Blogs Ga terug naar het overzicht
Matthijs de Jong op 28 Oktober 2014

Geloof, vertrouwen en liefde

De mooiste teksten in de Bijbel zijn tijdloos. Ze houden betekenis, voor elke nieuwe generatie. 1 Korintiërs 13 is zo’n tekst. Een tekst waarbij lezers het gevoel hebben: dit raakt aan mijn eigen leven. Het is bijzonder om teksten die over ons eigen leven gaan, nu te kunnen lezen in onze eigen woorden. Daarin schuilt de kracht van de Bijbel in Gewone Taal.

Tegelijk roept een nieuwe vertaling ook weer vragen op. Het slot van 1 Korintiërs 13 spreekt over ‘geloof, vertrouwen en liefde’. Jacobine Geel stelde in de Grote Bijbelquiz 2014 een vraag die meer lezers hebben: ‘waar is de hoop gebleven? Waarom moest de bekende zin ‘geloof, hoop en liefde’ anders? Is het niet jammer dat dit bekende trio verdwenen is?’ Hieronder leest u het antwoord.

Hoop is geen moeilijk woord. Het komt vaak genoeg voor in de Bijbel in Gewone Taal. Hier speelt dus iets anders. We hebben de bijbelse teksten zo goed en zo duidelijk mogelijk vertaald met behulp van gewone, bekende woorden. En we waren niet bang om nieuwe woorden voor te stellen als we ervan overtuigd waren dat die de lading beter dekten.

De weergave van het Griekse woord ‘elpis’ in de brieven van Paulus is daar een mooi voorbeeld van. Wat wil Paulus ermee zeggen? Hij gebruikt dat woord om de relatie uit te drukken tussen ‘nu’ en ‘straks’. Wij zijn in feite al gered, schrijft Paulus: de christenen zijn door hun geloof ‘gerechtvaardigd’. In BGT-taal: God ziet hen als goede mensen. De redding is zeker. Toch wachten we nog op het moment dat de redding volledig zal aanbreken, dan zullen we voor eeuwig bij God leven. Met ‘elpis’ drukt Paulus de ‘stellige verwachting’ uit die het leven van de christenen tussen ‘nu’ en ‘straks’ kenmerkt. Wat er ook gebeurt in het leven, hoe zwaar het ook wordt, de redding staat vast. Dat is onze stellige verwachting, onze vaste, onwrikbare hoop.

Er is veel positiefs te zeggen over het Nederlandse woord ‘hoop’, maar niet dat we het gebruiken in de betekenis van ‘stellige verwachting’. ‘Hoop’ gebruiken we juist voor situaties met een twijfelachtige uitkomst. Bij hoop op herstel, hoop op verbetering, hoop op succes, etc., gaat het zeker om een positieve instelling, een positieve blik naar de toekomst, maar de uitkomst is onzeker.

Vroeger had hoop ook de betekenis ‘vertrouwen’. De Statenvertalers gebruikten het woord om de stellige verwachting uit te drukken dat Gods belofte werkelijkheid wordt: het is beloofd, dus je mag het verwachten, je kunt erop vertrouwen. Maar die betekenis van hoop is in het Nederlands verdwenen. Ons woord hoop dekt de lading niet meer.

En dus doe je met ‘hoop’ niet helemaal recht aan wat Paulus wil zeggen. Bij ‘elpis’ gaat om een verwachting die geen twijfel toelaat. Je kunt dat oplossen door te spreken over ‘vaste hoop’ of ‘stellige hoop’ of ‘hoop zonder twijfel’. Maar dat wordt snel omslachtig. Voor een duidelijke en goed leesbare tekst, werkt het dan vaak beter om te spreken over ‘vertrouwen’.

Een belangrijke passage in de Romeinenbrief, 8:18-30, heeft als hoofdthema: Het lijden dat de christenen meemaken brengt de eeuwige redding niet in gevaar, maar versterkt juist het vertrouwen op de goede afloop. Daar kan volgens Paulus geen twijfel over bestaan. Dat kun je het beste overbrengen door het woord ‘vertrouwen’. In de verzen 24-25 zie je hoe de tekst wint aan duidelijkheid in de Bijbel in Gewone Taal:
“We zijn al gered, ook al zien we dat nu nog niet. Toch vertrouwen we erop dat God ons de eeuwige redding zal geven. Als we het nu al konden zien, dan hoefden we er niet op te vertrouwen. Maar door vol te houden in deze moeilijke tijd, laten we zien dat we echt op God vertrouwen.”

Met ‘elpis’ duidt Paulus op het vertrouwen dat Gods belofte werkelijkheid zal worden. Het is het vertrouwen dat we echt gered zullen worden, dat God zich houdt aan zijn woord. Dat hopen we niet, nee, het is sterker: daar vertrouwen we op.

We weten dus wat Paulus met dit begrip bedoelt. En de beste manier om dit in het Nederlands uit te drukken is met ‘vertrouwen’. Zo hebben we dat dus gedaan in de Bijbel in Gewone Taal. Ook in die bekende tekst van 1 Korintiërs 13: geloof, vertrouwen en liefde. Ja, die keuze voor ‘vertrouwen’ is nieuw. Het is misschien even wennen. Maar het is geen ‘nieuwigheid’. Het is een doordachte vertaalkeuze om de tekst zo goed en zo duidelijk mogelijk weer te geven.

Blijft 1 Korintiërs 13 zijn bijzondere karakter houden in de Bijbel in Gewone Taal? Ja, daar ben ik van overtuigd. Want eigenlijk geldt voor al het moois in het leven: hoop is goed, maar vertrouwen is beter.

Matthijs de Jong

 

 

4 reacties

  1. Wil er over lezen

  2. Ik raak steeds meer geboeid door de Bijbel in gewone taal. Als jullie zo doorgaan denk ik dat ik er maar eens een aan ga schaffen. `Mooi om naast de HSV te leggen en te vergelijken. Wordt steeds meer geprikkeld door de mooie vertalingen. Nog niet alles maar al wel heel veel. Groet met zegen, Toine

  3. als ik over geloven spreek vertaal ik dat vaak met vertrouwen naar het hebreeuws AMN, zo is idd geloven een ‘zeker weten’. Niet in cognitieve zin, maar wel essentieel. Dan wordt het dus bij paulus vlgs jullie twee maal vertrouwen in de beroemde reeks uit I Corinthe? Of gebruiken jullie het woord ‘geloven’ in een andere zin, meer cognitief. En is dat Paulinisch. Ik weet het niet maar ben heel huiverig het woord hoop (denk aan Moltmann) hier weg te vertalen. Zeker weten dat dit een verbetering is? Ik vind overigens de verwijzing naar Romeinen 8 ook zeker niet overtuigend. ‘Wat wij niet zien’, en toch hopen. Dat kan zijn hopen tegen alle hoop in, toch? Ik hoor graag wat andere er van vinden.
    Paul van der Harst

    1. Hartelijk dank voor uw opmerking. Natuurlijk kan pistis soms vertrouwen betekenen, maar daarmee raak je niet altijd de kern van dit begrip bij Paulus. De term pistis drukt voor Paulus de gewenste reactie op de verkondiging van het goede nieuws uit: het gelovig aannemen van de boodschap over Jezus christus als de gekruisigde en opgestane Heer, en het daarmee gelovig aannemen van Gods heilsplan ‘door Christus’. Pistis komt bij Paulus dus juist vaak in de buurt van een belijdenis onderschrijven (natuurlijk geen formulier op papier, maar een mondelinge boodschap). Pistis is voor Paulus principieel pistis ‘in’ God (namelijk de God die ons dankzij Jezus Christus wil redden) en ‘in’ Jezus Christus (als onze Heer dankzij wie wij gered worden). Geloof is vaak de beste vertaling.
      De keuze voor vertrouwen voor elpis is toegelicht in de blog. In 1 Korintiërs 13:13 wordt het als term op zichzelf gebruikt, maar dat is uitzonderlijk. Doorgaans staat het in een context, en is het heel duidelijk voor de lezer wat ermee wordt bedoeld. Neem een vers als 1 Tessalonicenzen 5:8. ‘de helm van de hoop der zaligheid’ (NBG 51). Natuurlijk betekent elpis hier niet ‘hoop’, dat we, wie weet, gered worden. Het gaat om het vertrouwen dat we gered zullen worden.
      De keuze voor ‘geloof’ (pistis) en ‘vertrouwen’ (elpis) drukt in veel gevallen de bedoeling van Paulus goed uit. En het is dan een logische vervolgstap om deze woorden ook in 1 Korintiërs 13:13 zo te vertalen. Overigens: ook in 1 Korintiërs 13:13 helpt het om over ‘vertrouwen’ te spreken ipv ‘hoop’. Daarmee is het verband met vers 12 opeens veel duidelijker. We vertrouwen erop dat er een tijd komt dat we God met eigen ogen zullen zien.

Reageer

* Verplicht veld