In het begin was Gods Zoon er al

 

Unieke tekst voor advent en kerst

In de Bijbel in Gewone Taal (BGT), die in oktober uitkwam, opent Johannes 1 met: In het begin was Gods Zoon er al, in plaats van het oude: In het begin was het Woord. Dus al bij de schepping (daar doelt Johannes op met in het begin) was Gods Zoon er al... dat is om van òp te kijken, tot in Betlehem en Leiden toe!

Ik ben enthousiast over deze Bijbel in Gewone Taal, die als ‘doeltaal’-bijbel is vertaald in goed, helder – maar niet kinderachtig – Nederlands, en daarom ook heel geschikt is voor mensen met weinig (Bijbel)leeservaring. Ik las er al honderden bladzijden uit en – ook als theoloog met ruim 60 jaar Bijbelervaring –: nóóit kwam de Bijbel zó direct bij mij binnen. Natuurlijk zijn er keuzes gemaakt, maar dat geldt bij iedere vertaling.

Johannes 1: pre-existent

Dat geldt zeker Johannes 1:1 met: In het begin was Gods Zoon er al

Ik dacht eerst: ‘Foút! Er staat in het Grieks ho logos: het wóórd! Dát was er in den beginne.’ Maar mijn hart ging wèl open bij: In het begin was Gods Zoon er al… En helemaal bij vers 14, waar niet meer staat: het Woord is vlees/mens geworden (wat geen buitenstaander begrijpt), maar Gods Zoon is een mens geworden… En dát vieren wij met Kerstfeest!

Opeens herinnerde ik mij, dat de eerste Christenen (waar Johannes toe behoorde) de ‘pre-existente Christus’ beleden: dat de Christus (Joods: de Messias) al vóór de schepping gegeven is. Anders gezegd: dat de verlossing al voor de schepping door God is ‘klaargelegd’, en door Hem, op Zijn tijd, geopenbaard zal worden. Christenen geloven dat dit geschied is in Jezus Christus en helemaal voltooid zal worden met zijn wederkomst.

Joden geloven ook dat de verlossing al in de schepping zit – iedere Sabbat licht er al iets van op – alleen: dè Messiaanse verlossing is er nog niet. ‘Kijk maar om je heen’.

Maar: In het begin was Gods Zoon er al kan wèl als ‘starttekst’ Joden en Christenen verenigen. Ik denk dat de Joodse Johannes ook dat bedoelde door Johannes 1 zó, als Christelijk commentaar op Genesis, te openen, namelijk: ‘Ook mijn basis is de verwachting van verlossing, het hóórt bij Gods schepping. En voor mij, Johannes, is dit wáár geworden in Jezus van Nazareth. Hij is voor mij Christus (Messias). De logos, het Woord houdt verlossing in. Dát is voor mij werkelijkheid in Jezus Christus, Gods Zoon.’

Voor mij hadden de vertalers ook mogen vertalen: In het begin was de Christus er al, de pre-existente Christus dus. Of is voor ongetrainde bijbellezers de vertaling van ho logos met de Christus ook nog te moeilijk, en het meest helder (zij het wel erg ‘Grieks’) met Gods Zoon? Zeker met ‘er al’ erbij: Pre-existent. Het opent mij in ieder geval opnieuw de ogen.

Kerst hangt niet van mijn geloof af

Het mooie aan deze vertaling is, dat de nadruk op persoonlijk geloof, ‘ik en Jezus’ (wat nogal eens dwingend kan over komen) verbreed wordt tot: ook verre voor mijn conceptie, geboorte en doop, verre voor alle generaties na mij, is al verlossing gegeven. In het eerste woord wat God sprak: Licht; en in al zijn vólgende woorden tot en met Jezus, het heden en de voleinding, klinkt verlóssing: van de schepping, van de wereld, van Israël en de volkeren; van ons, en zo ook van mij.

Voor Johannes is dit werkelijkheid geworden in Gods Zoon, Jezus: In het begin was Gods Zoon er al! Een diep Kerstevangelie in gewone taal.

Ds J.C. van Dongen is emeritus predikant van de Protestantse Gemeente Duinzichtkerk-Vredeskapel te Den Haag. Hij is werkzaam als ouderenwerker in de Protestante Gemeente Leiden-Zuidwest.

Dit artikel verschijnt in het decembernummer van het Leids Kerkblad.

De vertaalkeuze ‘Gods Zoon’ is toegelicht door Matthijs de Jong in een artikel in Met Andere Woorden 2012-04 (vanaf pagina 27).