Psalm 28
1 Een lied van David.
Help mij, Heer
Ik roep naar u, Heer,
want bij u ben ik veilig.
Hoor mijn gebed en antwoord mij!
Anders sterf ik,
dan ga ik naar het land van de dood.
2 Heer, hoor hoe ik roep,
hoor hoe ik om hulp smeek.
Met mijn handen omhoog bid ik tot u,
ik bid tot u in uw heilige tempel.
3-5 U straft mensen die kwaad doen,
u maakt een eind aan hun leven.
Want zij doen tegen iedereen vriendelijk,
maar hun gedachten zijn slecht.
Heer, straf mij niet,
want ik ben niet zoals zij.
Geef ze de straf die ze verdienen.
Want ze letten niet op uw daden,
ze zien uw wonderen niet.
Geef ze het loon voor hun slechte daden,
laat ze voor altijd verdwijnen!
Ik dank de Heer
6 Ik wil de Heer danken,
want hij heeft mijn gebed gehoord.
7 De Heer geeft mij kracht en beschermt mij.
Op hem vertrouw ik.
Hij heeft mij geholpen,
en daarom juich ik.
Ik wil hem danken met een lied.
Heer, zorg voor uw volk
8 Heer, u geeft kracht aan uw volk.
U beschermt de koning die u hebt uitgekozen.
9 Red uw volk en maak het gelukkig.
Zorg voor uw mensen,
zoals een herder voor zijn schapen zorgt.
Laat uw volk nooit alleen.
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap