Psalm 114
God doet bijzondere dingen
1 Het volk van Israël ging weg uit Egypte,
uit dat land met een vreemde taal.
2 Toen werd Israël het volk van God,
het volk waarover hij heerste.
3 De zee zag het en vluchtte weg,
en de Jordaan stroomde niet meer.
4 Bergen en heuvels sprongen op,
het leken wel jonge lammetjes.
5 Zee, waarom ben je gevlucht?
Jordaan, waarom stroomde je niet meer?
6 Bergen en heuvels, wat is er gebeurd?
Waarom sprongen jullie op als lammetjes?
7 Wij vluchtten voor de Heer,
wij sprongen op voor de God van Israël.
De hele aarde moet voor hem beven!
8 Want hij maakt van stenen een stromende bron,
van rotsen maakt hij een rivier.
© Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap