Blogs Ga terug naar het overzicht
Matthijs de Jong op 3 Maart 2015

Ik zal je rijk en gelukkig maken

Wie de Bijbel vertaalt, moet tegen een stootje kunnen. Ook op de Bijbel in Gewone Taal (BGT) klinkt soms felle kritiek. Zo las ik een artikel waarin predikant Harry Smit uit Apeldoorn ingaat op de vertaalkeuze in Genesis 12:2. Daar zegt God tegen Abram: ‘Ik zal je rijk en gelukkig maken’ (BGT; De Nieuwe Bijbelvertaling: ‘Ik zal je zegenen’).

Smits commentaar: ‘Het is goed en makkelijk leesbaar Nederlands. Maar het is tegelijk ook volstrekte onzin en het maakt de bijbelse boodschap tot een lachertje.’ Wat is het probleem? Smit: ‘Zegenen is volgens mij naar de kern van het Latijnse woord benedicere (het goede zeggen over de ander). Dat is toch heel iets anders dan gelukkig maken.’[1] Ik denk dat deze kritiek onterecht is. Ik wil dat uitleggen in vijf stappen. Het wordt langer dan een gemiddeld blog. Maar je leert iets over de aanpak van de Bijbel in Gewone Taal en nog meer over de betekenis van het bijbelse begrip zegenen.

Zegenen in de Bijbel in Gewone Taal

Hoe zit het met zegenen in de BGT? Veel lezers hebben al opgemerkt dat de woorden ‘zegen’, ‘zegenen’ en ‘gezegend’ wel gebruikt worden in de BGT, maar veel minder vaak dan in andere vertalingen. Ter illustratie: in de NBV 348 en in de BGT 146 keer. Het gaat om woorden die niet algemeen bekend zijn. Ze zijn vermeden in de BGT als dat mogelijk was, en gebruikt wanneer het echt nodig was. De termen ‘zegen’ en ‘zegenen’ worden toegelicht op de woordenlijst achter in de bijbel.

Wanneer was het woord ‘zegenen’ echt nodig? Soms verwijst de term naar een handeling. Het is dan de concrete daad van het zegenen, verricht door God of door een priester. In die gevallen vertaalt de BGT met ‘zegenen’, omdat er geen goed alternatief is. Als voorbeeld Genesis 1:28: ‘God zegende de mensen. Hij zei: …’ Zegenen is hier een concrete handeling, en wat God daarbij zegt is de inhoud van die zegen.

In andere gevallen staat niet de handeling, maar de inhoud van de zegen centraal. Dan is er een alternatief: de zegen kan inhoudelijk worden ingevuld. Als voorbeeld Deuteronomium 7:13.

NBV BGT
Hij zal u zijn liefde betonen, u zegenen en u talrijk maken. Zijn zegen zal rusten op de vrucht van uw schoot en de vrucht van het land – koren, wijn en olie –, op de dracht van uw runderen, schapen en geiten, Hij zal van jullie houden, en hij zal jullie rijk en gelukkig maken. Jullie zullen veel kinderen krijgen, en jullie grond zal vruchtbaar zijn. Er zal veel graan, wijn en olijfolie zijn. Jullie koeien, schapen en geiten zullen veel jongen krijgen.

De BGT gebruikt ‘zegen’ en ‘zegenen’ als het gaat om de handeling: het opleggen van de zegen in woord en gebaar. En waar ‘zegen’ en ‘zegenen’ als inhoudelijke begrippen gebruikt worden, benoemt de BGT de inhoud ervan. Dat levert formuleringen op als ‘rijk en gelukkig maken’, ‘gelukkig maken’, ‘geluk en vrede geven’, ‘zorgen dat het goed met iemand gaat’.

Wat houdt de zegen in?

Hoe kun je bepalen wat de zegen in het Oude Testament inhoudt? Het hangt af van de betreffende tekst, de context en de achtergrond. Je kunt het alleen bepalen op basis van studie. Ik zal een illustratie geven van hoe wij als vertalers te werk zijn gegaan.

Op mijn bureau ligt een schitterende studie uit 2008 van de Duitse oudtestamenticus Martin Leuenberger, getiteld Segen und Segenstheologien im alten Israel. Untersuchungen zu ihren religions- und theologiegeschichtlichen Konstellationen und Transformationen. Een dikke pil van 600 pagina’s die precies laat zien wat het begrip ‘zegenen’ in het Oude Testament inhoudt, welke betekenisvariaties er zijn en welke ontwikkelingen het begrip heeft doorgemaakt. Dit is het specialistische handboek bij uitstek over dit onderwerp.

Uit de studie van Leuenberger leren we dat er onder de specialisten consensus bestaat over wat ‘zegen’ in de oudheid in de kern is: een heilzame kracht leidend tot bestaanszekerheid en bestaansverbetering. Die definitie laat al meteen zien dat de aanname van ds. Smit veel te beperkt is. Iemand zegenen gaat veel verder dan ‘het goede zeggen’ over diegene. De zegen heeft een werking die maakt dat er in het leven van die ander ook daadwerkelijk goede dingen gebeuren. De formuleringen ‘iemand gelukkig maken’ en ‘zorgen dat het goed met iemand gaat’, die we in de BGT vaak aantreffen, sluiten hier goed bij aan.

Leuenberger laat in zijn studie zien dat de concrete inhoud van de zegen sterk kan variëren. Het kan gaan om vruchtbaarheid van land, vee en mens, om bezit, rijkdom, macht, militair overwicht op vijanden, nageslacht, welvaart, overvloed, vrede of bescherming tegen onheil. De invulling van de zegen hangt van de betreffende context af. Maar duidelijk is dat het bij de zegen in het Oude Testament primair om materiële voorspoed gaat, die – in bepaalde teksten – met een geestelijke dimensie wordt uitgebreid.

Twee bijbelse voorbeelden

We zullen twee teksten bekijken, Genesis 12:2 en Numeri 6:22-26.

Genesis 12:2

NBV BGT
Ik zal je tot een groot volk maken,
ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven,
een bron van zegen zul je zijn.
Ik zal je zo veel nakomelingen geven dat ze een groot volk worden. Ik zal je rijk en gelukkig en beroemd maken. Jij zult ook anderen gelukkig maken.

De BGT geeft ‘zegenen’ hier weer als ‘rijk en gelukkig maken’. Het element ‘beroemd maken’ is een weergave van de Hebreeuwse frase ‘je naam groot maken’ (NBV: ‘aanzien geven’). Bij de zegen in de verhalen over de aartsvaders gaat het om voorspoed, een vorm van geluk waarbij vruchtbaarheid, overvloed, welvaart en rijkdom een belangrijke rol spelen. Dat blijkt expliciet uit Genesis 24:35: ‘De HEER heeft mijn meester overvloedig gezegend, zodat hij rijk is geworden’ (NBV). Dat is een motief dat vaker in deze teksten terugkomt (Genesis 26:12-14, 33:11; Deuteronomium 8:16-18). Er is dus alle reden om de zegen hier in te vullen zoals de BGT dat doet: rijk en gelukkig maken.

Numeri 6:22-27

NBV BGT
De priesterzegen

22 De HEER zei tegen Mozes: 23 ‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat zij de Israëlieten met deze woorden moeten zegenen:
24 “Moge de HEER u zegenen en u beschermen,
25 moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn,
26 moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.”
27 Als zij mijn naam over het volk uitspreken, zal ik de Israëlieten zegenen.’

De zegen van de priester

22 De Heer zei tegen Mozes: 23 ‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat ze de Israëlieten met deze woorden moeten zegenen: 24 ‘De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. 25 De Heer zal bij jullie zijn en voor jullie zorgen. 26 De Heer zal aan jullie denken en jullie vrede geven.’

27 Als Aäron en zijn zonen zo mijn naam noemen voor het volk, zal ik de Israëlieten geluk en vrede geven.’

 

In deze tekst kun je goed zien waar de BGT wél ‘zegen(en)’ gebruikt en waar niet. In vers 23 gaat het over de handeling die de priesters moeten verrichten. Daar wordt het woord ‘zegenen’ gebruikt. In vers 24 en 27 staat niet de handeling maar de inhoud van de zegen centraal. Daar wordt het begrip dus ingevuld. In de reeks van vers 24-26 past als invulling het algemene ‘gelukkig maken’ het beste. De priesterzegen benoemt in algemene termen Gods toegenegenheid, zijn heilzame toewending naar het volk. In vers 27 slaat het ‘zegenen’ terug op de hele priesterzegen en kan het met de kernwoorden ‘geluk en vrede geven’ worden samengevat.

Eigenheid van de teksten

Een valkuil bij het lezen van de Bijbel is, dat je de teksten leest vanuit je eigen ideeën. De zegen in het Oude Testament met zijn zwaartepunt op materiële voorspoed en welzijn in het hier-en-nu, wordt vaak verkeerd begrepen door de vergeestelijking van de zegengaven, die begint in het Nieuwe Testament en doorzet in de christelijke theologie. Dit is de valkuil waar ook ds. Smit in lijkt te stappen. Hij vindt ‘rijk en gelukkig maken’ als invulling van zegenen (in Genesis 12) een aanfluiting, maar hij heeft, op dit punt, onvoldoende oog voor de eigenheid van de teksten.

Niet iedereen leest voor zijn plezier Duitse exegetische handboeken. En ik wil ook echt niet beweren dat je pas mag oordelen als je alles gelezen hebt. Maar critici zouden zich wel moeten realiseren dat de keuzes van de BGT op degelijke studie gebaseerd zijn. Goed vertalen vraagt om het vermogen je in te leven in de taal, de tekst en de cultuur. Je moet openstaan voor het andere, voor het eigene van de tekst die je vertaalt. En het mooie van de BGT is dat gewone lezers nu een directe toegang krijgen tot het eigene van de bijbelse teksten.

Zegen toen en nu

Als een predikant in de kerkdienst de woorden uitspreekt ‘de HEER zegene u’, hoe moeten we die uitspraak dan opvatten? Niet als ‘rijk en gelukkig maken’ zoals in Genesis 12. De zegen heeft bij ons een andere functie en een meer geestelijke invulling gekregen. Op die ontwikkeling is hierboven gewezen. Maar de invulling ‘het goede zeggen over iemand’ is ook voor onze situatie veel te beperkt. De zegen is en blijft in de kern een heilzame kracht die een werking heeft. Ik denk dat de woorden van de BGT in de priesterzegen van Numeri 6, ‘de Heer zal jullie gelukkig maken’, ook voor vandaag bruikbaar kunnen zijn. Het begrip ‘geluk/gelukkig zijn’ is verdiept en vergeestelijkt in het Nieuwe Testament (denk aan de zaligsprekingen in Matteüs 5). Het klinkt in onze oren niet meer precies hetzelfde als voor de Israëlieten eeuwen geleden. En toch is er een gedeelde basis: het geloof dat de heilzame kracht van God in ons leven werkzaam is.

 

Matthijs de Jong werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap. Hij is een van de vertalers van de Bijbel in Gewone Taal.
 

[1] Harry Smit, ‘De Bijbel in Gewone Taal …’ in: Perspectief. Tweewekelijks nieuwsblad van de Protestantse Gemeente Apeldoorn 23/2 (2015), 2.

8 reacties

  1. Ik wil even kwijt dat ik de bijbel in gewone taal een verrijking vindt!
    Ik ben 2jaar christen en heb al veel in de bijbel Nbv gelezen. Ik krijg dagelijks een bijbel vers in mijn mailbox en ik moet eerlijk zeggen dat ik nu heel vaak de bgt erbij neem.
    Je krijgt nu veel meer inzicht van wat bedoeld is. Ik vind het heel fijn te lezen. De kerntaken van de bijbel worden op die manier veel beter begrepen en ik zie niet in waarom dat je moeilijk moet lezen als het ook makkelijk gaat. Hoef je niet meer te gaan denken wat bedoeld wordt. Dit vindt ik heel prettig en ik ben ervan overtuigd dat je zo meer mensen bereikt.

  2. Wanneer je het fijn vindt om te discussiëren over bijbel teksten is de nbv fijn , maar wanneer je het alleen moet doen zoals ik vindt ik het fijn dat ik het allemaal begrijpelijker kan lezen. Ps. Ik heb in onze kerk al verschillende cursussen gevolgd hoor.

    1. Dag José. Wat mooi om te lezen! Hartelijke groet, Roelien

  3. Is het überhaupt niet bedroevend dat de gemiddelde Nederlander niet meer weet wat de betekenis van ‘zegen(en)’ is? Ik ben bang dat “rijk en gelukkig maken” onder de invloed van de Amerikaanse geest die over Europa waait wordt opgevat dat God je materieel gelukkig gaat maken (door je materieel “rijk” te maken). Overigens wel prettig dat mensen die voorheen niet de mogelijkheid hadden de Bijbel te lezen, die nu wel hebben, hoewel ik zeker niet te spreken ben over de vertaling van een aantal tekstgedeelten (bijv. Joh. 1, dat is wel erg theologisch gekleurd). Tips voor de lezer van de BGT: 1. lees een tekst eerst in de BGT en daarna in een wat moeilijker vertaling, zoals de NBV of Willibrordvertaling; 2. Bedenk altijd dat je met een vertaling van doen hebt. Je kunt een vertaling dus niet zomaar gebruiken in een “debat” of discussie omdat de vertaling de voorkeur(en) van de vertaler(s) weerspiegelt. Dat is bij minder letterlijke vertaling zoals de BGT, Het Boek of de GNB (en in mindere mate de NBV) veel sterker het geval dan bijvoorbeeld bij de NBG’51 of de Naardense Bijbel. Vergelijk bijv. Joh. 1 in de BGT of NBV met Joh. 1 in de NBG’51. De BGT geeft een zekere theologische duiding aan de tekst die op zichzelf niet onjuist hoeft te zijn, maar het is geen weergave van wat er letterlijk staat.

    1. Geachte meneer Laarakkers, Dank voor uw opmerkingen bij onze blogs! Het is een rijkdom dat we in Nederland zo veel verschillende vertalingen hebben. Ook de Bijbel in Gewone Taal is een betrouwbare vertaling uit de grondteksten. Misschien vindt u het ook interessant om het artikel over de vertaling van Johannes 1 te lezen. Daarin legt dr Matthijs de Jong uit waarom er voor deze vertaling gekozen is, en waarom het ook een juiste vertaling is. Dat artikel is hier te vinden: https://bijbelingewonetaal.nl/het-woord-gods-zoon/

  4. Geachte beheerder,
    Ik heb het bewuste artikel gelezen, en dat is wel verhelderend maar toch zou ik ho logos zelf nooit met “Gods Zoon” vertalen. Johannes wil blijkbaar dat we daar “het Woord” lezen. Woord is dan gewoon één van de titels die aan Jezus wordt toegekend. Dat “het Woord” zomaar geïdentificeerd moet worden met “de Zoon” vind ik te kort door de bocht, dat is allerminst zeker. De Logos is in dit tekstgedeelte pre-existent, de pre-existentie van de Zoon komt in dit tekstgedeelte (nog) niet aan de orde. Ook is het niet duidelijk of “God het Woord” en “ho theos” (de God) één en dezelfde zijn, maar dat eventuele onderscheid komt in de vertaling niet aan de orde (wel overigens in het artikel van dr. De Jong die de rake opmerking maakt dat we hier – d.i. in Joh. 1 – niet te maken hebben met een traktaat over de tweenaturenleer, maar ik ben toch geneigd het tekstgedeelte zo te moeten beoordelen). In hoeverre Johannes zich heeft laten beïnvloeden door het hellenistische Jodendom in zijn voorstelling van “het Woord” als een persoonlijk op te vatten scheppingsmiddelaar valt gewoonweg niet te achterhalen: dat is een mogelijkheid en niet meer dan dat. Daar komt nog bij dat het dan weer onzeker is of Johannes “het Woord” identificeert met “de God” of met een hemelse persoon naast “de God”. Het is zeker waar dat in allerlei Joodse verhalen omtrent de 1ste eeuw n.Chr. wordt gesproken over pre-existente wezens als de Wijsheid, het Woord, de Tora, Oudtestamentische figuren etc. maar dan is het nog maar de vraag of er dan sprake is van ideële of persoonlijke pre-existentie.

    1. Bedankt voor uw reactie. Op een paar punten klopt het niet helemaal wat u schrijft. De sterke parallel tussen 1:1 en 1:18 laat zien dat de Logos en de Zoon wel degelijk met elkaar te identificeren zijn volgens Johannes. Daarnaast blijkt uit de tweede zin in vers 1 in de BGT dat de Logos en God niet samenvallen. En in de derde plaats is een (grote) meerderheid van de bijbelonderzoekers van mening dat de Logos-voorstelling in Johannes inderdaad verwantschap vertoont met het Logos-concept dat we in het Hellenistische Jodendom aantreffen. En tot slot past de invulling die de BGT geeft aan de Logos-voorstelling uitstekend bij de rest van het Johannes-evangelie.
      Een goed overzichtsartikel over de theologie van Johannes is te vinden op: (https://gegrammena.wordpress.com/2012/12/08/jezus-als-god-in-het-evangelie-naar-johannes/). Ook in ons vertaaltijdschrift Met Andere Woorden (2012-4) heeft een uitgebreidere toelichting gestaan.

  5. Beste beheerder,
    Dat een groot aantal bijbelwetenschappers van mening is dat de Logos-voorstelling in Johannes inderdaad verwantschap vertoont met het Logos-concept bij Philo klopt. Ik beweer ook zeker niet dat ze ongelijk hebben – ik kan mij er zelfs goed in vinden. Ik kan evenwel ook een blik wetenschappers opentrekken die er anders over denken, die kunnen natuurlijk even goed gelijk hebben. In één van de Dode Zeerollen wordt gesproken van de “Zoon van de Allerhoogste”, in dat geval een hemels wezen. In het geboorteverhaal in Lucas wordt Jezus ook zo genoemd. Nu is het natuurlijk verleidelijk om aan te nemen dat Lucas nu ook denkt aan een hemels wezen dat op aarde verschijnt, maar dat kan natuurlijk nooit voor 100% “bewezen” worden. Het klinkt allemaal aannemelijk, ook voor mij, maar ik zou in een discussie altijd toegeven dat het mogelijk is, niet dat het zeker is. Hetzelfde geldt voor een eventuele parallel tussen het Logos-concept bij Joh. en bij Philo, mogelijk, maar niet zeker. Een andere kwestie, of Jezus zichzelf voor het Woord of de Zoon heeft gehouden, valt al helemaal niet te achterhalen, zie daarvoor mijn artikel op marienburgvereniging.nl/debat

Reageer

* Verplicht veld