Spreken in de kerk
Anderen moeten begrijpen wat je zegt
1 Leef dus met elkaar in liefde. Maar houd je ook bezig met de bijzondere krachten van de heilige Geest. Luister vooral heel goed als iemand een boodschap van God vertelt.
2-4 Als de heilige Geest je in vreemde klanken laat spreken, spreek je tegen God, en niet tegen mensen. Want dan spreek je wel over Gods wijze plannen, maar niemand kan je verstaan. Je hebt er dus alleen zelf iets aan. Maar als de heilige Geest je een boodschap van God laat vertellen, kan iedereen je verstaan. Daarmee help je de anderen: je geeft hun raad en je spreekt hun moed in. Als je een boodschap van God vertelt, hebben de andere christenen daar ook iets aan.
5 Ik zou wel willen dat jullie allemaal in vreemde klanken konden spreken. Maar ik zou nog veel liever willen dat jullie allemaal een boodschap van God konden vertellen. Want daar hebben ook de andere christenen iets aan. Als je in vreemde klanken spreekt, help je de andere christenen niet. Behalve als iemand kan uitleggen wat die klanken betekenen.
Niemand kan vreemde klanken verstaan
6 Vrienden, stel dat ik bij jullie kom en dan alleen maar in vreemde klanken spreek. Daar hebben jullie toch niets aan? Het is veel nuttiger als ik vertel over de bijzondere ervaringen die God mij geeft. Of als ik jullie mijn kennis over God doorgeef, of een boodschap van God vertel, of jullie iets leer over het geloof.
7 Denk eens aan het geluid van een muziekinstrument. Als een fluit of een harp steeds dezelfde toon laat horen, weet je niet welk lied er gespeeld wordt. 8 En als het geluid van de trompet onduidelijk is, begrijpt niemand dat dat het teken is dat de oorlog begint. Dan gaat er dus niemand vechten!
9 Zo is het ook bij jullie. Stel dat jullie onbegrijpelijke woorden spreken. Dan weet niemand wat je bedoelt. Dan zijn je woorden toch zinloos?
10 Er worden op de wereld ontelbaar veel talen gesproken. Overal spreken mensen hun eigen taal. 11 Maar als ik de taal van een ander niet ken, zullen we elkaar niet verstaan. Dan blijven we vreemdelingen voor elkaar.
12 Jullie zijn erg bezig met de bijzondere krachten die de Geest ons geeft. Maar jullie moeten je vooral bezighouden met de krachten waar ook andere christenen iets aan hebben.
Mensen moeten je kunnen begrijpen
13 Stel dat je in vreemde klanken spreekt. Dan moet je aan God vragen of hij iemand laat uitleggen wat die klanken betekenen.
14 Stel dat je hardop bidt in vreemde klanken. Dat is goed, want de heilige Geest laat je spreken. Maar het probleem is dat de anderen je niet begrijpen. 15 Natuurlijk is het goed als de heilige Geest je hardop laat bidden of een lied laat zingen. Maar het is ook belangrijk dat de anderen kunnen verstaan wat je bidt of zingt.
16 Stel dat je God hardop dankt met de vreemde klanken die de Geest je laat spreken. Dan begrijpen de anderen niet wat je zegt. Ze zullen dan ook geen ‘Amen’ zeggen na je gebed. Want ze hebben geen idee wat je aan het doen bent. 17 Het is natuurlijk goed dat je God dankt. Maar de andere christenen moeten er wel iets aan hebben.
18 Ik dank God dat ik in vreemde klanken kan spreken. Ik kan dat trouwens beter dan jullie! 19 Maar in de kerk spreek ik liever vijf woorden die iedereen begrijpt, dan duizend die niemand begrijpt. Want ik wil dat de mensen iets van mij leren.
De reactie van ongelovigen
20 Vrienden, het wordt tijd dat jullie gaan nadenken. Houd je niet bezig met dingen die slecht zijn, maar gebruik je verstand!
21 Luister! In de heilige boeken zegt God: «Ik zal spreken tegen mijn volk in een vreemde taal, een taal die niemand verstaat. Maar ook dan zullen de mensen niet naar mij luisteren.» 22 Weten jullie wat dat betekent? Dat mensen niet gaan geloven als ze iemand vreemde klanken horen spreken. Maar als ze iemand een boodschap van God horen vertellen, gaan ze wel geloven.
23 Stel dat jullie in de kerk bij elkaar komen, en dat jullie dan allemaal in vreemde klanken spreken. En stel dat er dan mensen binnenkomen die niets van ons geloof weten. Dan zullen die natuurlijk zeggen dat jullie gek zijn!
24-25 Maar stel dat jullie bij elkaar zijn en dat jullie allemaal een boodschap van God vertellen. En stel dat er dan iemand binnenkomt die niets van ons geloof weet. Dan zal hij door jullie woorden begrijpen dat hij op een verkeerde manier geleefd heeft. En dan zal hij knielen en God eren, en hij zal zeggen: ‘Ja, jullie hebben gelijk. Jullie God is de enige.’
Orde in de kerk
26 Vrienden, wat ik jullie wil zeggen, is dit: Als jullie bij elkaar komen, gebeurt er van alles. Er worden liederen gezongen, en er wordt uitleg gegeven over het geloof. Sommige mensen vertellen over de bijzondere ervaringen die God hun geeft. Anderen spreken in vreemde klanken, en weer anderen leggen uit wat die klanken betekenen. Maar bedenk altijd dat die dingen jullie moeten helpen om elkaars geloof sterker te maken.
27 Als je in vreemde klanken spreekt, doe dat dan in een klein groepje van twee of drie personen. Jullie moeten dan één voor één spreken. Bovendien moet er iemand bij zijn die kan uitleggen wat die klanken betekenen. 28 Maar als er niemand uitleg kan geven, zwijg dan. Natuurlijk mag je thuis altijd in vreemde klanken spreken. Want dan spreek je alleen tegen God.
29-32 Er mogen niet meer dan twee of drie mensen een boodschap van God vertellen. En ze moeten één voor één spreken. Stel dat iemand aan het spreken is, en een ander krijgt op dat moment een boodschap van God. Dan moet de eerste zwijgen.
Mensen die Gods boodschap vertellen, moeten dat doen in woorden die iedereen kan begrijpen. Dan kan iedereen meepraten over de betekenis van de boodschap. En zo kan iedereen ervan leren en nieuwe moed krijgen.
33 Onze God wil vrede en orde. Daarom is er orde bij alle christenen in de hele wereld. En dus moet er ook orde zijn bij jullie in de kerk.
Vrouwen moeten zich goed gedragen
34-35 Vrouwen mogen niet zomaar wat zeggen in de kerk. Ze moeten zwijgen en luisteren. Als ze iets willen weten, kunnen ze dat thuis aan hun man vragen. Want het is een schande als een vrouw zomaar iets zegt in de kerk. Trouwens, overal waar groepen mensen bij elkaar zijn, moeten de vrouwen zwijgen. Dat staat ook in onze wetten.
36 Luister! Jullie waren niet de eerste christenen in deze wereld. En jullie zijn ook niet de enige christenen. Jullie moeten je gedragen zoals alle andere christenen.
Regels van de Heer
37 Denk erom dat de dingen die ik hier schrijf, regels van de Heer zijn. Die regels gelden voor iedereen die een boodschap van God wil vertellen, of in vreemde klanken wil spreken. 38 Als je niet naar die regels luistert, dan luistert God ook niet naar jou!
39 Dus, vrienden, laat zo vaak mogelijk iemand spreken die een boodschap van God wil vertellen. En laat mensen die in vreemde klanken spreken, hun gang gaan. 40 Maar zorg ervoor dat iedereen zich goed gedraagt, en dat er orde is in de kerk.
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap