ons! Wij nemen het in bezit, ook al heeft de Heer daar gewoond.’ 11 Omdat jullie dat gezegd hebben, zal ik jullie straffen. Dat is zo zeker als ik, de Heer, leef!
Jullie hebben mijn volk steeds gehaat. Jullie waren jaloers op hen, en hebben hun kwaad gedaan. Daarom zal ik jullie straffen! Dan zal mijn volk zien hoe machtig ik ben. 12 En dan zullen jullie begrijpen dat ik de Heer ben.
Ik heb gehoord hoe jullie Israël beledigden. Jullie zeiden: ‘Israël is verwoest! Het land is nu van ons. Wij gaan het land leegroven!’ 13 Ja, ik heb alles gehoord wat jullie zeiden! Jullie hebben ook mij beledigd met die brutale woorden.
Edom wordt een woestijn
14 Luister, inwoners van Edom. Dit is wat ik, de Heer, tegen jullie zeg: Ik ga jullie hele land totaal verwoesten. En alle volken van de wereld zullen daar blij om zijn. 15 Net zoals jullie blij waren toen Israël verwoest werd.
Het hele land Edom zal veranderen in een woestijn, een gebied waar niemand woont. Dan zullen jullie begrijpen dat ik de Heer ben.’’
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap