Polls Ga terug naar het overzicht
12 September 2014

Johannes 2:1-12

Jezus doet een wonder in Kana

Jezus is op een bruiloft in Kana

1 Twee dagen later was er een bruiloft in Kana, een plaats in Galilea. De moeder van Jezus was op het feest, 2 en ook Jezus en zijn leerlingen waren uitgenodigd.

3 Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus: ‘Ze hebben geen wijn meer!’ 4 Jezus zei tegen haar: ‘Bemoei u niet met wat ik moet doen. Het juiste moment voor mij is nog niet gekomen.’ 5 Toen zei de moeder van Jezus tegen de dienaren op het feest: ‘Doe precies wat hij zegt.’

Jezus maakt van water wijn

6 Er stonden daar zes stenen waterbakken. In elke bak kon ongeveer 100 liter water. Met dat water konden mensen zich wassen volgens de regels van de Joodse godsdienst. 7 Jezus zei tegen de dienaren: ‘Vul die bakken met water.’ De dienaren vulden de bakken tot de rand.

8 Toen zei Jezus: ‘Haal er nu wat uit en breng dat naar de leider van het feest.’ De dienaren deden wat Jezus zei. 9 De leider van het feest proefde van het water. Het was wijn geworden! De dienaren die het water gebracht hadden, wisten waar het vandaan kwam. Maar de leider van het feest wist dat niet. Hij riep de bruidegom 10 en zei: ‘Iedereen geeft zijn gasten eerst de beste wijn. De minder goede wijn geeft hij daarna, als de gasten al dronken zijn. Maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard!’

11 Dit wonder in Kana, in Galilea, was het eerste wonder dat Jezus deed. Zo liet hij zijn hemelse macht zien. En zijn leerlingen geloofden in hem.

12 Daarna ging Jezus naar de stad Kafarnaüm, samen met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen. Daar bleven ze een paar dagen.