Ontmoet Maria
In de Bijbel komen veel verschillende vrouwen voor met de naam Maria. Maar de bekendste is toch wel de moeder van Jezus. Ze is onmisbaar in de verhalen, ook al weten we niet eens zo veel over haar. Hoe oud was ze toen ze trouwde? Wat gebeurde er eigenlijk met haar toen Jezus opgroeide? We weten het niet. Wat kunnen we wel over haar vinden? Laten we eens kijken naar Maria in het oudste evangelie uit de Bijbel, het evangelie volgens Marcus.
Voor we iets kunnen zeggen over Maria, is het goed om iets over het Marcus-evangelie te zeggen: Marcus wil zijn lezers overtuigen dat Jezus de messias is en de Zoon van God (Marcus 1:1). Hij doet dat niet door een ingewikkeld theologisch verhaal te schrijven, maar vooral door ontmoetingen te schilderen tussen Jezus en vele groepen mensen. Zo laat de evangelist zien hoe mensen op Jezus reageren. Hierdoor krijgen we bijzondere inkijkjes in het leven van Jezus. We kunnen dingen leren die nieuw, anders en misschien soms ook vreemd zijn.
Een van de groepen die Jezus af en toe tegenkomt, is zijn eigen familie. De eerste keer is in Marcus 3:21. Hier wordt gezegd: ‘Ook de familie van Jezus hoorde wat er allemaal gebeurde. Ze gingen op weg om hem met zich mee te nemen. Want ze dachten: Hij is gek geworden.’ Uit vers 31-35 wordt duidelijk dat met ‘familie’ zijn moeder en zijn broers bedoeld worden. Ze begrijpen Jezus niet, blijkt uit vers 21. Jezus’ reactie is opmerkelijk: hij zegt dat iedereen die doet wat hij wil, zijn moeder, broer of zus is. Hij lijkt zijn familie dus af te wijzen.
Ook de tweede keer dat Maria genoemd wordt, lijkt het niet te boteren tussen haar en Jezus. In Marcus 6:4 zegt Jezus: ‘Een profeet wordt door iedereen met respect behandeld. Behalve door de mensen in zijn eigen stad en door zijn eigen familie.’ Weer lijkt Maria hem dus niet te begrijpen. Een beeld dat ons misschien rauw op ons dak valt. Mensen kennen Maria als de moeder van Jezus die over alles wat er gebeurt, goed nadenkt (Lucas 2:51). Maria wordt vaak gezien als de gelovige bij uitstek, de vrouw die alles weet en begrijpt. Ze is voor veel mensen heel belangrijk geworden: in de rooms-katholieke traditie wenden mensen zich tot haar om voorbeden te doen bij God.
Maar aan het einde van het evangelie, tijdens de laatste uren van Jezus, komt toch een ander beeld van Maria naar voren. Bij het kruis staan een paar vrouwen (Marcus 15:40-41). Een van die vrouwen is Maria, ‘de moeder van Jakobus en Joses’. En dat zijn… Inderdaad, twee van Jezus’ broers (zie Marcus 6:3). Als Maria in het Marcus-evangelie de moeder van Jezus genoemd wordt, lijkt ze hem niet goed te begrijpen. Maar als ze verandert in ‘een van de vrouwen die Jezus vanuit Galilea is gevolgd’, als ze dus een volgeling wordt, komt het goed tussen hen.
Meer lezen? Lees deze blog over Maria in The Passion.
Bekijk ook het filmpje van Mariëlle ontmoet Maria.
Deel deze pagina op:Eén reactie
Reageer
De komst van de Bijbel in Gewone Taal is mogelijk gemaakt dankzij de steun van leden en donateurs van het NBG. Het NBG vertaalt & verspreidt de Bijbel sinds 1814.
Maria is niet alleen de moeder van Jezus van Nazaret, maar ook de moeder van de wederopgestane (= eeuwige) Jezus “die zit aan de rechterhand van God”.
De spreuk Markus 10:29,
“Er is niemand, die verlaten heeft huis, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijnentwil en des Evangelies wil, of hij ontvangt honderdvoud, nu in dezen tijd, huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en kinderen, en akkers, met de vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven. ”
is zeker ook betrokken op het Mariabeeld van Marcus.
“Eeuwig leven” stroomt volgens Johannes uit een bron,
Joh, 4:14,
“het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende ten eeuwigen leven”,
Openbaring 21:6,
“Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water des levens voor niet.”
Dat zegt iets over Maria, nl .dat zij genoemd is naar Mirjam de zuster van Mozes.
Toen Mirjam stierf had het volk geen water meer. (Numeri 20)
“honderdvoud” = Hebreeuws “mea sj’arim” (Genesis 26:12), waarvan de getalswaarde 666 is, net zoals van “jom sjisji” (= zesde dag) terwijl Genesis 1:31 leest “jom hasjisji” (= de zesde dag ), waarmee de vierletterige naam van God verborgen blijkt in de beginletters van de laatste twee woorden van Genesis 1:31 en de eerste twee woorden van Genesis 2:1, “jom hasjisji waj’choeloe hasjamajim” — Het centrale thema van het Nieuwe Testament — Jezus werd onder het toeziend oog van twee Maria’s precies op het eind van de zesde dag = begin zevende dag, in het graf gelegd.