wie wind zaait, zal storm oogsten
waar het hart vol van is, loopt de mond van over

Wist u dat deze en veel andere uitdrukkingen in onze taal uit de Bijbel komen? En dan met name uit  de Statenvertaling uit 1637?
Wat is er met deze uitdrukkingen gebeurd In de Bijbel in Gewone Taal (BGT)? Schrik niet, vaak zijn ze verdwenen! Het goede nieuws: we krijgen er meer duidelijkheid voor terug.

Twee voorbeelden van uitdrukkingen die vervangen zijn door wat ze in de tekst betekenen, een aanpak die past bij de uitgangspunten van de BGT:

aan de vruchten herkent men de boom – Matteüs 7:16

NBV: ‘Aan hun vruchten zul je hen herkennen.’

BGT: ‘Je kunt valse profeten herkennen aan hun slechte daden.’

iets van de daken schreeuwen – Matteüs 10:27

NBV: ‘Wat ik jullie in het duister zeg, spreek dat uit in het volle licht, en wat jullie in het oor gefluisterd wordt, schreeuw dat van de daken.’

BGT: ‘Alles wat ik jullie vertel, is nu nog geheim. Ik vertel het alleen aan jullie. Maar jullie moeten ervoor zorgen dat het overal bekend wordt. En dat iedereen het hoort.

De uitdrukking ‘iets van de daken schreeuwen’ betekent in het dagelijks taalgebruik nog steeds: zorgen dat het overal bekend wordt. Maar niet alle bijbelse uitdrukkingen hebben nu dezelfde betekenis als ze oorspronkelijk hadden. Een voorbeeld daarvan is de volgende uitdrukking:

in zak en as zitten – Daniël 9:3

NBG51: ‘En ik richtte mijn aangezicht tot de Here God om te bidden en te smeken, in vasten en in zak en as.

BGT: ‘Ik was daar erg verdrietig over. Daarom trok ik rouwkleren aan en gooide ik zand over mijn hoofd. Ik wilde niet eten en niet drinken, en ik begon te bidden tot God, de Heer.’

Oorspronkelijk was ‘in zak en as zitten’: rouwen met een bepaald ritueel (‘zak’= donkere kleren, en ‘as’= zand dat men over het hoofd strooide). Later heeft het de betekenis gekregen: in de put zitten. In de BGT is dat ritueel verduidelijkt.

parels voor de zwijnen: Matteüs 7:6

In deze uitdrukking wordt in de brontekst nog even op het beeld van de ‘zwijnen’ doorgeborduurd. Maar omdat de diepere betekenis van het beeld niet zo eenvoudig is, wordt die expliciet gemaakt:

NBV: ‘Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren.’

BGT: ‘Vertel het goede nieuws niet aan mensen die niets met God te maken willen hebben. Je geeft varkens toch ook geen parels te eten? Nee, de varkens zouden die parels kapottrappen, en zich dan omdraaien en jou opvreten.’

De duidelijkheid in de BGT is de grote winst van deze vertaling. En het verlies? Ach, al die mooie oude vertalingen blijven gewoon bestaan en zijn nog steeds te gebruiken. Verder zijn de uitdrukkingen te vinden in de Grote Van Dale, en in boekjes waarin bijbelse spreekwoorden en gezegden verzameld zijn (zoals: Een lust voor het oog, van Ton den Boon, Van Dale 2014). En het allerbelangrijkste: ze leven voort in onze taal, losgezongen van hun bijbelse oorsprong.

Marja Verburg werkt als neerlandica bij het Nederlands Bijbelgenootschap, en is een van de vertalers van de Bijbel in Gewone Taal.