Verboden seks en rechtszaken
Iemand bij jullie heeft verboden seks
1 Ik heb gehoord dat er bij jullie een man is die verboden seks heeft. Hij gaat namelijk naar bed met de vrouw van zijn vader. Zelfs bij ongelovigen komt zoiets niet voor, maar bij jullie kan dat gewoon! 2 En daar zijn jullie nog trots op ook. Jullie zouden het juist heel erg moeten vinden, en jullie moeten die man uit de kerk zetten!
3-4 Luister! Ik ben wel ver bij jullie vandaan, maar in gedachten ben ik bij jullie. En namens onze Heer Jezus spreek ik een oordeel uit over die man, alsof ik echt bij jullie ben. Jullie moeten allemaal bij elkaar komen. Het is alsof ik erbij ben, en ook onze Heer Jezus is met al zijn macht aanwezig. En het oordeel is: 5 lever die man uit aan Satan! Dan wordt zijn leven op aarde verwoest. Maar dan kan hij toch nog gered worden als de Heer terugkomt.
Gods heilige kerk
6 Wees er niet trots op dat bij jullie alles mag. Let op: een klein beetje gist heeft invloed op het hele deeg. Ik bedoel daarmee: door de invloed van één slecht mens wordt de hele groep slecht.
7 Daarom moeten jullie de man die verboden seks heeft, uit de kerk zetten. Voor slechtheid is geen plaats meer, want jullie vormen met elkaar Gods heilige kerk. En Christus is voor jullie gestorven. Hij is het lam voor de paasmaaltijd. Het ware Paasfeest is dus gekomen, en wij mogen nu voor altijd het Feest van het Brood zonder Gist vieren. 8 Dus weg met alle slechtheid! Laat iedereen alleen nog maar het goede doen. Want de tijd is gekomen om ons nieuwe leven te vieren.
Ga niet om met slechte christenen
9 Jullie mogen niet omgaan met mensen die verboden seks hebben. Dat heb ik jullie ook al in mijn vorige brief geschreven. 10 Ik bedoelde daarmee niet alle mensen op deze wereld die verboden seks hebben. Want dat soort slechte mensen kom je overal tegen, net als mensen die alleen voor het geld leven, of mensen die stelen, of afgoden vereren. Als je zulke mensen niet tegen wilt komen, moet je deze wereld verlaten!
11 Nee, ik bedoelde in mijn vorige brief iets anders: Jullie mogen niet omgaan met christenen die verboden seks hebben. Jullie mogen ook niet omgaan met christenen die alleen voor het geld leven, of afgoden vereren, of anderen uitschelden, of veel te veel drinken, of stelen. En jullie mogen met zulke mensen ook niet samen eten.
12-13 We mogen geen oordeel uitspreken over mensen die geen christen zijn. Dat zal God wel doen. Maar jullie kunnen toch wel een oordeel uitspreken over de mensen in jullie eigen kerk? Zorg er dus voor dat die man die verboden seks heeft, uit de kerk gezet wordt!