Polls
-
Johannes 2:1-12
Jezus doet een wonder in Kana Jezus is op een bruiloft in Kana 1 Twee dagen later was er een bruiloft in Kana, een plaats in Galilea. De moeder van Jezus was op het feest, …
lees meerJohannes 2:1-12Jezus doet een wonder in Kana
Jezus is op een bruiloft in Kana
1 Twee dagen later was er een bruiloft in Kana, een plaats in Galilea. De moeder van Jezus was op het feest, 2 en ook Jezus en zijn leerlingen waren uitgenodigd.
3 Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus: ‘Ze hebben geen wijn meer!’ 4 Jezus zei tegen haar: ‘Bemoei u niet met wat ik moet doen. Het juiste moment voor mij is nog niet gekomen.’ 5 Toen zei de moeder van Jezus tegen de dienaren op het feest: ‘Doe precies wat hij zegt.’
Jezus maakt van water wijn
6 Er stonden daar zes stenen waterbakken. In elke bak kon ongeveer 100 liter water. Met dat water konden mensen zich wassen volgens de regels van de Joodse godsdienst. 7 Jezus zei tegen de dienaren: ‘Vul die bakken met water.’ De dienaren vulden de bakken tot de rand.
8 Toen zei Jezus: ‘Haal er nu wat uit en breng dat naar de leider van het feest.’ De dienaren deden wat Jezus zei. 9 De leider van het feest proefde van het water. Het was wijn geworden! De dienaren die het water gebracht hadden, wisten waar het vandaan kwam. Maar de leider van het feest wist dat niet. Hij riep de bruidegom 10 en zei: ‘Iedereen geeft zijn gasten eerst de beste wijn. De minder goede wijn geeft hij daarna, als de gasten al dronken zijn. Maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard!’
11 Dit wonder in Kana, in Galilea, was het eerste wonder dat Jezus deed. Zo liet hij zijn hemelse macht zien. En zijn leerlingen geloofden in hem.
12 Daarna ging Jezus naar de stad Kafarnaüm, samen met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen. Daar bleven ze een paar dagen.
-
Johannes 10:11-16
Jezus is de goede herder 11 Jezus zei: ‘Ik ben de goede herder. Luister! Een goede herder geeft zijn leven om zijn schapen te redden. 12-13 Maar iemand die ervoor betaald wordt om op de …
lees meerJohannes 2:1-12Jezus doet een wonder in Kana
Jezus is op een bruiloft in Kana
1 Twee dagen later was er een bruiloft in Kana, een plaats in Galilea. De moeder van Jezus was op het feest, 2 en ook Jezus en zijn leerlingen waren uitgenodigd.
3 Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus: ‘Ze hebben geen wijn meer!’ 4 Jezus zei tegen haar: ‘Bemoei u niet met wat ik moet doen. Het juiste moment voor mij is nog niet gekomen.’ 5 Toen zei de moeder van Jezus tegen de dienaren op het feest: ‘Doe precies wat hij zegt.’
Jezus maakt van water wijn
6 Er stonden daar zes stenen waterbakken. In elke bak kon ongeveer 100 liter water. Met dat water konden mensen zich wassen volgens de regels van de Joodse godsdienst. 7 Jezus zei tegen de dienaren: ‘Vul die bakken met water.’ De dienaren vulden de bakken tot de rand.
8 Toen zei Jezus: ‘Haal er nu wat uit en breng dat naar de leider van het feest.’ De dienaren deden wat Jezus zei. 9 De leider van het feest proefde van het water. Het was wijn geworden! De dienaren die het water gebracht hadden, wisten waar het vandaan kwam. Maar de leider van het feest wist dat niet. Hij riep de bruidegom 10 en zei: ‘Iedereen geeft zijn gasten eerst de beste wijn. De minder goede wijn geeft hij daarna, als de gasten al dronken zijn. Maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard!’
11 Dit wonder in Kana, in Galilea, was het eerste wonder dat Jezus deed. Zo liet hij zijn hemelse macht zien. En zijn leerlingen geloofden in hem.
12 Daarna ging Jezus naar de stad Kafarnaüm, samen met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen. Daar bleven ze een paar dagen.
Johannes 10:11-16Jezus is de goede herder
11 Jezus zei: ‘Ik ben de goede herder. Luister! Een goede herder geeft zijn leven om zijn schapen te redden. 12-13 Maar iemand die ervoor betaald wordt om op de schapen van een ander te passen, doet dat niet. Dat is geen echte herder. Hij zorgt niet goed voor de schapen, want ze zijn niet van hem. Als er een wolf aan komt, laat zo iemand de schapen in de steek en vlucht weg. Dan valt de wolf de schapen aan en jaagt ze uit elkaar.
14-15 Ik ben de goede herder. Zoals een herder voor zijn schapen zorgt, zo zorg ik voor de mensen die bij mij horen. Ik geef mijn leven voor die mensen. Want ik ken hen, en zij kennen mij. Net zoals ik de Vader van dichtbij ken, en zoals hij mij van dichtbij kent.
16 Ook buiten Israël zijn er mensen die bij mij horen. Ook voor hen moet ik zorgen. En ook zij zullen naar mij luisteren en mijn volgelingen worden. Alle mensen die bij mij horen, zullen één grote kudde met één herder zijn.’
Welke tekst wil je volgende week lezen?Een Samaritaan helpt - Lucas 10:25-3752%106Het voorbeeld van de zoon die weggaat Lucas 15:11-3247%96 -
Psalm 121
1 Een lied voor de reis naar Jeruzalem De Heer zal je beschermen Ik kijk omhoog naar de bergen. Daar komt mijn hulp vandaan. 2 Daar is de Heer, hij helpt mij. Hij heeft de …
lees meerJohannes 2:1-12Jezus doet een wonder in Kana
Jezus is op een bruiloft in Kana
1 Twee dagen later was er een bruiloft in Kana, een plaats in Galilea. De moeder van Jezus was op het feest, 2 en ook Jezus en zijn leerlingen waren uitgenodigd.
3 Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus: ‘Ze hebben geen wijn meer!’ 4 Jezus zei tegen haar: ‘Bemoei u niet met wat ik moet doen. Het juiste moment voor mij is nog niet gekomen.’ 5 Toen zei de moeder van Jezus tegen de dienaren op het feest: ‘Doe precies wat hij zegt.’
Jezus maakt van water wijn
6 Er stonden daar zes stenen waterbakken. In elke bak kon ongeveer 100 liter water. Met dat water konden mensen zich wassen volgens de regels van de Joodse godsdienst. 7 Jezus zei tegen de dienaren: ‘Vul die bakken met water.’ De dienaren vulden de bakken tot de rand.
8 Toen zei Jezus: ‘Haal er nu wat uit en breng dat naar de leider van het feest.’ De dienaren deden wat Jezus zei. 9 De leider van het feest proefde van het water. Het was wijn geworden! De dienaren die het water gebracht hadden, wisten waar het vandaan kwam. Maar de leider van het feest wist dat niet. Hij riep de bruidegom 10 en zei: ‘Iedereen geeft zijn gasten eerst de beste wijn. De minder goede wijn geeft hij daarna, als de gasten al dronken zijn. Maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard!’
11 Dit wonder in Kana, in Galilea, was het eerste wonder dat Jezus deed. Zo liet hij zijn hemelse macht zien. En zijn leerlingen geloofden in hem.
12 Daarna ging Jezus naar de stad Kafarnaüm, samen met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen. Daar bleven ze een paar dagen.
Johannes 10:11-16Jezus is de goede herder
11 Jezus zei: ‘Ik ben de goede herder. Luister! Een goede herder geeft zijn leven om zijn schapen te redden. 12-13 Maar iemand die ervoor betaald wordt om op de schapen van een ander te passen, doet dat niet. Dat is geen echte herder. Hij zorgt niet goed voor de schapen, want ze zijn niet van hem. Als er een wolf aan komt, laat zo iemand de schapen in de steek en vlucht weg. Dan valt de wolf de schapen aan en jaagt ze uit elkaar.
14-15 Ik ben de goede herder. Zoals een herder voor zijn schapen zorgt, zo zorg ik voor de mensen die bij mij horen. Ik geef mijn leven voor die mensen. Want ik ken hen, en zij kennen mij. Net zoals ik de Vader van dichtbij ken, en zoals hij mij van dichtbij kent.
16 Ook buiten Israël zijn er mensen die bij mij horen. Ook voor hen moet ik zorgen. En ook zij zullen naar mij luisteren en mijn volgelingen worden. Alle mensen die bij mij horen, zullen één grote kudde met één herder zijn.’
Psalm 1211 Een lied voor de reis naar Jeruzalem
De Heer zal je beschermen
Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar komt mijn hulp vandaan.
2 Daar is de Heer, hij helpt mij.
Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.3 De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt.
Hij beschermt je, hij slaapt niet.
4 Hij slaapt nooit, hij let goed op.
Hij beschermt zijn volk Israël altijd.5 De Heer beschermt je.
Hij gaat met je mee,
bij hem ben je veilig.
6 Er overkomt je geen kwaad,
niet overdag en niet in de nacht.7 De Heer zal je steeds beschermen,
het kwaad zal je niet raken.
8 De Heer beschermt je,
overal, waar je ook gaat,
je leven lang.Welke tekst wil je volgende week lezen?De goede herder - Johannes 10: 11-1664%55Bruiloft in Kana - Johannes 2: 1-1236%31 -
Psalm 121
1 Een lied voor de reis naar Jeruzalem. De Heer zal je beschermen Ik kijk omhoog naar de bergen. Daar komt mijn hulp vandaan. 2 Daar is de Heer, hij helpt mij. Hij heeft de …
lees meerJohannes 2:1-12Jezus doet een wonder in Kana
Jezus is op een bruiloft in Kana
1 Twee dagen later was er een bruiloft in Kana, een plaats in Galilea. De moeder van Jezus was op het feest, 2 en ook Jezus en zijn leerlingen waren uitgenodigd.
3 Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus: ‘Ze hebben geen wijn meer!’ 4 Jezus zei tegen haar: ‘Bemoei u niet met wat ik moet doen. Het juiste moment voor mij is nog niet gekomen.’ 5 Toen zei de moeder van Jezus tegen de dienaren op het feest: ‘Doe precies wat hij zegt.’
Jezus maakt van water wijn
6 Er stonden daar zes stenen waterbakken. In elke bak kon ongeveer 100 liter water. Met dat water konden mensen zich wassen volgens de regels van de Joodse godsdienst. 7 Jezus zei tegen de dienaren: ‘Vul die bakken met water.’ De dienaren vulden de bakken tot de rand.
8 Toen zei Jezus: ‘Haal er nu wat uit en breng dat naar de leider van het feest.’ De dienaren deden wat Jezus zei. 9 De leider van het feest proefde van het water. Het was wijn geworden! De dienaren die het water gebracht hadden, wisten waar het vandaan kwam. Maar de leider van het feest wist dat niet. Hij riep de bruidegom 10 en zei: ‘Iedereen geeft zijn gasten eerst de beste wijn. De minder goede wijn geeft hij daarna, als de gasten al dronken zijn. Maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard!’
11 Dit wonder in Kana, in Galilea, was het eerste wonder dat Jezus deed. Zo liet hij zijn hemelse macht zien. En zijn leerlingen geloofden in hem.
12 Daarna ging Jezus naar de stad Kafarnaüm, samen met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen. Daar bleven ze een paar dagen.
Johannes 10:11-16Jezus is de goede herder
11 Jezus zei: ‘Ik ben de goede herder. Luister! Een goede herder geeft zijn leven om zijn schapen te redden. 12-13 Maar iemand die ervoor betaald wordt om op de schapen van een ander te passen, doet dat niet. Dat is geen echte herder. Hij zorgt niet goed voor de schapen, want ze zijn niet van hem. Als er een wolf aan komt, laat zo iemand de schapen in de steek en vlucht weg. Dan valt de wolf de schapen aan en jaagt ze uit elkaar.
14-15 Ik ben de goede herder. Zoals een herder voor zijn schapen zorgt, zo zorg ik voor de mensen die bij mij horen. Ik geef mijn leven voor die mensen. Want ik ken hen, en zij kennen mij. Net zoals ik de Vader van dichtbij ken, en zoals hij mij van dichtbij kent.
16 Ook buiten Israël zijn er mensen die bij mij horen. Ook voor hen moet ik zorgen. En ook zij zullen naar mij luisteren en mijn volgelingen worden. Alle mensen die bij mij horen, zullen één grote kudde met één herder zijn.’
Psalm 1211 Een lied voor de reis naar Jeruzalem
De Heer zal je beschermen
Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar komt mijn hulp vandaan.
2 Daar is de Heer, hij helpt mij.
Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.3 De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt.
Hij beschermt je, hij slaapt niet.
4 Hij slaapt nooit, hij let goed op.
Hij beschermt zijn volk Israël altijd.5 De Heer beschermt je.
Hij gaat met je mee,
bij hem ben je veilig.
6 Er overkomt je geen kwaad,
niet overdag en niet in de nacht.7 De Heer zal je steeds beschermen,
het kwaad zal je niet raken.
8 De Heer beschermt je,
overal, waar je ook gaat,
je leven lang.Psalm 1211 Een lied voor de reis naar Jeruzalem.
De Heer zal je beschermen
Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar komt mijn hulp vandaan.
2 Daar is de Heer, hij helpt mij.
Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.3 De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt.
Hij beschermt je, hij slaapt niet.
4 Hij slaapt nooit, hij let goed op.
Hij beschermt zijn volk Israël altijd.5 De Heer beschermt je.
Hij gaat met je mee,
bij hem ben je veilig.
6 Er overkomt je geen kwaad,
niet overdag en niet in de nacht.7 De Heer zal je steeds beschermen,
het kwaad zal je niet raken.
8 De Heer beschermt je,
overal, waar je ook gaat,
je leven lang. -
Psalm 84
1 Een lied van de Korachieten. Voor de zangleider. Op de wijs van het lied ‘De vrouw uit de stad Gat’. Het is goed in het huis van de Heer 2 Ik houd van uw …
lees meerJohannes 2:1-12Jezus doet een wonder in Kana
Jezus is op een bruiloft in Kana
1 Twee dagen later was er een bruiloft in Kana, een plaats in Galilea. De moeder van Jezus was op het feest, 2 en ook Jezus en zijn leerlingen waren uitgenodigd.
3 Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus: ‘Ze hebben geen wijn meer!’ 4 Jezus zei tegen haar: ‘Bemoei u niet met wat ik moet doen. Het juiste moment voor mij is nog niet gekomen.’ 5 Toen zei de moeder van Jezus tegen de dienaren op het feest: ‘Doe precies wat hij zegt.’
Jezus maakt van water wijn
6 Er stonden daar zes stenen waterbakken. In elke bak kon ongeveer 100 liter water. Met dat water konden mensen zich wassen volgens de regels van de Joodse godsdienst. 7 Jezus zei tegen de dienaren: ‘Vul die bakken met water.’ De dienaren vulden de bakken tot de rand.
8 Toen zei Jezus: ‘Haal er nu wat uit en breng dat naar de leider van het feest.’ De dienaren deden wat Jezus zei. 9 De leider van het feest proefde van het water. Het was wijn geworden! De dienaren die het water gebracht hadden, wisten waar het vandaan kwam. Maar de leider van het feest wist dat niet. Hij riep de bruidegom 10 en zei: ‘Iedereen geeft zijn gasten eerst de beste wijn. De minder goede wijn geeft hij daarna, als de gasten al dronken zijn. Maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard!’
11 Dit wonder in Kana, in Galilea, was het eerste wonder dat Jezus deed. Zo liet hij zijn hemelse macht zien. En zijn leerlingen geloofden in hem.
12 Daarna ging Jezus naar de stad Kafarnaüm, samen met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen. Daar bleven ze een paar dagen.
Johannes 10:11-16Jezus is de goede herder
11 Jezus zei: ‘Ik ben de goede herder. Luister! Een goede herder geeft zijn leven om zijn schapen te redden. 12-13 Maar iemand die ervoor betaald wordt om op de schapen van een ander te passen, doet dat niet. Dat is geen echte herder. Hij zorgt niet goed voor de schapen, want ze zijn niet van hem. Als er een wolf aan komt, laat zo iemand de schapen in de steek en vlucht weg. Dan valt de wolf de schapen aan en jaagt ze uit elkaar.
14-15 Ik ben de goede herder. Zoals een herder voor zijn schapen zorgt, zo zorg ik voor de mensen die bij mij horen. Ik geef mijn leven voor die mensen. Want ik ken hen, en zij kennen mij. Net zoals ik de Vader van dichtbij ken, en zoals hij mij van dichtbij kent.
16 Ook buiten Israël zijn er mensen die bij mij horen. Ook voor hen moet ik zorgen. En ook zij zullen naar mij luisteren en mijn volgelingen worden. Alle mensen die bij mij horen, zullen één grote kudde met één herder zijn.’
Psalm 1211 Een lied voor de reis naar Jeruzalem
De Heer zal je beschermen
Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar komt mijn hulp vandaan.
2 Daar is de Heer, hij helpt mij.
Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.3 De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt.
Hij beschermt je, hij slaapt niet.
4 Hij slaapt nooit, hij let goed op.
Hij beschermt zijn volk Israël altijd.5 De Heer beschermt je.
Hij gaat met je mee,
bij hem ben je veilig.
6 Er overkomt je geen kwaad,
niet overdag en niet in de nacht.7 De Heer zal je steeds beschermen,
het kwaad zal je niet raken.
8 De Heer beschermt je,
overal, waar je ook gaat,
je leven lang.Psalm 1211 Een lied voor de reis naar Jeruzalem.
De Heer zal je beschermen
Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar komt mijn hulp vandaan.
2 Daar is de Heer, hij helpt mij.
Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.3 De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt.
Hij beschermt je, hij slaapt niet.
4 Hij slaapt nooit, hij let goed op.
Hij beschermt zijn volk Israël altijd.5 De Heer beschermt je.
Hij gaat met je mee,
bij hem ben je veilig.
6 Er overkomt je geen kwaad,
niet overdag en niet in de nacht.7 De Heer zal je steeds beschermen,
het kwaad zal je niet raken.
8 De Heer beschermt je,
overal, waar je ook gaat,
je leven lang.Psalm 841 Een lied van de Korachieten. Voor de zangleider. Op de wijs van het lied ‘De vrouw uit de stad Gat’.
Het is goed in het huis van de Heer
2 Ik houd van uw huis, machtige Heer!
3 Ik verlang naar uw tempel, levende God.
Met heel mijn hart wil ik bij u zijn.4 Machtige Heer, mijn koning, mijn God,
zelfs mussen wonen in uw tempel.
Zwaluwen maken een nest bij uw altaar,
ze zorgen er voor hun jongen.
5 Gelukkig zijn mensen die wonen in uw huis,
want zij kunnen u altijd danken.6 Gelukkig zijn mensen die verlangen naar u,
want bij u vinden ze kracht.
7 Als ze door droge velden lopen,
worden die groen en fris.
Uw regen laat alles weer groeien.
8 Ze worden steeds sterker,
ze gaan door tot ze in Sion zijn.
Daar zullen ze u ontmoeten, God.De Heer beschermt zijn volk
9 Heer, machtige God, hoor mijn gebed.
God van Jakob, luister naar mij!
10 God, bescherm ons toch,
en zorg goed voor uw koning.11 Ik ben liever één dag in uw tempel
dan duizend dagen ergens anders.
Ik ben liever buiten bij de deur van uw huis
dan binnen bij slechte mensen.12 Heer, onze God,
u leidt ons, u beschermt ons.
U bent goed voor ons,
u maakt ons sterk.
U geeft ons geluk
als wij leven zoals u dat wilt.
13 Machtige Heer,
gelukkig zijn mensen die vertrouwen op u!Welke tekst wil je volgende week lezen?Een Samaritaan helpt - Lucas 10:25-3752%106Het voorbeeld van de zoon die weggaat Lucas 15:11-3247%96 -
Lucas 15: 11-32
11 Jezus gaf ook dit voorbeeld: ‘Een man had twee zonen. 12 De jongste zoon zei tegen zijn vader: ‘Vader, ik wil mijn deel van de erfenis nu hebben.’ De vader gaf hem wat hij …
lees meerJohannes 2:1-12Jezus doet een wonder in Kana
Jezus is op een bruiloft in Kana
1 Twee dagen later was er een bruiloft in Kana, een plaats in Galilea. De moeder van Jezus was op het feest, 2 en ook Jezus en zijn leerlingen waren uitgenodigd.
3 Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus: ‘Ze hebben geen wijn meer!’ 4 Jezus zei tegen haar: ‘Bemoei u niet met wat ik moet doen. Het juiste moment voor mij is nog niet gekomen.’ 5 Toen zei de moeder van Jezus tegen de dienaren op het feest: ‘Doe precies wat hij zegt.’
Jezus maakt van water wijn
6 Er stonden daar zes stenen waterbakken. In elke bak kon ongeveer 100 liter water. Met dat water konden mensen zich wassen volgens de regels van de Joodse godsdienst. 7 Jezus zei tegen de dienaren: ‘Vul die bakken met water.’ De dienaren vulden de bakken tot de rand.
8 Toen zei Jezus: ‘Haal er nu wat uit en breng dat naar de leider van het feest.’ De dienaren deden wat Jezus zei. 9 De leider van het feest proefde van het water. Het was wijn geworden! De dienaren die het water gebracht hadden, wisten waar het vandaan kwam. Maar de leider van het feest wist dat niet. Hij riep de bruidegom 10 en zei: ‘Iedereen geeft zijn gasten eerst de beste wijn. De minder goede wijn geeft hij daarna, als de gasten al dronken zijn. Maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard!’
11 Dit wonder in Kana, in Galilea, was het eerste wonder dat Jezus deed. Zo liet hij zijn hemelse macht zien. En zijn leerlingen geloofden in hem.
12 Daarna ging Jezus naar de stad Kafarnaüm, samen met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen. Daar bleven ze een paar dagen.
Johannes 10:11-16Jezus is de goede herder
11 Jezus zei: ‘Ik ben de goede herder. Luister! Een goede herder geeft zijn leven om zijn schapen te redden. 12-13 Maar iemand die ervoor betaald wordt om op de schapen van een ander te passen, doet dat niet. Dat is geen echte herder. Hij zorgt niet goed voor de schapen, want ze zijn niet van hem. Als er een wolf aan komt, laat zo iemand de schapen in de steek en vlucht weg. Dan valt de wolf de schapen aan en jaagt ze uit elkaar.
14-15 Ik ben de goede herder. Zoals een herder voor zijn schapen zorgt, zo zorg ik voor de mensen die bij mij horen. Ik geef mijn leven voor die mensen. Want ik ken hen, en zij kennen mij. Net zoals ik de Vader van dichtbij ken, en zoals hij mij van dichtbij kent.
16 Ook buiten Israël zijn er mensen die bij mij horen. Ook voor hen moet ik zorgen. En ook zij zullen naar mij luisteren en mijn volgelingen worden. Alle mensen die bij mij horen, zullen één grote kudde met één herder zijn.’
Psalm 1211 Een lied voor de reis naar Jeruzalem
De Heer zal je beschermen
Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar komt mijn hulp vandaan.
2 Daar is de Heer, hij helpt mij.
Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.3 De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt.
Hij beschermt je, hij slaapt niet.
4 Hij slaapt nooit, hij let goed op.
Hij beschermt zijn volk Israël altijd.5 De Heer beschermt je.
Hij gaat met je mee,
bij hem ben je veilig.
6 Er overkomt je geen kwaad,
niet overdag en niet in de nacht.7 De Heer zal je steeds beschermen,
het kwaad zal je niet raken.
8 De Heer beschermt je,
overal, waar je ook gaat,
je leven lang.Psalm 1211 Een lied voor de reis naar Jeruzalem.
De Heer zal je beschermen
Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar komt mijn hulp vandaan.
2 Daar is de Heer, hij helpt mij.
Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.3 De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt.
Hij beschermt je, hij slaapt niet.
4 Hij slaapt nooit, hij let goed op.
Hij beschermt zijn volk Israël altijd.5 De Heer beschermt je.
Hij gaat met je mee,
bij hem ben je veilig.
6 Er overkomt je geen kwaad,
niet overdag en niet in de nacht.7 De Heer zal je steeds beschermen,
het kwaad zal je niet raken.
8 De Heer beschermt je,
overal, waar je ook gaat,
je leven lang.Psalm 841 Een lied van de Korachieten. Voor de zangleider. Op de wijs van het lied ‘De vrouw uit de stad Gat’.
Het is goed in het huis van de Heer
2 Ik houd van uw huis, machtige Heer!
3 Ik verlang naar uw tempel, levende God.
Met heel mijn hart wil ik bij u zijn.4 Machtige Heer, mijn koning, mijn God,
zelfs mussen wonen in uw tempel.
Zwaluwen maken een nest bij uw altaar,
ze zorgen er voor hun jongen.
5 Gelukkig zijn mensen die wonen in uw huis,
want zij kunnen u altijd danken.6 Gelukkig zijn mensen die verlangen naar u,
want bij u vinden ze kracht.
7 Als ze door droge velden lopen,
worden die groen en fris.
Uw regen laat alles weer groeien.
8 Ze worden steeds sterker,
ze gaan door tot ze in Sion zijn.
Daar zullen ze u ontmoeten, God.De Heer beschermt zijn volk
9 Heer, machtige God, hoor mijn gebed.
God van Jakob, luister naar mij!
10 God, bescherm ons toch,
en zorg goed voor uw koning.11 Ik ben liever één dag in uw tempel
dan duizend dagen ergens anders.
Ik ben liever buiten bij de deur van uw huis
dan binnen bij slechte mensen.12 Heer, onze God,
u leidt ons, u beschermt ons.
U bent goed voor ons,
u maakt ons sterk.
U geeft ons geluk
als wij leven zoals u dat wilt.
13 Machtige Heer,
gelukkig zijn mensen die vertrouwen op u!Lucas 15: 11-3211 Jezus gaf ook dit voorbeeld: ‘Een man had twee zonen. 12 De jongste zoon zei tegen zijn vader: ‘Vader, ik wil mijn deel van de erfenis nu hebben.’ De vader gaf hem wat hij vroeg. 13 Een paar dagen later pakte de zoon al zijn spullen bij elkaar en ging weg. Hij ging naar een ver land. Daar gaf hij al zijn geld uit aan een leven vol plezier.
14 Toen alles op was, kwam er een grote hongersnood in dat verre land. De zoon had niets meer te eten. 15 Daarom ging hij werken bij één van de mensen in dat land. Die stuurde hem naar het veld om op de varkens te passen. 16 De zoon had zo’n honger dat hij zelfs het varkensvoer op wilde eten. Maar niemand gaf hem iets. 17 Toen dacht hij: Thuis hebben zelfs de armste knechten altijd genoeg te eten. En ik ga hier dood van de honger! 18 Ik zal naar mijn vader teruggaan en tegen hem zeggen: ‘Vader, ik heb me slecht gedragen tegenover God en tegenover u. 19 Ik verdien het niet meer om uw zoon te zijn. Behandel mij voortaan net zoals uw armste knechten.’
20 Toen ging de zoon terug naar zijn vader.
De vader is blij dat de zoon terug is
De vader zag zijn zoon al vanuit de verte aankomen. En meteen kreeg hij medelijden. Hij rende naar zijn zoon toe, sloeg zijn armen om hem heen en kuste hem. 21 De zoon zei: ‘Vader, ik heb me slecht gedragen tegenover God en tegenover u. Ik verdien het niet meer om uw zoon te zijn.’
22 Maar de vader zei tegen zijn knechten: ‘Haal snel mijn mooiste jas voor mijn zoon en trek hem die aan. Doe een ring om zijn vinger en doe schoenen aan zijn voeten. 23 Haal het vetste kalf en slacht het. We gaan eten en feestvieren! 24 Want mijn zoon was dood, maar nu leeft hij weer. Ik was hem kwijt, maar ik heb hem weer gevonden.’ Toen gingen ze feestvieren.
De oudste zoon is kwaad
25 De oudste zoon was nog op het land. Toen hij thuiskwam, hoorde hij dat er muziek gemaakt werd, en dat er werd gedanst. 26 Hij riep één van de knechten en vroeg waarom er feest was. 27 De knecht zei: ‘Je broer leeft nog! Hij is terug, en je vader heeft het vetste kalf laten slachten.’
28 Toen werd de oudste zoon kwaad. Hij wilde niet naar binnen gaan. Zijn vader kwam naar hem toe en zei: ‘Ga toch mee naar binnen.’ 29 Maar de zoon antwoordde: ‘Ik werk nu al heel veel jaren voor u. En ik heb altijd gedaan wat u van mij vroeg. Toch hebt u voor mij nooit een dier laten slachten. Niet eens een geitje om feest te vieren met mijn vrienden. 30 Maar nu komt die zoon van u thuis en voor hem slacht u het vetste kalf! Terwijl hij uw geld heeft uitgegeven aan de hoeren.’
31 Toen zei de vader: ‘Lieve jongen, jou heb ik altijd bij me. En alles wat van mij is, is van jou. 32 Maar we kunnen niet anders dan blij zijn en feestvieren. Want je broer was dood, maar hij leeft weer. We waren hem kwijt, maar nu hebben we hem weer gevonden.’’
Welke tekst wil je volgende week lezen?Het is goed in het huis van de Heer - Psalm 8440%40De Heer zal je beschermen - Psalm 12160%59
De komst van de Bijbel in Gewone Taal is mogelijk gemaakt dankzij de steun van leden en donateurs van het NBG. Het NBG vertaalt & verspreidt de Bijbel sinds 1814.
© 2013 – 2021 Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Gebruiksvoorwaarden Privacyverklaring