Judas is een raadselachtige figuur. Hij is de leerling die zijn eigen meester verraadde. Waarom deed hij dat? Wat dreef hem?
Al eeuwenlang zoeken mensen naar een antwoord. Bijbeluitleggers gaan verschillende kanten op. Sommigen zeggen simpelweg: ‘Judas is een slecht mens. Iemand die alles doet voor geld.’ Anderen gaan een stap verder: ‘De duivel had hem in zijn greep, hij was in de macht van het kwaad.’ Weer anderen zeggen: ‘Nee, het zit anders. Alles rond Jezus’ dood was voorbeschikt door God. Judas was een pion in Gods plan.’
De laatste tijd hoor je ook nog dit antwoord: Judas was een idealist van het fanatieke soort. Hij ging blind voor Jezus, maar knapte af toen hij merkte dat Jezus niet de messias was die hij verwachtte. Zo werd hij Jezus’ vijand.
Met die laatste uitleg is Judas’ daad beter te begrijpen. In die lijn presenteert ook The Passion de figuur van Judas.
Wat vertelt de Bijbel?
Alle evangelisten noemen zijn volledige naam, Judas Iskariot. Iskariot betekent waarschijnlijk: man uit Kariot (een plaatsnaam). Verder valt op dat er maar één vers in de Bijbel is waarin Judas een verrader wordt genoemd. Dat is Lucas 6:16, waar over Judas Iskariot wordt gezegd: ‘die een verrader is geworden’.
Hoewel Judas later bekend kwam te staan als de verrader bij uitstek, gebruiken de evangeliën vooral een andere term: het Griekse woord paradidômi, dat ‘overleveren’, ‘uitleveren’ betekent. Het wordt gebruikt in de betekenis: ‘iemand in handen van zijn vijanden geven’. De Bijbel in Gewone Taal vertaalt dit vaak met ‘helpen om Jezus gevangen te nemen’.
Nu kun je zeggen: die hulp van Judas komt neer op verraad. Dat is waar. Toch is het belangrijk om oog te hebben voor het woord dat de evangeliën steeds gebruiken: overleveren. In de vroegste christelijke traditie was dat een kernwoord. Het werd gebruikt in de positieve betekenis van ‘overleveren’ van het goede nieuws. Het werd ook gebruikt in een negatieve betekenis: Jezus werd overgeleverd aan zijn vijanden, en ook zijn volgelingen liepen het gevaar overgeleverd te worden.
Alle vier de evangeliën vertellen in de basis hetzelfde verhaal over Judas: Judas Iskariot, een van de leerlingen, heeft de vijanden geholpen om Jezus gevangen te nemen. Jezus wist dat dit zou gebeuren. Hij spreekt erover tijdens de laatste maaltijd met zijn leerlingen, en daarbij wijst hij Judas aan – in het ene evangelie wat directer dan in het andere. Daarna vertrekt Judas. Later die avond leidt hij een gewapende groep mannen naar de tuin waar Jezus is, om hem gevangen te nemen. Marcus, Matteüs en Lucas vertellen dat Judas Jezus aanwijst door hem te begroeten met een kus. Dat moment speelt in The Passion een sleutelrol.
Naast deze gedeelde basis verschillen de evangeliën in de details die ze vertellen. Zo vertellen Lucas en Johannes dat Judas door de duivel in bezit werd genomen. Matteüs vertelt over Judas’ zelfmoord, en in het boek Handelingen wordt verteld over zijn vreselijke dood.
In de latere traditie komt Judas simpelweg als ‘de verrader’ bekend te staan. Maar de evangeliën typeren hem anders, namelijk als ‘één van de twaalf’. Dat is zijn vaste bijbelse aanduiding. Iemand van de groep vertrouwelingen, iemand uit de binnenste cirkel. Jezus werd uitgeleverd door één van zijn eigen leerlingen. Eén van de twaalf. Waarom ligt daar de nadruk op? Misschien uit ongeloof dat dit heeft kunnen gebeuren. Maar misschien ook om ons te waarschuwen. Lees de aangrijpende scène tijdens de laatste maaltijd van Jezus en zijn leerlingen:
Onder het eten zei Jezus: ‘Luister goed naar mijn woorden: Eén van jullie zal mij uitleveren.’ De leerlingen werden heel verdrietig en ze vroegen allemaal aan Jezus: ‘Ben ik het? Nee toch, Heer!’ (Matteüs 26:21-22, BGT)’
Het is alsof geen van de leerlingen er volledig gerust op is. Allemaal voelen ze een onrust, een vage angst. Ik ben het toch niet? Judas ‘de verrader’ noemen, zet hem op veilige afstand. Judas ‘een van de twaalf’ noemen, dwingt ons om ook zelf in de spiegel te kijken.
Ben ik het? Nee toch, Heer!
Matthijs de Jong is één van de vertalers van de Bijbel in Gewone Taal.
Meer lezen over de figuur Judas? Zie: Bert Aalbers, De ware Judas. Nieuw licht op een duister figuur (Kok – Kampen 2006). Voor de blog is van dit boek gebruikgemaakt.