Vertaalaanpak
Bijbelstudies
Producten
Hoofdstukken
Kopjes
Thema's
Genesis
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
Exodus
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
Leviticus
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
Numeri
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
Deuteronomium
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
Jozua
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
Rechters
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
Ruth
1
2
3
4
1 Samuel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
2 Samuel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
1 Koningen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
2 Koningen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
1 Kronieken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
2 Kronieken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
Ezra
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Nehemia
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Ester
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Job
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
Psalm
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Spreuken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
Prediker
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Hooglied
1
2
3
4
5
6
7
8
Jesaja
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
Jeremia
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
Klaagliederen
1
2
3
4
5
Ezechiël
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
Daniël
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Hosea
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Joël
1
2
3
4
Amos
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Obadja
1
Jona
1
2
3
4
Micha
1
2
3
4
5
6
7
Nahum
1
2
3
Habakuk
1
2
3
Sefanja
1
2
3
Haggai
1
2
Zacharia
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Maleachi
1
2
3
Matteüs
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
Marcus
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Lucas
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
Johannes
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
Handelingen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
Romeinen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
1 Korintiërs
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
2 Korintiërs
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Galaten
1
2
3
4
5
6
Efeziërs
1
2
3
4
5
6
Filippenzen
1
2
3
4
Kolossenzen
1
2
3
4
1 Tessalonicenzen
1
2
3
4
5
2 Tessalonicenzen
1
2
3
1 Timoteüs
1
2
3
4
5
6
2 Timoteüs
1
2
3
4
Titus
1
2
3
Filemon
1
Hebreeën
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Jakobus
1
2
3
4
5
1 Petrus
1
2
3
4
5
2 Petrus
1
2
3
1 Johannes
1
2
3
4
5
2 Johannes
1
3 Johannes
1
Judas
1
Openbaring
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Hoofdstukken
Kopjes
Thema's
Genesis
Het begin
De eerste dag
De tweede dag
De derde dag
De vierde dag
De vijfde dag
De zesde dag
God rust op de zevende dag
Een ander verhaal over de schepping
De tuin van Eden
De boom van goed en kwaad
De mens moet niet alleen zijn
De slang praat met de vrouw
De vrouw en de man eten van de boom
God loopt door de tuin
God straft de slang
God straft de vrouw
God straft de man
God stuurt de man en de vrouw weg
Adam en Eva krijgen kinderen
Kaïn doodt Abel
De Heer straft Kaïn
De Heer beschermt Kaïn ook
De kinderen van Kaïn
Adam en Eva krijgen nog een zoon
De mensen die van Adam afstammen
De mensen mogen niet altijd blijven leven
De mensen zijn slecht
Noach leeft goed
Noach moet een boot maken
Noach moet aan boord gaan
Het water komt
Het water stijgt
God vergeet Noach niet
Noach laat een raaf en een duif los
Noach gaat van de boot af
Noach brengt een offer
God zegent Noach en zijn zonen
God doet de mensen een belofte
God geeft een teken van zijn belofte
Noach wordt dronken
Noach is kwaad op Cham
Noach sterft
De zonen van Noach
De mensen die van Jafet afstammen
De mensen die van Cham afstammen
De mensen die van Sem afstammen
De volken gaan overal op aarde wonen
De mensen bouwen een toren in Babel
De mensen verstaan elkaar niet meer
De nakomelingen van Sem
Terach gaat weg uit Ur
Abram gaat op reis
Abram komt in Kanaän
Abram en Sarai gaan naar Egypte
Abram en Sarai moeten weg uit Egypte
Abram en Lot zijn rijk
Abram en Lot gaan apart wonen
De Heer belooft Abram het land Kanaän
Er is oorlog
Hoe de oorlog begonnen was
Lot wordt gevangengenomen
Abram bevrijdt Lot
Abram ontmoet Melchisedek
De Heer belooft Abram een kind
De Heer belooft Abram het land Kanaän
Abram hoort wat er gaat gebeuren
Kanaän is voor Abrams nakomelingen
Sarai kan geen kinderen krijgen
Hagar vlucht voor Sarai
Een engel stuurt Hagar terug
Hagar krijgt een zoon
Abram heet voortaan Abraham
Alle mannen moeten besneden worden
Sarai heet voortaan Sara
God belooft Abraham een zoon van Sara
Alle mannen worden besneden
Er komen drie mannen bij Abraham
Abraham geeft de mannen een maaltijd
Over een jaar krijgt Sara een zoon
Sodom is een slechte stad
Abraham vraagt of de Heer Sodom wil redden
Abraham blijft het vragen
Lot krijgt gasten
Lots gasten worden bedreigd
De mannen van Sodom bedreigen Lot
Sodom zal verwoest worden
Lot vlucht
De Heer verwoest Sodom en Gomorra
De dochters van Lot
Abraham zegt dat Sara zijn zus is
Abimelech moet Sara terugsturen
Abraham moet uitleg geven
Sara komt terug bij Abraham
Abraham en Sara krijgen een zoon
Hagar en Ismaël worden weggestuurd
Ismaël sterft bijna
God helpt Hagar en Ismaël
Abimelech wil met Abraham samenwerken
Abimelech en Abraham maken afspraken
God wil zien of Abraham hem vertrouwt
Abraham en Isaak brengen een offer
God zorgt zelf voor een offerdier
De Heer belooft Abraham veel nakomelingen
De nakomelingen van Nachor
Sara sterft
Abraham wil een graf voor Sara kopen
Abraham betaalt Efron voor een graf
Abraham begraaft Sara
Abraham zoekt een vrouw voor Isaak
De knecht moet een vrouw gaan zoeken
De knecht gaat op weg
De knecht ontmoet Rebekka
Rebekka is de vrouw voor Isaak
Laban gaat de knecht halen
De knecht gaat met Laban mee
De knecht vertelt over Abraham
De knecht vertelt hoe hij Rebekka gevonden heeft
Rebekka mag met Isaak trouwen
De knecht wil meteen terug
De knecht vertrekt met Rebekka
Rebekka komt bij Isaak
Abraham krijgt nog meer zonen
Abraham sterft
De nakomelingen van Ismaël
Isaak en Rebekka krijgen kinderen
Jakob en Esau worden geboren
Esau verkoopt zijn erfenis
God belooft Isaak veel nakomelingen
Isaak zegt dat Rebekka zijn zus is
De Filistijnen zijn jaloers op Isaak
Isaak graaft veel putten
Isaak bidt tot de Heer
Abimelech wil met Isaak samenwerken
Esau trouwt
Isaak wil Esau zegenen
Rebekka bedenkt een plan
Rebekka zorgt dat Jakob op Esau lijkt
De blinde Isaak herkent Jakob niet
Isaak zegent Jakob
Esau komt bij Isaak
Er is geen zegen meer voor Esau
Esau wil Jakob vermoorden
Isaak stuurt Jakob naar Laban
Esau trouwt met een dochter van Ismaël
Jakob krijgt een droom
Jakob begrijpt dat de Heer er was
Jakob komt in Charan
Jakob ontmoet Rachel en Laban
Jakob werkt zeven jaar voor Laban
Jakob trouwt met Lea en Rachel
Lea krijgt kinderen
Bilha krijgt kinderen voor Rachel
Zilpa krijgt kinderen voor Lea
Ruben vindt liefdesbessen
Lea krijgt nog meer kinderen
Rachel krijgt een zoon
Jakob wil weg bij Laban
Jakob blijft toch nog bij Laban
Laban bedriegt Jakob weer
Jakob krijgt een grote sterke kudde
De Heer wil dat Jakob naar huis gaat
Jakob spreekt met Rachel en Lea
Jakob vertelt over een droom
Jakob vlucht met Rachel en Lea
Laban is boos
Laban zoekt zijn godenbeeldjes
Jakob wordt boos
Jakob en Laban maken een afspraak
Jakob stuurt mannen naar Esau
Jakob is bang voor Esau
Jakob stuurt geschenken naar Esau
Jakob vecht met een onbekende
Jakob en Esau ontmoeten elkaar
Esau neemt het geschenk van Jakob aan
Jakob en Esau reizen apart verder
Het einde van Jakobs reis
Dina wordt verkracht
Sichem wil met Dina trouwen
De zonen van Jakob bedenken een plan
De mannen van Sichem worden besneden
De mannen van Sichem worden vermoord
Jakob gaat naar Betel
God belooft Jakob veel nakomelingen
Rachel sterft
Ruben slaapt met Bilha
De zonen van Jakob
Isaak sterft
De zonen van Esau
Esau gaat in Seïr wonen
De nakomelingen van Esau
De nakomelingen van Seïr
De koningen van Edom
De gebieden in Edom
Jakob houdt het meest van Jozef
Jozef heeft bijzondere dromen
Jozef gaat naar zijn broers
De broers gooien Jozef in een put
De broers verkopen Jozef
Jakob heeft verdriet om zijn zoon
Jozef wordt naar Egypte gebracht
Juda krijgt drie zonen
Tamar krijgt geen kinderen
Tamar bedenkt een plan
Tamar wordt zwanger van Juda
Juda wil de vrouw betalen
Juda begrijpt dat hij fout geweest is
Tamar krijgt twee zonen
Jozef wordt verkocht aan Potifar
De vrouw van Potifar wil met Jozef naar bed
De vrouw van Potifar vertelt leugens
Jozef komt in de gevangenis
Er komen nog twee gevangenen
De dienaren van de farao dromen
Jozef legt de ene droom uit
Jozef legt de andere droom uit
Alles gaat zoals Jozef gezegd heeft
De farao droomt twee keer
De schenker denkt aan Jozef
De farao laat Jozef halen
De farao vertelt zijn dromen
Jozef legt de dromen uit
Jozef heeft een plan voor Egypte
Jozef krijgt de leiding over het land
Er komen zeven goede jaren
Er komen zeven arme jaren
Jakob stuurt zijn zonen naar Egypte
De broers herkennen Jozef niet
Jozef wil dat Benjamin gehaald wordt
De broers gaan weg uit Egypte
De broers vertellen alles aan Jakob
Jakob laat Benjamin niet meegaan
De broers moeten weer naar Egypte
Jakob wil niet dat Benjamin meegaat
Benjamin mag toch mee
De broers komen in het paleis
Jozef huilt als hij Benjamin ziet
Jozef eet met zijn broers
Jozef heeft een plan
Benjamin heeft Jozefs beker
Benjamin moet slaaf worden
Juda vertelt over Jakobs verdriet
Juda wil slaaf worden
Jozef vertelt zijn broers wie hij is
Jozef wil dat Jakob bij hem komt
Ook de farao wil dat Jakob komt
Jozef geeft zijn broers geschenken
De broers vertellen Jakob over Jozef
Jakob gaat op reis
De nakomelingen van Jakob en Lea
De nakomelingen van Jakob en Zilpa
De nakomelingen van Jakob en Rachel
De nakomelingen van Jakob en Bilha
Alle nakomelingen in totaal
Jakob ontmoet Jozef
Jozefs broers ontmoeten de farao
Jakob ontmoet de farao
Jozef koopt het vee in het land
Jozef koopt alle grond in het land
Een deel van de oogst is voor de farao
Jakob wil geen graf in Egypte
De zonen van Jozef
Jozef brengt zijn zonen bij Jakob
Jakob zegent de zonen van Jozef
De jongste zoon is de belangrijkste
Jakob neemt afscheid van zijn zonen
Jakobs woorden voor Ruben
Jakobs woorden voor Simeon en Levi
Jakobs woorden voor Juda
Jakobs woorden voor Zebulon
Jakobs woorden voor Issachar
Jakobs woorden voor Dan
Jakob bidt
Jakobs woorden voor Gad
Jakobs woorden voor Aser
Jakobs woorden voor Naftali
Jakobs woorden voor Jozef
Jakobs woorden voor Benjamin
Jakob sterft
Jozef regelt de begrafenis van Jakob
Jakob wordt in Kanaän begraven
De broers vragen Jozef om vergeving
Exodus
Het aantal Israëlieten groeit
Het volk moet voor de farao werken
De farao laat de jongetjes doden
Een vrouw redt haar zoon
Het kind wordt gevonden
Mozes slaat een Egyptenaar dood
Mozes woont in Midjan
God krijgt medelijden met zijn volk
God spreekt met Mozes
Mozes moet de Israëlieten uit Egypte halen
Mozes weigert
Mozes moet naar de farao gaan
Mozes weigert weer
God zal Aäron met Mozes meesturen
Mozes gaat naar Egypte
De zoon van Mozes wordt besneden
Aäron gaat met Mozes mee
Mozes en Aäron gaan naar de farao
De Israëlieten moeten harder werken
De farao luistert niet
Mozes klaagt tegen God
God zal de Israëlieten bevrijden
De Israëlieten luisteren niet
De voorouders van Mozes en Aäron
De opdracht aan Mozes en Aäron
Mozes en Aäron gaan naar de farao
God zegt dat hij Egypte zal straffen
Water verandert in bloed
Er komen kikkers uit de rivier
De farao luistert niet
Er komen muggen
Er komen steekvliegen
De farao luistert niet
Het vee wordt ziek
Iedereen krijgt zweren
De Heer zal een zware straf sturen
Er komt hagel
De farao luistert niet
De farao wordt weer gewaarschuwd
Alleen de mannen mogen weggaan
Er komen overal sprinkhanen
De farao luistert niet
Het wordt overal donker
De farao luistert niet
De oudste zonen zullen sterven
Alle Israëlieten moeten een dier slachten
De paasmaaltijd
De Heer zal de Egyptenaren straffen
De Israëlieten moeten feestvieren
Mozes vertelt over het Paasfeest
De oudste zonen in Egypte sterven
De Israëlieten gaan weg uit Egypte
Regels voor het Paasfeest
De Israëlieten moeten het Paasfeest blijven vieren
Elke oudste zoon is voor de Heer
Het volk is op weg naar de Rietzee
De Heer laat de Israëlieten teruggaan
De farao achtervolgt de Israëlieten
De Israëlieten worden bang
Het volk gaat veilig door de zee
De Egyptenaren verdrinken
De Israëlieten vertrouwen op de Heer
De Heer is machtig
De Heer heeft de vijanden verslagen
De Heer heeft zijn volk bevrijd
Mirjam en de andere vrouwen dansen
Bitter water wordt zoet
In Elim is water
De Israëlieten klagen
De Heer belooft brood
De Heer verschijnt in de woestijn
De Israëlieten krijgen eten
Er is elke dag eten
Op de zevende dag is er geen eten
Het eten wordt manna genoemd
De Israëlieten willen water
God zorgt voor water
Israël verslaat de Amalekieten
Mozes bouwt een altaar
Jetro gaat naar Mozes
Jetro dankt God
Mozes heeft het te druk
Jetro geeft Mozes raad
Mozes doet wat Jetro gezegd heeft
Mozes gaat naar God toe
Mozes vertelt wat God gezegd heeft
God zal op de berg Sinai komen
God daalt af naar de berg Sinai
Mozes en Aäron mogen de berg op
Regels over het vereren van God
Regels over het omgaan met anderen
De Israëlieten durven niet meer naar God te luisteren
Regels voor het maken van een altaar
Regels over slaven
Regels over slavinnen
Regels als iemand een ander doodt of ontvoert
Als iemand een ander slaat
Als een zwangere vrouw slachtoffer is
Als iemand zijn eigen slaaf slaat
Als iemands stier gevaarlijk is
Als een dier doodgaat
Als je een dier steelt
Als je iemands oogst vernielt
Als je op iemands spullen past
Als je op iemands dier past
Als je een meisje verleidt
Regels over drie ernstige misdaden
Zorg voor arme mensen
Heb eerbied voor God
Spreek in een rechtszaak de waarheid
Help de dieren van je vijand
Wees eerlijk in een rechtszaak
Werken en rusten
Drie feesten
Andere regels
De engel van de Heer
God zal alle andere volken wegjagen
Mozes moet de berg op gaan
Het volk zal de Heer gehoorzamen
Mozes gaat de berg op
Mozes blijft veertig dagen op de berg
Het materiaal voor de heilige tent
De heilige kist
Het deksel met de engelen
De tafel voor het offerbrood
De kandelaar
De tent voor de Heer
De wanden van de tent
De gordijnen voor de tent
Het altaar
Het plein rondom de tent
Het licht in de tent
Kleding voor Aäron en zijn zonen
De schort
De tas
De mantel
De rest van de priesterkleding
Mozes moet priesters aanstellen
Mozes moet een stier offeren
Mozes moet een ram offeren
Mozes moet nog een ram offeren
Regels voor priesters
Het aanstellen van priesters duurt zeven dagen
Dagelijkse offers
Het altaar voor de wierook
Als het volk geteld wordt
De waterbak
De heilige olie
De wierook
God zegt wie de tent moeten maken
Er mag op sabbat nooit gewerkt worden
God geeft de stenen platen met de wet
Aäron maakt een beeld van een stier
De Heer is kwaad op de Israëlieten
De Heer blijft niet kwaad
Mozes wordt woedend
Mozes vraagt uitleg aan Aäron
Mozes straft het volk
Mozes vraagt de Heer om vergeving
De Heer wil niet met het volk meegaan
De Israëlieten hebben spijt
Mozes ontmoet de Heer in een tent
Mozes vraagt of de Heer meegaat
Mozes vraagt of hij de Heer mag zien
Mozes maakt twee nieuwe stenen platen
De Heer komt bij Mozes
Het volk mag geen andere goden vereren
Regels over offers en feesten
Mozes schrijft de tien regels op
Mozes gaat terug naar het volk
Er mag niet gewerkt worden op sabbat
Mozes vraagt materiaal voor de tent
Mozes zegt wat er gemaakt moet worden
Het volk brengt materiaal voor de tent
Mozes zegt wie de tent moeten maken
Er is genoeg materiaal
De tent voor de Heer wordt gemaakt
De wanden van de tent
De gordijnen voor de tent
De heilige kist
Het deksel met de engelen
De tafel voor het offerbrood
De kandelaar
Het altaar voor de wierook
De heilige olie
Het grote altaar
De waterbak
Het plein rondom de tent
Het materiaal dat gebruikt is
De priesterschort voor Aäron
De tas
De mantel voor Aäron
De rest van de priesterkleding
De tent is klaar
Mozes moet de tent opbouwen
Aäron en zijn zonen moeten priester worden
Mozes bouwt de tent op
Mozes richt de tent in
De Heer komt naar de tent
Leviticus
Het offeren van een stier
Het offeren van een bok of een ram
Het offeren van een duif
Het offeren van meel
Regels voor het offeren van brood
Nog meer regels over graanoffers
Het offeren van een koe of een stier
Het offeren van een schaap of een geit
Het eten van vet en bloed is verboden
Er moet een stier geofferd worden
Het bloed van de stier
De vette delen van de stier
De rest van de stier
Er moet een stier geofferd worden
Het bloed en de vette delen
De rest van de stier
Er moet een bok geofferd worden
Het bloed en het vet van de bok
Er moet een geit geofferd worden
Het bloed en het vet van de geit
Er mag ook een schaap geofferd worden
Voorbeelden
Het offeren van een schaap of een geit
Het offeren van twee duiven
Het offeren van meel
Als iemand zelf iets heiligs gebruikt
Als iemand iets per ongeluk doet
Als iemand liegt bij de rechter
Offers die helemaal verbrand moeten worden
Graanoffers
Het graanoffer van de hogepriester
Offers om fouten goed te maken
Offers om schuld weg te nemen
Wat overblijft, is voor de priesters
Offers bij een feestmaal
Het eten van offervlees
Het eten van vet en bloed is verboden
Het vlees voor de Heer
Slot
Mozes laat offerdieren halen
Mozes doet Aäron priesterkleren aan
Mozes giet olie over de heilige tent
Mozes stelt Aäron aan als priester
Mozes offert de stier
Mozes offert de eerste ram
Mozes offert de tweede ram
Aäron en zijn zonen worden heilig
Mozes laat offers brengen
Aäron offert een stier en een ram
Aäron brengt de offers voor het volk
De Heer komt bij het volk
Nadab en Abihu sterven
Aäron en zijn zonen mogen niet rouwen
Regels voor priesters
Mozes wordt boos op Eleazar en Itamar
Dieren die op het land leven
Dieren die in het water leven
Vogels
Insecten
Onreine dieren die dood zijn
Dieren die over de grond kruipen
Reine dieren die dood zijn
Dieren die over de grond kruipen
De Heer is heilig
Als het kind een jongen is
Als het kind een meisje is
Offers
Plekken diep in de huid
Plekken boven op de huid
Open wonden
Zweren
Brandwonden
Plekken op het hoofd
Gewone uitslag
Kaalheid
Iemand met een huidziekte is onrein
Plekken op kleding, stof of leer
Als de plek groter geworden is
Als de plek niet groter geworden is
Als de huidziekte verdwenen is
Wassen en scheren
Offers brengen
De eerste ram
De olie
Het schaapDe tweede ram
Als iemand arm is
De ram
De olie
De duiven
Huizen met schimmel
Het huis wordt zeven dagen afgesloten
Als de plekken groter geworden zijn
Als de plekken terugkomen
Als iemand het huis in gaat
Als de schimmel verdwenen is
Regels over huidziektes en schimmel
Als een man onrein vocht verliest
De priester moet offers brengen
Als een man een zaadlozing heeft
Als een vrouw ongesteld is
Als een vrouw bloed verliest
De priester moet offers brengen
Over de heilige tent
Slot
De Heer is in de heilige tent
Speciale priesterklerenHet uitkiezen van de offerdieren
Het offeren van de stier
Bloed druppelen bij de heilige kist
Bloed smeren aan het grote altaar
De levende bok
Nog meer offers
De helpers moeten zich wassen
Een regel voor altijd
Een dier mag niet zomaar gedood worden
Een dier moet geslacht worden
Eet geen vlees waar nog bloed in zit
Als iemand een dier eet dat al dood is
Het volk moet leven zoals de Heer wil
Regels over verboden seks
Nog meer regels
Het volk moet rein blijven
Het volk moet heilig zijn
Over offers bij een feestmaal
Over het binnenhalen van de oogst
Over eerlijkheid
Verbod om soorten te mengen
Over seks met een slavin
Over het oogsten van vruchten
Nog meer regels
Over vreemdelingen
Over eerlijk zakendoen
Offer geen kinderen
Roep geen geesten op
Mishandel je ouders niet
Regels over verboden seks
Houd je aan de wetten van de Heer
Over rouwen
Over vrouwen
Regels voor de hogepriester
Over de gezondheid van priesters
Een priester moet rein zijn
Alleen familieleden mogen mee-eten
Offerdieren moeten gezond zijn
Nog meer regels over offerdieren
De Heer is heilig
De sabbat
Het Feest van het Brood zonder Gist
Offers bij de graanoogst
Het Wekenfeest
Het binnenhalen van de oogst
De speciale rustdag
Grote Verzoendag
Loofhuttenfeest
Slot
De lampen
De offerbroden
Iemand die vloekt, moet gedood worden
Voor iedereen gelden dezelfde regels
De man die vloekte, wordt gedood
Het zevende jaar
Het vijftigste jaar
Als je een akker koopt of verkoopt
Over de oogst
Als iemand zijn grond moet verkopen
Als iemand zijn huis moet verkopen
Regels voor Levieten
Zorg voor arme mensen
Als iemand zich verkoopt aan een Israëliet
Als iemand zich verkoopt aan een vreemdeling
Vereer alleen de Heer
Beloningen
Straffen
Nog meer straffen
De grond moet rust krijgen
God blijft trouw
Slot
Beloftes over mensen
Beloftes over dieren
Beloftes over huizen
Beloftes over stukken grond
Uitzonderingen
Een tiende deel is voor de Heer
Slot
Numeri
De Israëlieten moeten geteld worden
De mannen die helpen bij het tellen
De Israëlieten worden geteld
De aantallen
De Levieten worden niet geteld
De stammen aan de oostkant
De stammen aan de zuidkant
De stam Levi in het midden
De stammen aan de westkant
De stammen aan de noordkant
Het volk doet wat de Heer gezegd heeft
De zonen van Aäron zijn priester
De Levieten helpen de priesters
De Levieten zijn van de Heer
Mozes maakt een lijst van de Levieten
De nakomelingen van Levi
De nakomelingen van Gerson
De nakomelingen van Kehat
Eleazar is de leider van de Levieten
De nakomelingen van Merari
Mozes, Aäron en de zonen van Aäron
De Levieten vervangen de Israëlieten
Er zijn 273 Levieten te weinig
De taak van de nakomelingen van Kehat
Als de heilige tent wordt vervoerd
Wat de nakomelingen van Kehat doen
Wat de nakomelingen van Gerson doen
Wat de nakomelingen van Merari doen
De Levieten worden geteld
Regels over onreinheid
Regels over schade
Regels over jaloezie
De vrouw moet bitter water drinken
Ontrouw wordt gestraft
Dingen die verboden zijn
Onreinheid van een nazireeër
Als iemand geen nazireeër meer is
Wie iets belooft, moet dat ook doen
De leiders geven wagens en ossen
Mozes verdeelt de wagens en de ossen
De leiders geven geschenken
Nachson brengt zijn geschenken
De geschenken van de andere leiders
Het totaal van de geschenken
De Heer spreekt met Mozes
Aäron zet de lampen op de kandelaar
Het aanstellen van de Levieten
De Levieten vervangen de oudste zonen
De Levieten beginnen met hun werk
Levieten werken tot ze vijftig zijn
De Israëlieten vieren het Paasfeest
Onreine mensen mogen niet meedoen
Het paasoffer een maand later
Als vreemdelingen willen meedoen
De wolk boven de heilige tent
De Israëlieten volgen de wolk altijd
Twee zilveren trompetten
Als er gevochten moet worden
Vertrek uit de Sinai-woestijn
Het kamp van Juda vertrekt
Het kamp van Ruben vertrekt
Het kamp van Efraïm vertrekt
Het kamp van Dan vertrekt
Mozes vraagt of Chobab meegaat
De Heer reist met het volk mee
Het volk klaagt
Het volk klaagt over het manna
Mozes kan het niet alleen
Mozes krijgt hulp van zeventig mannen
De Heer zal het volk vlees geven
De zeventig mannen zijn als profeten
De Israëlieten eten vlees
Is Mozes wel een goede leider?
De Heer wordt kwaad
Mirjam wordt gestraft
Twaalf mannen gaan Kanaän bekijken
Mozes stuurt de mannen op pad
De mannen zijn in Kanaän
De mannen vertellen over Kanaän
De inwoners van Kanaän zijn sterk
De Israëlieten klagen
Jozua en Kaleb worden boos
De Heer wil het volk doden
Mozes vraagt vergeving voor het volk
De Heer zal het volk niet doden
Het volk mag Kanaän niet in
Het volk wil toch naar Kanaän
De Israëlieten worden verslagen
Regels voor het offeren
Voor iedereen gelden dezelfde regels
Een deel van de oogst is voor de Heer
Als het volk onbedoeld een fout maakt
Als iemand per ongeluk iets verkeerds doet
Als iemand met opzet iets verkeerds doet
Een voorbeeld
Kwastjes aan kleding
Kritiek op Mozes en Aäron
Mozes reageert
Datan en Abiram luisteren niet
De test met de koperen schalen
God wil het volk straffen
Het volk zal zien wie gelijk heeft
Alle ongehoorzame mensen sterven
De schalen moeten platgeslagen worden
Het altaar wordt bedekt met koper
De Israëlieten klagen weer
Aäron vraagt vergeving voor het volk
De twaalf stokken in de heilige tent
De stok van Aäron bloeit
Het volk is bang
Aäron is verantwoordelijk
De Levieten zijn in dienst van Aäron
Het loon van de priesters
Het loon van de Levieten
Geschenken voor de Heer
Er moet een koe verbrand worden
Er moet speciaal water gemaakt worden
Het speciale water maakt iemand rein
Wie een dode aanraakt, is onrein
Wie onrein is, moet weer rein worden
De dood van Mirjam
Het volk klaagt
Mozes zorgt voor water
Mozes en Aäron mogen het land niet in
Het volk wil door Edom reizen
Het volk mag niet door Edom reizen
De dood van Aäron
Israël verslaat de koning van Arad
De Heer straft het volk met slangen
Mozes maakt een slang van koper
De Israëlieten reizen verder
Het volk wil door het land van Sichon
Israël verslaat koning Sichon
De Israëlieten zingen een lied
Israël verslaat koning Og
Het volk van Israël komt in Moab
De Moabieten schrikken van Israël
Balak vraagt Bileam om hulp
God wil niet dat Bileam Balak helpt
Balak vraagt Bileam opnieuw om hulp
God laat Bileam meegaan
Een engel wil Bileam tegenhouden
De ezelin praat met Bileam
De engel praat met Bileam
Bileam en Balak ontmoeten elkaar
God vertelt Bileam wat hij moet zeggen
Bileam zegent Israël
Balak wil het ergens anders proberen
Bileam zegent Israël nog een keer
Balak probeert het voor de derde keer
Bileam blijft Israël zegenen
Balak wordt woedend op Bileam
Het zal slecht aflopen met Moab en Edom
Israëls vijanden zullen vernietigd worden
Bileam gaat weg en laat Balak alleen
Israël gaat de god Baäl vereren
De Heer wil de Israëlieten straffen
Pinechas houdt de straf tegen
Pinechas wordt beloond
De namen van de dode man en vrouw
De Heer wil de Midjanieten straffen
De mannen van Israël komen bij elkaar
De stam Ruben
De stam Simeon
De stam Gad
De stam Juda
De stam Issachar
De stam Zebulon
De stammen Manasse en Efraïm
De stam Benjamin
De stam Dan
De stam Aser
De stam Naftali
Het totaal
Mozes moet het land verdelen
De stam Levi
Alle Israëlieten zijn geteld
Krijgen alleen zonen een erfenis?
Dochters krijgen ook een erfenis
Mozes zal sterven
Jozua wordt de nieuwe leider
Dagelijkse offers
Offers op sabbat
Offers bij het Feest van Nieuwe Maan
Offers bij het Feest van het Brood zonder Gist
Offers bij het Wekenfeest
Offers op de eerste dag van de zevende maand
Offers op de tiende dag van de zevende maand
Offers bij het grote feest in de zevende maand
Offers op elke dag van het grote feest
Offers op de dag na het grote feest
Slot
Wie iets belooft, moet dat ook doen
Als een meisje niet getrouwd is
Als een vrouw getrouwd is
De man is steeds verantwoordelijk
Slot
Mozes maakt een leger klaar
Het leger verslaat de Midjanieten
Mozes is woedend
De gevangenen moeten gedood worden
Alles moet schoongemaakt worden
De soldaten mogen niet alles houden
De mensen en de dieren worden geteld
De verdeling van mensen en dieren
De legerleiders willen de Heer danken
De stammen Ruben en Gad willen grond
De Israëlieten moeten elkaar helpen
Ontrouwe mensen worden gestraft
De stammen Gad en Ruben helpen mee
Mozes steunt het plan
Het besluit staat vast
Mozes verdeelt het land
Het vertrek uit Egypte
De reis van Rameses naar Refidim
De reis van Refidim naar de berg Hor
De dood van Aäron
De reis van de berg Hor naar Moab
Kanaän is voor de Israëlieten
De zuidgrens en de westgrens
De noordgrens en de oostgrens
Elke stam krijgt een stuk land
De mannen die het land verdelen
De Levieten krijgen 48 steden
Zes steden zijn vluchtsteden
Als de dader een moordenaar is
Als de dader geen moordenaar is
De dader mag de vluchtstad niet uit
Er zijn altijd getuigen nodig
Niemand mag geld aannemen
Het land van de Heer is heilig
Mag een familie land kwijtraken?
Een stuk land blijft van een stam
Slot
Deuteronomium
Het volk komt aan in Moab
Mozes begint met zijn toespraak
Mozes kan het volk niet alleen leiden
De rechters moeten eerlijk zijn
De reis naar het land van de Amorieten
Twaalf mannen gaan het land bekijken
Het volk is bang
Het volk moet op God vertrouwen
De Heer wordt kwaad
Ook Mozes mag het land niet in
Het volk luistert niet naar de Heer
Het volk reist verder naar Seïr
Het volk reist door Moab
De vroegere bewoners zijn verjaagd
Er zijn geen sterke mannen meer
De reis naar het land van de Ammonieten
De vroegere bewoners zijn verjaagd
Het volk moet de Amorieten aanvallen
Mozes onderhandelt met koning Sichon
Het volk verslaat koning Sichon
Het volk verslaat koning Og
Het veroverde land
Mozes geeft drie stammen een gebied
De drie stammen moeten meevechten
Mozes mag zelf het land niet in
Houd je aan de regels van de Heer
Wees een voorbeeld voor andere volken
Vergeet de ontmoeting met de Heer nooit
Maak geen godenbeelden
Mozes mag het land niet binnengaan
Dien geen andere goden
Denk aan alles wat God gedaan heeft
De Heer is de enige God
Mozes wijst drie vluchtsteden aan
Mozes roept het volk bij elkaar
Houd je aan de regels van de Heer
Regels over het vereren van God
Regels over het omgaan met anderen
De Heer maakt zijn regels zelf bekend
Het volk is bang voor de stem van God
De Heer geeft zijn wetten aan Mozes
Doe altijd wat de Heer van je vraagt
Nog andere regels van God
Israël moet de Heer liefhebben
Vergeet de regels van de Heer nooit
Het volk zal een goed leven hebben
Vereer alleen de Heer
Vertel je kinderen over de bevrijding
Israël zal de andere volken verslaan
De Heer houdt van zijn volk
Alleen de Heer is God
De Heer zal je rijk en gelukkig maken
Wees niet bang voor de andere volken
De Heer zal de andere volken verjagen
Vereer geen andere goden
De lange reis door de woestijn
Het volk krijgt een mooi land
Vergeet God nooit
Onthoud dat God je bevrijd heeft
Mozes waarschuwt het volk
Israël zal de andere volken verslaan
Israël verdient het land niet
De stenen platen
Het stierenbeeld
Mozes gooit de stenen platen kapot
Mozes bidt tot God
Twee nieuwe stenen platen
De Israëlieten reizen verder
Heb eerbied voor de Heer
De Heer is de hoogste God
De Heer heeft veel wonderen gedaan
Het beloofde land is vruchtbaar
Vergeet de regels van de Heer nooit
De Heer zal de vijanden verjagen
Beloning en straf
Vernietig alle afgodsbeelden
Je mag de Heer op één plaats vereren
Nieuwe regels voor het offeren
Je mag niet overal offeren
Dieren mogen overal geslacht worden
Offeren mag alleen op Gods altaar
Vereer geen andere goden
Luister niet naar slechte profeten
Luister niet naar slechte raad
Verwoest steden met ontrouwe inwoners
Israël is een heilig volk
Dieren die op het land leven
Dieren die in het water leven
Vogels
Insecten
Dode dierenGeitjes
Een deel van de oogst is voor de Heer
Een deel van de oogst is voor andere mensen
Geen schulden in het zevende jaar
Geef geld aan arme mensen
Laat je slaaf vrij in het zevende jaar
Dieren die het eerst geboren zijn
Het Paasfeest
Het Wekenfeest
Het Loofhuttenfeest
Drie feesten per jaar voor de Heer
Er moeten rechters komen
Heb respect voor Gods altaar
Als iemand andere goden vereert
Een moeilijke rechtszaak
Als het volk een koning wil
De koning moet zich aan de wet houden
Een deel van de offers is voor de Levieten
Doe niet mee met andere volken
Er zullen goede profeten komen
Er moeten drie vluchtsteden komen
Later komen er meer vluchtsteden
Moordenaars zijn nergens veilig
Verander de grenzen niet
Eén getuige is niet genoeg
Een getuige mag niet liegen
De priester moet het leger toespreken
Sommige soldaten mogen naar huis
Een aanval op een stad ver weg
Een aanval op een stad dichtbij
Als een verovering lang duurt
Als er iemand vermoord is
Als iemand trouwt met een gevangene
Het recht van de oudste zoon
Als een zoon ongehoorzaam is
Als iemand opgehangen wordt
Zorg goed voor het dier van een ander
Mannenkleren en vrouwenkleren
Als je een vogelnest vindt
Zorg voor een hek op het dak
Dingen die niet bij elkaar mogen
Maak kwastjes aan je jas
Als een man zijn vrouw beschuldigt
Seks met de vrouw van een ander
Seks met een meisje dat verloofd is
Seks met een meisje dat niet verloofd is
Trouw niet met een vrouw van je vader
Wie niet bij het volk van de Heer horen
Houd het legerkamp schoon
Help slaven die gevlucht zijn
Werk niet voor andere goden
Vraag geen rente binnen je eigen volk
Doe wat je belooft
Als je over iemands land loopt
Regels bij een scheiding
Als een man net getrouwd is
Als je geld leent aan iemand
Je mag niemand ontvoeren
Als je een huidziekte hebt
Een voorwerp als bewijs
Geef een arbeider meteen zijn loon
Beoordeel iemand op zijn eigen daden
Je mag niemand slecht behandelen
Als je de oogst binnenhaalt
Als twee mannen ruzie hebben
Bind de bek van een koe niet dicht
Als iemands broer overlijdt
Als een vrouw haar vechtende man helpt
Je moet eerlijk zakendoen
De Amalekieten moeten verdwijnen
Verzamel de eerste vruchten
Dank de Heer voor de eerste oogst
Geef een tiende deel van je oogst weg
Houd je aan de regels van God
Schrijf de wet op stenen
Israël is het volk van de Heer
Opdracht voor de stammen
Als het volk ongehoorzaam is
Als het volk gehoorzaam is
Nog meer beloningen
Als het volk ongehoorzaam is
Nog meer straffen
Nog meer rampen
Nog meer ellende
De straffen zijn een waarschuwing
Honger als straf
Het volk moet de Heer eren
Als het volk niet luistert
Afspraken tussen de Heer en zijn volk
De Heer heeft veel voor Israël gedaan
De Heer wil dat Israël zijn volk is
Niemand mag andere goden vereren
Als iemand ontrouw is
Alleen God kent de toekomst
Als het volk terugkomt bij de Heer
De regels zijn niet te moeilijk
Kiezen tussen leven en dood
Mozes neemt afscheid
Mozes spreekt Jozua moed in
Gods regels moeten voorgelezen worden
Jozua komt naar de heilige tent
Het volk zal ontrouw worden
Mozes moet een lied opschrijven
Jozua volgt Mozes op
Mozes schrijft de wet in een boek
Luister goed
Israël is ontrouw geworden
Denk aan vroeger
De Heer zorgde voor zijn volk
De Israëlieten beledigden God
De Heer werd kwaad op zijn volk
God kan de vijanden laten winnen
God zal de vijanden straffen
De Heer is de enige God
De Heer straft zijn vijanden
Mozes waarschuwt het volk
Mozes moet de berg Nebo op gaan
Mozes zegent de stammen van Israël
Mozes zegent de stam Ruben
Mozes zegent de stam Juda
Mozes zegent de stam Levi
Mozes zegent de stam Benjamin
Mozes zegent de stam Jozef
Mozes zegent de stammen Zebulon en Issachar
Mozes zegent de stam Gad
Mozes zegent de stam Dan
Mozes zegent de stam Naftali
Mozes zegent de stam Aser
De Heer zal zijn volk beschermen
Mozes gaat de berg Nebo op
Mozes sterft
De Israëlieten rouwen
Mozes was een belangrijke profeet
Jozua
De Heer helpt Jozua
Jozua moet sterk en dapper zijn
Het volk moet de Jordaan oversteken
De drie stammen luisteren naar Jozua
Jozua stuurt spionnen naar Jericho
Rachab verstopt de spionnen
Rachab wil haar familie redden
Rachab krijgt een rood touw
De spionnen vertellen alles aan Jozua
De heilige kist wijst de weg
De Heer maakt een pad door de Jordaan
Het water stopt met stromen
Twaalf mannen maken een monument
Jozua maakt ook een monument
De priesters lopen voorop
De rivier stroomt weer vol
Veel koningen zijn bang voor Israël
Jozua laat alle mannen besnijden
De Israëlieten vieren het Paasfeest
Jozua ontmoet Gods legerleider
Jericho moet veroverd worden
Het volk loopt om Jericho heen
Het volk doet zes dagen hetzelfde
De zevende dag
De Israëlieten veroveren Jericho
Achan houdt iets voor zichzelf
Er worden 36 Israëlieten gedood
Jozua is wanhopig
De Heer vertelt waarom hij boos is
Jozua moet het volk bij elkaar roepen
De Heer wijst Achan aan
Achan vertelt wat hij gedaan heeft
Achan en zijn familie worden gedood
Jozua moet de stad Ai aanvallen
Een deel van het volk verstopt zich
De Israëlieten gaan op weg naar Ai
De mannen van Ai verlaten de stad
De Israëlieten veroveren Ai
Alle inwoners worden gedood
Jozua maakt een altaar voor de Heer
Jozua zegent alle Israëlieten
Het plan om Israël aan te vallen
De Chiwwieten bedenken een ander plan
Jozua sluit vrede met de Chiwwieten
De Israëlieten ontdekken de waarheid
De Chiwwieten worden slaven
Adonisedek vraagt vier koningen om hulp
De Amorieten vallen Gibeon aan
De Israëlieten verslaan de Amorieten
De zon en de maan staan stil
De vijf koningen worden ontdekt
De vijf koningen worden gedood
Jozua verovert Makkeda
Jozua verovert Libna
Jozua verovert Lachis
Jozua verovert Eglon
Jozua verovert Hebron
Jozua verovert Debir
Jozua verovert een groot gebied
Jabin wil de Israëlieten aanvallen
Jozua verslaat de koningen
Jozua verovert Hasor
Jozua verovert de andere steden
Jozua verovert het hele land
De oorlog duurt lang
Jozua verdeelt het land
Het gebied ten oosten van de Jordaan
Het gebied ten westen van de Jordaan
De koningen die verslagen zijn
Er moet meer land veroverd worden
Jozua moet het land verdelen
Het gebied ten oosten van de Jordaan
Het gebied van Ruben
Het gebied van Gad
Het gebied van de eerste helft van Manasse
De Levieten krijgen geen gebied
Het gebied ten westen van de Jordaan
Kaleb komt bij Jozua
Kaleb krijgt Hebron
De zuidgrens
De oostgrensDe noordgrens
De westgrens
Kaleb krijgt een deel van Juda
De steden in het zuiden
De steden in de heuvels
De steden in de bergen
De steden in de woestijn
De Jebusieten in Jeruzalem
Manasse en Efraïm krijgen een gebied
Het gebied van Efraïm
De Kanaänieten uit Gezer
De nakomelingen van Manasse
De dochters van Selofchad
De grenzen van het gebied Manasse
Steden in het gebied Issachar
Manasse en Efraïm willen meer land
Zeven stammen hebben nog geen gebied
Jozua wil weten hoe Kanaän eruitziet
Kanaän wordt verdeeld
De noordgrens
De westgrens
De zuidgrens
De oostgrens
De steden van Benjamin
Het gebied van Simeon
Het gebied van Zebulon
Het gebied van Issachar
Het gebied van Aser
Het gebied van Naftali
Het gebied van Dan
Het hele land is verdeeld
Er moeten vluchtsteden komen
De zes vluchtsteden
De Levieten willen steden
De steden worden verdeeld
De nakomelingen van Aäron
De andere Levieten die afstammen van Kehat
De Levieten die afstammen van Gerson
De Levieten die afstammen van Merari
Vrede voor Israël
Ruben, Gad en Manasse mogen terug
De drie stammen moeten trouw blijven
De drie stammen bouwen een altaar
Pinechas en de leiders worden boos
De drie stammen geven antwoord
Het altaar is bedoeld als teken
Pinechas gelooft de drie stammen
Jozua roept iedereen bij elkaar
Het volk moet trouw zijn aan de Heer
Als het volk ontrouw is
De voorouders van de Israëlieten
De tijd ten oosten van de Jordaan
De tijd ten westen van de Jordaan
Jozua waarschuwt de Israëlieten
De Israëlieten zullen de Heer dienen
Jozua zet een steen rechtop
Jozua sterft
Eleazar sterft
Rechters
De stammen Juda en Simeon helpen elkaar
Adonibezek wordt gevangengenomen
Juda gaat verder naar het zuiden
Juda verovert nog meer gebieden
De stam Benjamin gaat naar Jeruzalem
De stammen Efraïm en Manasse
Niet alle Kanaänieten worden verjaagd
Het gebied van de Amorieten
Een engel spreekt tegen het volk
Vroeger was het volk trouw
Later werd het volk ontrouw
De Heer straft de Israëlieten
De Heer geeft het volk rechters
De Heer wil het volk niet meer helpen
De volken die in het land bleven
Otniël wordt rechter
Ehud wordt rechter
Ehud gaat naar koning Eglon
Ehud doodt de koning
Ehud verslaat de Moabieten
Samgar wordt rechter
Debora wordt rechter
Barak moet Sisera aanvallen
De Keniet Cheber
Barak verslaat het leger van Sisera
Sisera verstopt zich bij Cheber
De dood van Sisera
Dank de Heer
Israël had geen leiders meer
Zing voor de Heer
Het volk gaat op weg
Niet alle stammen vechten mee
De koningen van Kanaän vallen aan
Jaël doodt Sisera
Sisera’s moeder wacht op haar zoon
De vijanden zullen sterven
De Midjanieten vallen Israël aan
Een boodschap van de Heer
Een engel komt bij Gideon
De Heer spreekt tegen Gideon
Gideon vraagt om een teken
Het teken van de Heer
Gideon krijgt een opdracht
De inwoners van de stad zijn boos
Baäl moet zichzelf maar redden
Gideon roept de Israëlieten bij elkaar
Gideon vraagt weer om een teken
Gideon moet zijn leger kleiner maken
Het leger moet nog kleiner worden
Gideon gaat naar het kamp van de vijand
De droom van de Midjaniet
Het plan van Gideon
Gideon valt aan
De Midjanieten vluchten
Efraïm houdt de Midjanieten tegen
De mannen van Efraïm zijn boos
In Sukkot krijgt Gideon geen hulp
In Penuel krijgt Gideon ook geen hulp
Gideon grijpt de koningen van Midjan
Gideon straft Sukkot en Penuel
Gideon doodt de koningen van Midjan
Gideon wil geen koning zijn
Gideon maakt een afgod
De dood van Gideon
De Israëlieten gaan Baäl weer vereren
Abimelech wil koning worden
Abimelech doodt zijn broers
Het verhaal van Jotam
Jotams familie is onrecht aangedaan
Ruzie tussen de leiders en Abimelech
Gaäl wil Abimelech wegjagen
Zebul waarschuwt Abimelech
Het leger van Abimelech verslaat Gaäl
Abimelech doodt de inwoners van Sichem
Abimelech doodt de inwoners van Migdal-Sichem
De dood van Abimelech
Tola wordt rechter
Jaïr wordt rechter
Israël wordt onderdrukt
De Israëlieten vragen de Heer om hulp
De Israëlieten hebben spijt
De Ammonieten staan klaar
De leiders van Gilead gaan naar Jefta
Jefta moet de Israëlieten helpen
Jefta wordt de baas over Gilead
Jefta stuurt boodschappers
Israël is niet in Edom en Moab geweest
Israël heeft de Amorieten verslagen
De Heer heeft land aan Israël gegeven
Jefta verzamelt zijn leger
De belofte van Jefta
De dochter van Jefta
De mannen uit Efraïm zijn boos
Jefta vecht tegen de mannen uit Efraïm
Ibsan wordt rechter
Elon wordt rechter
Abdon wordt rechter
De vrouw van Manoach heeft geen kind
Een engel belooft een kind
Manoach hoort het nieuws
De engel komt voor de tweede keer
De engel vertrekt
Simson wordt geboren
Simson wil een vrouw uit Timna
Bij Timna doodt Simson een leeuw
Simson vindt honing in de dode leeuw
Simson geeft een raadsel op
Het raadsel wordt niet opgelost
Simson vertelt de oplossing
Simson doodt dertig FilistijnenSimson laat zijn vrouw achter
Simson mag zijn vrouw niet meer zien
Simson is kwaad
De Filistijnen doden Simsons vrouw
Simson neemt wraak
De Filistijnen zoeken Simson
Simson doodt duizend Filistijnen
De Heer zorgt voor Simson
Simson ontsnapt uit Gaza
De Filistijnen willen Simson grijpen
Delila bindt Simson vast
Delila bindt Simson weer vast
Delila maakt Simson nog een keer vast
Simson vertelt zijn geheim aan Delila
Delila knipt Simsons haar af
Simson komt in de gevangenis
De Filistijnen vieren feest
Simson wordt naar de tempel gebracht
Simson en de Filistijnen sterven
De begrafenis van Simson
Micha’s moeder laat een beeld maken
Een Leviet wordt priester bij Micha
Vijf mannen komen bij Micha
De vijf mannen ontdekken Laïs
De families van Dan vertrekken
Micha’s godenbeelden worden gestolen
Micha wil de godenbeelden terug
Laïs wordt veroverd
Het godenbeeld blijft in Dan
Een Leviet krijgt ruzie met zijn vrouw
De vader wil dat de Leviet blijft
De Leviet vertrekt toch
De Leviet komt aan in Gibea
De vrouw wordt verkracht
De Leviet snijdt zijn vrouw in stukken
De Israëlieten komen bij elkaar
De Leviet legt uit wat er gebeurd is
De Israëlieten nemen een besluit
De mannen uit Benjamin willen vechten
De Israëlieten worden verslagen
De Israëlieten worden weer verslagen
De Benjaminieten doen weer een aanval
De verstopte soldaten komen tevoorschijn
De Benjaminieten worden verslagen
De Israëlieten vernietigen alles
Een plechtige belofte
De Israëlieten brengen offers
De mannen uit Jabes worden gedood
Vrede met de stam Benjamin
Een oplossing voor de Benjaminieten
Iedereen gaat terug naar huis
Ruth
Elimelech en zijn familie
De mannen sterven in Moab
Noömi gaat terug
Ruth en Orpa moeten in Moab blijven
Ruth gaat met Noömi mee
Noömi en Ruth komen in Betlehem
Ruth gaat koren oprapen
Boaz komt op het land
Boaz en Ruth ontmoeten elkaar
Boaz zorgt goed voor Ruth
Ruth komt thuis
Noömi heeft een plan
Ruth vraagt Boaz om hulp
Boaz vindt Ruth een geweldige vrouw
Ruth gaat weer naar huis
Iemand moet het land van Noömi kopen
Ruth hoort bij het land
Boaz koopt het land
Iedereen wenst Boaz geluk
Ruth krijgt een zoon
Ruth is familie van David
1 Samuel
De familie van Elkana
Elkana gaat naar de stad Silo
Hanna bidt tot de Heer
Eli denkt dat Hanna dronken is
Hanna krijgt een zoon
Hanna gaat niet mee naar de tempel
Samuel wordt naar Silo gebracht
Hanna dankt de Heer
Samuel blijft in Silo
De zonen van Eli gedragen zich slecht
Eli zegent de ouders van Samuel
Eli praat met zijn zonen
De Heer is kwaad op Eli
De Heer straft de familie van Eli
De Heer geeft een teken
De Heer roept Samuel
De Heer roept Samuel nog twee keer
Samuel luistert naar de Heer
Eli vraagt wat de Heer gezegd heeft
De Heer helpt Samuel
De Israëlieten beginnen een oorlog
De Israëlieten halen de heilige kist
De Filistijnen worden bang
De Filistijnen winnen de strijd
Eli wacht op nieuws
Eli sterft
De vrouw van Pinechas krijgt een kind
De Filistijnen nemen de heilige kist mee
De Heer straft Asdod
De Heer straft Gat en Ekron
De Filistijnen willen de heilige kist terugsturen
De Filistijnen geven geschenken
De Filistijnen maken een wagen
De Filistijnen sturen de heilige kist terug
De heilige kist is terug in Israël
De Heer straft Bet-Semes
De Israëlieten hebben spijt
De Israëlieten moeten naar Mispa gaan
Samuel vraagt de Heer om hulp
De Filistijnen verliezen de strijd
Samuel is de leider van Israël
De Israëlieten vragen om een koning
Samuel moet doen wat het volk wil
Samuel waarschuwt de Israëlieten
Een koning heeft nog meer rechten
De Israëlieten willen toch een koning
De familie van Saul
De ezels van Kis zijn weggelopen
De knecht wil Samuel om hulp vragen
Saul en de knecht gaan naar Samuel
De Heer had Samuel over Saul verteld
Samuel wil dat Saul met hem meegaat
Saul eet met Samuel van het offer
Samuel maakt Saul koning
Saul krijgt de geest van God
De voorspelling van Samuel komt uit
Saul vertelt wat er gebeurd is
God kiest een koning
De mensen zoeken Saul
Iedereen gaat terug naar huis
Koning Nachas omsingelt Jabes
De inwoners van Jabes zoeken hulp
Saul redt de inwoners van Jabes
Saul wordt koning
Samuel stelt de nieuwe koning voor
Samuel heeft nooit iets verkeerds gedaan
De bevrijding uit Egypte
De vijanden van Israël
Israël moet trouw blijven aan de Heer
Israël krijgt een teken
Israël hoeft niet bang te zijn
Iedereen moet trouw zijn aan de Heer
Saul kiest een leger uit
Jonatan valt de Filistijnen aan
De Filistijnen verzamelen zich
Saul brengt een offer
Samuel is boos op Saul
De Filistijnen vallen het land aan
De Israëlieten hebben geen wapens
Het kamp van Saul
Jonatan gaat weg uit het kamp
Jonatan laat zich zien
Jonatan doodt twintig Filistijnen
De Filistijnen worden bang
De Filistijnen worden verslagen
De Israëlieten hebben honger
De Israëlieten eten vlees met bloed
Saul vraagt God om raad
Jonatan heeft iets verkeerds gedaan
Jonatan hoeft niet te sterven
De vijanden van Saul
De familie van Saul
Saul krijgt een opdracht van de Heer
Saul verslaat de Amalekieten
Saul laat koning Agag in leven
Samuel wordt kwaad
Saul heeft niet naar de Heer geluisterd
Saul geeft zijn fout toe
Saul mag geen koning meer zijn
Samuel doodt koning Agag
Samuel moet naar Isaï gaan
Samuel ontmoet de zonen van Isaï
Samuel ontmoet David
Saul krijgt last van een kwade geest
David komt voor Saul werken
Een nieuwe oorlog
Er komt een sterke soldaat naar voren
Goliat wil vechten
Davids broers zijn soldaten
David gaat op bezoek bij zijn broers
De Israëlieten zijn bang voor Goliat
David stelt vragen aan de soldaten
David wil tegen Goliat vechten
David is niet gewend aan een harnas
David vertrouwt op de Heer
David verslaat Goliat
Saul wil weten wie Davids vader is
David en Jonatan worden vrienden
Saul wordt jaloers op David
Saul probeert David te doden
Saul wil dat David met Merab trouwt
Saul wil dat David met Michal trouwt
David krijgt een gevaarlijke opdracht
Saul is erg bang voor David
Saul wil David doden
Jonatan houdt zijn vader tegen
Saul wil David toch doden
Michal helpt David
De dienaren ontdekken het beeld
David vlucht naar Samuel
Saul gaat David zelf halen
David gaat naar Jonatan
David zegt wat Jonatan moet doen
Jonatan en David maken een afspraak
Jonatan vertelt zijn plan
David is niet op het feest
Saul wordt woedend
Jonatan waarschuwt David
David vlucht naar Achimelech
David vraagt om eten
David vraagt om een wapen
David vlucht naar koning Achis
Er komen veel mensen naar David
David brengt zijn ouders naar Moab
Saul praat met zijn dienaren
Doëg vertelt wat hij gezien heeft
Saul beschuldigt Achimelech
Saul laat de priesters doden
Abjatar vlucht naar David
David redt de inwoners van Keïla
Saul probeert David te doden
Jonatan komt op bezoek bij David
De inwoners van Zif verraden David
Saul kan David bijna gevangennemen
David kan Saul doden
David wil Saul geen kwaad doen
Saul heeft spijt
De dood van Samuel
Nabal is een rijke man
David vraagt Nabal om een beloning
Nabal wil niets aan David geven
Abigaïl hoort wat er gebeurd is
Abigaïl gaat op weg naar David
Abigaïl spreekt tegen David
David geeft Abigaïl antwoord
Nabal sterft
David trouwt met Abigaïl
David wordt opnieuw verraden
David gaat naar het kamp van Saul
David kan dicht bij Saul komen
Abner heeft Saul niet goed bewaakt
David wil Saul geen kwaad doen
Saul heeft spijt
David vlucht naar de Filistijnen
David gaat in Siklag wonen
David bedriegt koning Achis
Achis wil dat David voor hem vecht
Saul is doodsbangSaul roept de geest van Samuel op
Saul zal verslagen worden
Saul schrikt van Samuels woorden
David mag niet meevechten
Achis stuurt David terug naar Siklag
David komt terug in Siklag
David vraagt de Heer om raad
David gaat de Amalekieten zoeken
David verslaat de Amalekieten
De spullen worden eerlijk verdeeld
Geschenken voor de leiders van Juda
Saul en zijn zonen sterven
Alle Israëlieten vluchten
Saul en zijn zonen worden opgehangen
Saul en zijn zonen worden begraven
2 Samuel
Saul en Jonatan zijn gedood
De man zegt dat hij Saul gedood heeft
David laat de man doden
David zingt een klaaglied
David gaat naar de stad Hebron
David bedankt de inwoners van Jabes
Isboset wordt koning van Israël
De strijd tussen Abner en Joab
Abner doodt Asaël
Joab achtervolgt Abner niet langer
David heeft de strijd gewonnen
David wordt steeds machtiger
David krijgt in Hebron zes zonen
Abner wordt kwaad op Isboset
Abner gaat met David samenwerken
Abner wil dat David koning wordt
Joab doodt Abner
David hoopt dat Joab gestraft wordt
David rouwt om Abner
David hoopt dat Joab gestraft wordt
Isboset is bang
Jonatans zoon Mefiboset
Isboset wordt vermoord
David straft de twee mannen
David wordt koning van Israël
David verovert een deel van Jeruzalem
David wordt steeds machtiger
David krijgt nog meer kinderen
David verslaat de Filistijnen
David verslaat de Filistijnen opnieuw
David haalt de heilige kist op
De Heer doodt Uzza
David is bang
David brengt de heilige kist naar Jeruzalem
De heilige kist komt aan in Jeruzalem
Michal is boos op David
David wil een huis bouwen voor de Heer
De Heer beschermt David en zijn volk
Davids familie zal altijd regeren
David is verbaasd dat hij gekozen is
God is machtig
David vraagt God om steun
David verslaat de Filistijnen en de Moabieten
David verslaat Hadadezer en de Arameeërs
David krijgt geschenken
David verslaat de Edomieten
Davids belangrijkste ambtenaren
David is goed voor Sauls familie
David ontmoet Mefiboset
David is goed voor Mefiboset
David stuurt dienaren naar Chanun
Chanun neemt Davids dienaren gevangen
De Ammonieten verzamelen soldaten
Joab verdeelt zijn leger in groepen
De Arameeërs zoeken nog meer soldaten
David verslaat het leger uit Aram
David stuurt zijn leger naar Rabba
David ziet Batseba
Batseba is zwanger
Uria slaapt niet bij Batseba
David zorgt dat Uria gedood wordt
Joab vertelt David het slechte nieuws
David wordt niet boos op Joab
Batseba wordt Davids vrouw
Een verhaal over twee mannen
David is kwaad op de rijke man
David is net als de rijke man
God zal David ongelukkig maken
Het kind van David en Batseba sterft
David weet dat zijn zoon dood is
David wil weer eten
Batseba en David krijgen nog een zoon
David kan Rabba veroveren
David verovert alle steden in Ammon
Amnon is verliefd op Tamar
Amnon doet alsof hij ziek is
Tamar komt bij Amnon
Amnon stuurt Tamar weg
Tamar gaat bij Absalom wonen
Absalom nodigt de zonen van David uit
Amnon wordt gedood
David denkt dat al zijn zonen dood zijn
David wil Absalom gevangennemen
Joab stuurt een vrouw naar David
De vrouw vertelt dat ze in gevaar is
David belooft dat hij haar zal beschermen
De vrouw stelt een vraag aan David
David begrijpt dat Joab erachter zit
David laat Absalom terugkomen
Absalom is een knappe man
Absalom steekt Joabs akker in brand
Absalom mag bij David komen
Absalom doet aardig tegen alle mensen
De groep rond Absalom wordt groter
David vlucht voor Absalom
David wil dat Ittai teruggaat
David stuurt de heilige kist terug
David is verdrietig
David stuurt Chusai naar Jeruzalem
David komt Siba tegen
David komt Simi tegen
David laat Simi schreeuwen
Chusai komt bij Absalom
Absalom vraagt Achitofel om raad
Achitofel doet een voorstel
Chusai vindt het een slecht voorstel
Chusai heeft een ander voorstel
Chusai stuurt David een bericht
Jonatan en Achimaäs verstoppen zich
Jonatan en Achimaäs gaan naar David
Achitofel pleegt zelfmoord
Absalom maakt Amasa legerleider
David en zijn soldaten krijgen eten
David verdeelt zijn leger in groepen
Davids leger wint van de Israëlieten
Absalom blijft vastzitten in een boom
Joab en zijn knechten doden Absalom
De Steen van Absalom
Achimaäs wil naar David
David verwacht goed nieuws
David krijgt slecht nieuws
David huilt om Absalom
Joab wil dat David stopt met huilen
De Israëlieten willen David terug
David wil dat de Judeeërs hem terughalen
David komt bij de Jordaan
David vergeeft Simi
Mefiboset vertelt wat er gebeurd is
David wil dat Barzillai meegaat
Barzillai gaat niet mee
De Israëlieten zijn jaloers
Seba komt in opstand tegen David
Abisai en Joab gaan Seba achtervolgen
Joab doodt Amasa
De soldaten blijven staan
Joabs leger omsingelt Abel-Bet-Maächa
Een vrouw vraagt om vrede
Seba’s hoofd wordt over de muur gegooid
Davids belangrijkste ambtenaren
Saul heeft de Gibeonieten vermoord
David wil vrede met de Gibeonieten
David wil dat Mefiboset blijft leven
Rispa blijft bij de doden
Alle lichamen worden begraven
Het leger van David doodt Refaïeten
De Heer redt mij van mijn vijanden
De Heer was woedend
De Heer redt mij
De Heer helpt mij
De Heer geeft mij kracht
Ik versla mijn vijanden
Alle volken gehoorzamen mij
Dank de Heer
Davids laatste woorden
De drie beroemdste soldaten van David
De dapperste legerleiders van David
De legerleiders Abisai en Benaja
Alle andere belangrijke soldaten
David laat alle sterke mannen tellen
Joab telt alle sterke mannen
David kan kiezen uit drie straffen
Het volk wordt gestraft met de pest
David brengt offers aan de Heer
1 Koningen
Koning David is oud
Adonia wil koning worden
Adonia probeert steun te krijgen