1 Vrienden, die dingen heeft God ons beloofd. Daarom moeten wij alles wat slecht is, achter ons laten. We moeten van binnen en van buiten rein zijn. Uit eerbied voor God moeten we onszelf helemaal heilig maken.
De relatie met Paulus
2 Vrienden, houd van mij met heel je hart! Ik heb toch niemand van jullie slecht behandeld? Ik heb niemand verleid om kwaad te doen, en ik heb van niemand misbruik gemaakt. 3 Daarmee bedoel ik niet dat jullie iets verkeerd doen. Nee, ik heb al gezegd dat ik van jullie houd met heel mijn hart. En we blijven met elkaar verbonden, of we nu leven of sterven.
4 Ik ben erg trots op jullie. Ik kan tegen jullie altijd open en eerlijk zijn. Daarom ben ik vol goede moed en ontzettend blij. Juist op al die momenten dat ik het moeilijk heb.
Het bezoek van Titus
Titus heeft een goed bericht gebracht
5 Eerder schreef ik al dat ik naar Macedonië gegaan was. Maar daar had ik geen rust. Ik kwam daar juist in allerlei moeilijkheden. Er waren tegenstanders die ruzie met mij zochten, en mijn hart was vol zorgen.
6 Maar God geeft altijd nieuwe moed aan mensen die niet vertrouwen op hun eigen kracht. Ook ik kreeg die steun van God. Want Titus kwam, 7 en zijn komst gaf mij nieuwe moed. Bovendien bracht Titus een goed bericht. Hij vertelde dat zijn bezoek aan jullie heel goed was geweest. Hij vertelde dat jullie mij graag weer willen zien. Dat jullie verdriet hebben over wat er misgegaan is. En ook dat jullie mij nu volledig steunen. Dat bericht maakte mij erg blij!
8 Ik weet dat ik jullie verdriet gedaan heb met mijn eerdere brief. Toch heb ik geen spijt dat ik die brief geschreven heb. Eerst had ik er wel spijt van, maar nu weet ik dat jullie verdriet maar kort geduurd heeft. 9 En nu ben ik blij dat ik die brief geschreven heb! Natuurlijk ben ik niet blij om jullie verdriet. Maar ik ben blij dat jullie door je verdriet beter over mij zijn gaan denken. Het was verdriet waar God blij mee was. En dus heb ik jullie op geen enkele manier kwaad gedaan.
Soms zorgt verdriet voor iets goeds
10 Er bestaat inderdaad verdriet waar God blij mee is. Zulk verdriet zorgt ervoor dat mensen hun leven veranderen. Daar krijgen ze geen spijt van. Want het heeft als gevolg dat ze gered worden. Maar het verdriet van slechte mensen brengt niets goeds. Zulk verdriet leidt tot de dood.
11 Jullie kregen door mijn brief verdriet waar God blij mee was. En het heeft voor veel goede dingen gezorgd. Want jullie hebben daardoor goed naar mij geluisterd. Jullie zijn boos geworden op de man die straf verdiende. Jullie hebben hem gestraft. En jullie hebben mij uitgelegd waarom jullie dat deden. Zo lieten jullie zien dat jullie respect voor mij hebben. Nu willen jullie mij graag weer zien, en jullie steunen mij volledig.
Het is duidelijk dat jullie precies de goede dingen hebben gedaan, en dat jullie geen schuld hebben.
Het bezoek is goed geweest
12 Nu weten jullie dus waarom ik jullie die eerdere brief geschreven heb. Het ging niet om die man die straf verdiende. Het ging ook niet om mezelf, ook al was ik slecht behandeld. Het ging mij om jullie. Jullie moesten aan God laten zien dat jullie naar mij wilden luisteren. 13 Dat deden jullie, en dat gaf mij nieuwe moed. Ja, het gaf mij moed, en ook grote vreugde. Want Titus vertelde me hoe blij hij geworden was van zijn bezoek aan jullie! Hij was helemaal gerustgesteld, door jullie allemaal.
14 Ik had tegen Titus met trots over jullie gesproken. En ik ben blij dat ik me daar niet voor hoef te schamen! Sterker nog: alles wat ik over jullie gezegd had tegen Titus, was waar. Net zo waar als alles wat ik aan jullie verteld heb.
15 Als Titus terugdenkt aan zijn bezoek, wordt zijn liefde voor jullie alleen nog maar groter. Want jullie hebben hem ontvangen met eerbied en respect, en jullie hebben goed naar hem geluisterd. 16 En ik ben blij dat ik helemaal op jullie kan vertrouwen.
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap