Blogs Ga terug naar het overzicht
Wido van Peursen op 3 Oktober 2014

Waar worden wij uitgenodigd?

“De Heer is mijn herder”. Wie kent die woorden nu niet? Een bekende psalm en een vertrouwd beeld. En toch, wat wil zo’n uitspraak zeggen? Komt de metafoor van de herder aan bij mensen die niet zo bekend zijn met bijbelse beeldspraak?

Psalm 23 is misschien wel een van de bekendste hoofdstukken uit de Bijbel. “De Heer is mijn herder” staat er in veel vertalingen boven. Maar eigenlijk gaat alleen het eerste deel van deze psalm over God als herder. In vers 5 wordt een nieuw beeld geïntroduceerd: een gastheer die zijn gast royaal onthaalt. Dit gaat niet meer over een schaap dat aan tafel mag zitten bij zijn herder. Waar komt dit beeld vandaan? Hier neemt de Bijbel in Gewone Taal een gedurfde stap: de interpretatie dat het hier om een offermaaltijd in de tempel gaat, heeft zijn weg gevonden in de vertaling: “u nodigt mij uit in de tempel”. Ik vind dit wel behoorlijk vrijmoedig, maar ik moet toegeven dat het een mooi literair effect oplevert: opeens ontstaat er een correspondentie met het slot van de psalm: “ik zal bij u zijn in uw tempel, mijn hele leven lang”.

Ook de eerste helft van de psalm is ingewikkelder dan het op het eerste gezicht lijkt. Wat gebeurt er met de beeldspraak in deze psalm? Er wordt in de taalkunde en de filosofie tegenwoordig veel nagedacht over het gebruik van metaforen. Kort door de bocht kunnen we de vraag stellen: waar wordt het beeld (de comparant) beschreven en waar datgene waarnaar het beeld verwijst (de comparé)? De scheidslijn tussen “herder” en “God” en tussen “schaap” en “ik” is soms vaag en loopt in de ene vertaling anders dan de andere. Zo kan ik me er wel iets bij voorstellen dat een schaap “nieuwe kracht” (NBV, vers 3a) krijgt, maar bij een “ziel” die verkwikt wordt (NBG51) denk ik niet direct aan een schaap. Zijn we hier, als we de NBG51 volgen, al weer versprongen van de comparant (schaap) naar de comparé (dichter)? In vers 3b kan ik mij prima voorstellen dat een schaap graag op “veilige paden” (NBV) loopt, maar het lopen in “het spoor der gerechtigheid” (SV en HSV) lijkt toch meer iets voor de menselijke “ik” van de psalm.

De dichter bevindt zich op het scharnierpunt van twee panelen, de comparant en de comparé, en beweegt virtuoos heen en weer van het ene paneel naar het andere. Dat levert een hele mooie psalm op, maar ook grote uitdagingen om deze psalm te vertalen in gewoon Nederlands. In de Bijbel in Gewone Taal zijn sommige beelden gesneuveld, zoals de “stok en staf” uit vers 4. De centrale metafoor van de herder wordt echter wel vastgehouden en expliciet gemaakt. In deBijbel in Gewone Taal begint Psalm 23 dan ook met “De Heer zorgt voor mij, zoals een herder voor zijn schapen zorgt”. Critici zullen zeggen dat hier toch wel enige poëtische kracht verloren gaat, maar vanuit de doelstellingen van de Bijbel in Gewone Taal zijn dit verstandige keuzes.

Een psalm die voor velen zo geliefd en vertrouwd is, maar die door deze grote vertrouwdheid misschien ook aan zeggingskracht dreigt te verliezen, wordt in deBijbel in Gewone Taal opnieuw tot spreken gebracht. In een taal die hopelijk velen zal aanspreken.

Gastblogger Wido van Peursen is hoogleraar Oude Testament aan de Vrije Universiteit Amsterdam

2 reacties

  1. Dingen kunnen duidelijk en makkelijk geschreven zijn maar toch onbegrijpelijk zijn: God bestond al voor alles er was. Veel dingen moeten we niet gaan bedenken met het inzicht van een mens, maar gewoon lezen wat God de scheppers van hemel en aarde ons laten weten. Als we niet snappen wat God bedoeld met: God zei, ‘laten wij mensen maken die op ons lijken, naar ons evenbeeld’, maak er dan niet iets van met wat je denkt dat er moet staan: God zei, ‘ ik wil mensen maken die op mij lijken’. Ik erger mij ook aan de omschrijvingen van Johannes 1 en Openbaring 1: Waar stond in de gebruikte Griekse de vertaling van al deze onzin?

  2. Ik ben ontdaan over Psalm 23, nieuwe versie; de magie is weg. Alsof poëzie niet meer mag, maar dan is er ook geen kracht meer in beeldspraak (want dat blijft ’t). Een paar voorbeelden.

    1) Het oorspronkelijke vers 2 is samengevoegd, waardoor het onderscheid tussen rusten in (groene wei) en leiden naar (rustig dus veilig water) ontbreekt. Dat zijn twee aparte beeldspraken. Jammer, er gaat iets verloren daardoor.
    2) Als je gewone taal spreekt, maak er dan jij van in vers 4 ipv u. Zie de Franse bijbel: car tu es avec moi. Dat is juist mooi omdat het een barrière wegneemt tussen mens en God. Ook in vers 4: waar komt ‘moed geven’ vandaan? Het gaat hier over troosten en beschermen, hoeden, wat een herder doet niet over moed om zelf wat te ondernemen (dat doet een kwetsbaar schaap niet).
    3) Ook kan ik niet begrijpen waarom het begrip ‘tempel’ nu wordt gebruikt in ‘gewone taal’, dit speelt toch niet in India? Als dit verwijst naar de tempel in Jeruzalem dan zou je in vers 2 ook rustig water moeten handhaven, van groot belang in dat woestijn gebied waar een wadi met kolkend water dodelijk is bij regenval.

    Dus niet consistent, of je kiest voor gewone taal (dan gewoon het huis van God) of je kiest voor tempel, maar dan ook de rest van de psalm positioneren in Palestina. Zo is er veel meer.
    Ik blijf toch maar de voorkeur geven aan de Franse beeldschone en magische tekst; trouwens, in het Engels ook prachtig.
    (ik ben Waalse Kerk)

Reageer

* Verplicht veld