Begin van de brief
Johannes en zijn vrienden vertellen over Christus
1-2 Gods Zoon is naar de wereld gekomen. Hij was eerst bij de Vader, maar kwam toen naar ons toe. Wij hebben hem gezien, en willen over hem vertellen. We willen jullie vertellen over het eeuwige leven dat hij geeft. Wij hebben hem vanaf het begin meegemaakt. We hebben hem zelf horen spreken. We hebben hem met onze eigen ogen gezien. En we hebben hem met onze eigen handen aangeraakt.
Een boodschap voor de christenen
3 Wij vertellen aan jullie wat we zelf gezien en gehoord hebben. Want we willen graag dat jullie bij ons gaan horen. Als jullie bij ons horen, dan horen jullie ook bij de Vader en bij zijn Zoon Jezus Christus. 4 Als dat gebeurt, zal onze vreugde volmaakt zijn. Daarom schrijven we deze brief aan jullie.
Met God verbonden zijn
God is licht
5 Dit is de boodschap die we van Gods Zoon gehoord hebben, en die we aan jullie vertellen: God is licht. Er is helemaal geen duisternis in hem.
Leven in het licht
6 Stel dat we zeggen dat we met God verbonden zijn, maar intussen blijven we leven in de duisternis. Dan liegen we, en leven we niet volgens Gods waarheid. 7 Maar als we leven in het licht, net zoals God in het licht is, dan zijn we als gelovigen met elkaar verbonden. Onze zonden worden dan vergeven. En we worden helemaal rein door het bloed van Gods Zoon, die voor ons gestorven is.
Iedereen heeft vergeving nodig
8 Als we zeggen dat we nooit iets verkeerds doen, bedriegen we onszelf. Gods waarheid is dan niet in ons. 9 Maar als we onze zonden eerlijk aan God vertellen, zal hij ons vergeven. Hij zal al het kwaad uit ons weghalen, zodat we helemaal rein worden. Want God is trouw en rechtvaardig.
10 Als we zeggen dat we nooit iets verkeerds gedaan hebben, doen we alsof God een leugenaar is. Gods boodschap is dan niet in ons.
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap