Nog meer spreuken met vergelijkingen
1 Dwaze mensen horen niet geëerd te worden,
net zoals het niet hoort te sneeuwen in de zomer,
en niet hoort te regenen tijdens de oogst.
2 Als iemand die onschuldig is, vervloekt wordt,
verdwijnt die vervloeking snel,
net zoals een mus snel wegvliegt,
en een zwaluw hoog aan de hemel verdwijnt.
3 Dwaze mensen hebben straf nodig,
net zoals paarden teugels nodig hebben,
en ezels een zweep.
Spreuken over dwaze mensen
4 Geef dwaze mensen geen dom antwoord,
want dan word je net zo dom als zij.
5 Maar geef ze ook geen slim antwoord,
anders gaan ze denken dat ze wijs zijn.
6 Als je een dwaas gebruikt als boodschapper,
doe je jezelf veel kwaad.
Het is alsof je je eigen voeten afhakt.
7 Mensen zonder verstand kunnen geen wijze dingen zeggen,
net zoals mensen zonder benen niet kunnen lopen.
8 Het is dom om dwaze mensen te bewonderen,
net zoals het dom is om een pijl vast te maken aan een boog.
9 Niemand merkt het als een dwaas wijze woorden spreekt,
net zoals een dronken man niets merkt van een doorn in zijn hand.
10 Het is dom om dwaze mensen voor je te laten werken,
of om iemand die je niet kent, in dienst te nemen,
net zoals het dom is om te schieten zonder te richten.
11 Dwaze mensen doen steeds opnieuw domme dingen.
Ze lijken op honden die teruggaan naar hun eigen braaksel.
12 Er is meer hoop voor dwaze mensen,
dan voor mensen die zichzelf heel wijs vinden.
Spreuken over luie mensen
13 Luie mensen bedenken van alles om niet te hoeven werken.
Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘Het is te gevaarlijk op straat!’
14 Luie mensen zitten vast aan hun bed,
net zoals deuren vastzitten aan de deurpost.
15 Luie mensen scheppen het eten wel uit de pan,
maar ze zijn te lui om het in hun mond te stoppen.
16 Luie mensen denken dat ze wijzer zijn dan iedereen.
Spreuken over domheid
17 Bemoei je niet met de ruzie van anderen.
Dat is net zo dom als een hond zomaar aan zijn oren trekken.
18-19 Het is verkeerd om een vriend te bedriegen
en dan te zeggen: ‘Het was maar een grap.’
Dat is net zo slecht als mensen zomaar vermoorden.
Spreuken over ruziemaken
20 Een ruzie houdt op als de ruziezoeker weg is,
net zoals vuur uitgaat als er geen hout meer is.
21 Een ruziezoeker laat een ruzie steeds erger worden,
net zoals kolen en hout een vuur harder laten branden.
22 Mensen luisteren graag naar roddels,
net zoals ze graag zoete dingen eten.
Spreuken over slechte plannen
23 Mooie woorden kunnen slechte gedachten verbergen,
net zoals een laagje zilver een lelijke vaas kan verbergen.
24 Mensen kunnen hun haat verbergen met mooie woorden,
maar toch blijven ze anderen bedriegen.
25 Dus geloof hun vriendelijke woorden niet,
want in hun hart zijn ze slecht.
26 Ook al verbergen ze hun haat nog zo goed,
uiteindelijk blijkt dat ze alleen maar kwaad willen.
27 Iemand die een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
Iemand die een ander met een steen wil verpletteren,
wordt zelf door die steen verpletterd.
28 Als je kwaadspreekt over anderen, heb je geen respect voor hen.
Als je hen met mooie woorden verleidt, veroorzaak je ellende.
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap