Spreuken over rijkdom
1 Je hebt meer aan waardering dan aan rijkdom,
je hebt meer aan respect dan aan geld.
2 Rijke en arme mensen zijn gelijk,
want de Heer heeft ze allemaal gemaakt.
3 Verstandige mensen beschermen zichzelf tegen gevaar,
maar onverstandige mensen zien geen gevaar en worden gestraft.
4 Als je bescheiden bent en eerbied hebt voor de Heer,
krijg je waardering, rijkdom en een lang leven.
5 Mensen die verkeerd leven, komen steeds in de problemen.
Dus blijf uit hun buurt als je veilig wilt zijn.
6 Leer jonge kinderen al om goed te leven.
Dan zullen ze later ook een goed leven leiden.
7 Rijke mensen hebben macht over arme mensen.
Mensen die geld uitlenen, zijn machtiger
dan mensen die zelf geld van iemand lenen.
8 Als je ellende veroorzaakt, krijg je zelf ellende.
Het kwaad dat je anderen aandoet, komt bij jezelf terug.
9 Met vriendelijke mensen zal het goed gaan,
omdat ze hun eten delen met arme mensen.
10 Als je een ruziezoeker wegjaagt, stopt de ruzie.
Dan houdt het vechten en schelden op.
Spreuken over goede woorden
11 Als je eerlijk en vriendelijk bent,
zal de koning je vriend zijn.
12 De Heer beschermt mensen die de waarheid spreken,
maar de plannen van bedriegers laat hij mislukken.
13 Luie mensen bedenken van alles om niet te hoeven werken.
Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘Het is te gevaarlijk op straat!’
14 Laat je niet verleiden door slechte vrouwen.
De Heer gebruikt hen om mensen te straffen.
15 Kinderen doen snel domme dingen.
Je moet ze straffen, dan leren ze van hun fouten.
16 Steel niet van arme mensen,
en geef geen geld aan rijke mensen.
Anders loopt het slecht met je af!
Spreuken van wijze mensen
Luister naar wijze lessen
17-19 Luister goed naar de woorden van wijze mensen. Luister aandachtig naar hun wijze lessen. Dan zul je vertrouwen op de Heer. Vergeet die lessen niet, zodat je ze altijd kunt gebruiken.
20 Hier volgen spreuken vol wijsheid en goede raad. 21 Ze zijn bedoeld om te leren wat waarheid is. Het zijn goede adviezen, zodat je de goede dingen kunt zeggen op het juiste moment.
Spreuken over het omgaan met anderen
22 Steel niet van arme mensen, zij zijn al arm genoeg.
Spreek eerlijk recht over zwakke mensen.
23 Want de Heer verdedigt arme en zwakke mensen.
Hij zal iedereen doden die hun kwaad wil doen.
24 Ga niet om met mensen die snel kwaad worden,
sluit geen vriendschap met ruziezoekers.
25 Want dan word je net zo slecht als zij,
en dan loopt het verkeerd met je af.
26 Beloof niet om de schulden van een ander te betalen.
27 Want als jij die niet kunt betalen,
zul je al je bezit kwijtraken.
28 Verander de oude grenzen van een gebied niet,
want je voorouders hebben die grenzen vastgesteld.
29 Als je goed bent in je werk, zul je koningen dienen.
Je zult niet voor onbelangrijke mensen werken.
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap