God redt mensen die geloven
Paulus hield zich aan de Joodse wet
1 Vrienden, jullie moeten blij zijn, omdat jullie bij de Heer horen. Ik vind het niet erg om dat opnieuw aan jullie te schrijven. En voor jullie is het extra duidelijk als ik het nog eens schrijf.
2 Kijk uit voor de mensen die zeggen dat alle christenen besneden moeten worden. Kijk uit voor die slechte mensen en de slechte dingen die ze doen. Die mensen zijn niet te vertrouwen! 3 Wij christenen zijn allang besneden. Want je bent pas echt besneden als je de heilige Geest krijgt. Alleen dan kun je God dienen.
Wij zijn trots op Jezus Christus, niet op onszelf. 4 Ook al heb ik genoeg redenen om mezelf een goed mens te noemen. Ik bedoel: als anderen dat over zichzelf kunnen zeggen, dan kan ik dat zeker! 5 Ik kom uit het volk van Israël, en ik hoor bij de stam Benjamin. Ik kom uit een echte Hebreeuwse familie. Ik ben besneden toen ik acht dagen oud was. Ik hield me aan de wet, en volgde de uitleg van de farizeeën. 6 Ik heb mijn best gedaan om de christenen te vervolgen. Ik deed precies wat je volgens de Joodse wet moet doen om een goed mens te zijn.
Paulus wil bij Christus horen
7-8 Vroeger dacht ik dat ik een goed mens was. Maar nu weet ik dat het verkeerd is om zo te denken. Sterker nog: er is geen enkele reden om op mezelf te vertrouwen. Want het gaat om Christus, mijn Heer. Het enige wat ik wil, is bij Christus horen.
Het gaat om Christus. Daarom heb ik al het andere opgegeven. Alles wat ik vroeger zo belangrijk vond, vind ik nu totaal waardeloos. 9 Ik kan van mezelf geen goed mens maken door me aan de Joodse wet te houden. Nee, God ziet mij als een goed mens omdat ik geloof. Doordat ik geloof in Christus, mag ik bij Christus horen, en zal ik gered worden.
10-11 Ik wil Christus van dichtbij kennen. Ik wil sterven, net als hij, en zo één met hem worden in het lijden. Ik hoop dat ik dan ook de kracht zal voelen waarmee God Christus uit de dood liet opstaan. Ja, ik hoop dat God ook mij uit de dood zal laten opstaan.
Denk alleen aan de toekomst
12 Christus heeft mij uitgekozen om hem van dichtbij te leren kennen. Ik doe mijn uiterste best om dat doel te bereiken. Maar ik ben nog niet zover. 13 Nee, vrienden, ik denk echt niet dat ik mijn doel al bereikt heb. Maar één ding is zeker: over vroeger maak ik me niet druk, ik denk alleen aan de toekomst! 14 God wil mij naar de hemel halen omdat ik Jezus Christus dien. Ik doe mijn uiterste best om die beloning te krijgen.
15 En dat zou het doel moeten zijn van iedere volmaakte christen. Misschien denken jullie daar anders over, maar dan zal God jullie dat nog wel duidelijk maken. 16 Bedenk in ieder geval: we hebben al veel bereikt, maar nu moeten we ook doorgaan!
Volg het voorbeeld van Paulus
17 Vrienden, jullie moeten allemaal mijn voorbeeld volgen. En kijk ook goed naar de mensen die al leven zoals ik. 18 Ik heb het jullie al vaak gezegd, en nu zeg ik het zelfs met tranen in mijn ogen: Christenen die niet willen lijden, zijn vijanden van Christus. 19 Voor hen komen eten en drinken op de eerste plaats. Ze zijn trots op dingen waarvoor ze zich zouden moeten schamen. Ze kiezen voor het aardse leven. Maar uiteindelijk zullen ze gestraft worden.
20 Wij kiezen niet voor het aardse, maar voor het hemelse leven. Want wij verwachten uit de hemel onze redder, de Heer Jezus Christus. 21 Hij heeft de macht gekregen over alles en iedereen. Hij zal onze zwakke lichamen veranderen, hij maakt ze zo schitterend als zijn eigen hemelse lichaam.