Vraag iemand naar de Tien Geboden, en je zult het antwoord krijgen dat ze in de Bijbel staan. De lijst met de Tien Geboden behoort ongetwijfeld tot de bekendste teksten uit de Bijbel. Ze staan er zelfs twee keer in. In Exodus 20 en in Deuteronomium 5.
Vroeger kende iedereen ze. In de meeste protestantse kerken werden ze elke zondagmorgen voorgelezen. Plechtig werd het ingeprent: zo behoort u te leven, dit wordt van u verwacht. En op de zondagsschool leerden de kinderen de belangrijkste teksten uit de Bijbel opzeggen, ook de Tien geboden.
Tegenwoordig is het in veel kerken niet gebruikelijk meer om elke zondag de Tien Geboden te lezen. En in de kindernevendienst doen de kinderen veel leukere dingen. Maar de Tien Geboden zijn anno 2014 niet verdwenen. Ze staan op het voor iedereen bereikbare internet, op Wikipedia, in de versie van de Statenvertaling. Als je ze leest, keert de plechtige sfeer van vroeger als vanzelf terug.
Weet men ook wat er in de zeventiende eeuwse taal precies met elk gebod werd bedoeld? Laten we Exodus 20:16 nemen. “Gij zult geen valsche getuigenis spreken tegen uwen naaste,” luidde het vers in de vertrouwde versie uit de zeventiende eeuw. Wat betekent dat gebod?
Laat ik meteen maar zeggen dat zoiets als ‘Je mag niet tegen iemand liegen’ veel te weinig is. Niet jokken, altijd eerlijk zijn en de waarheid spreken? Daar gaat het niet om. Soms kan het juist geboden zijn om de waarheid niet te zeggen. Omdat je daarmee het leven van mensen kunt redden. Zoals in oorlogstijd, toen onderduikers moesten worden beschermd door de bezetter om de tuin te leiden.
De Bijbel in Gewone Taal moet duidelijk zijn. Het gebod in Exodus 20:16 is vertaald met: “Vertel bij de rechter geen leugens over iemand.” Het Hebreeuws geeft eigenlijk precies aan dat het niet iets algemeens, maar een heel concrete situatie betreft. Bij dit gebod gaat het erom dat je betrouwbaar bent als je tijdens een rechtszaak als getuige wordt opgeroepen. Als iemand werd verdacht van een misdaad, dan kon het bewijs daarvoor vastgesteld worden op grond van één of twee getuigen. Was je niet betrouwbaar en begon je leugens te vertellen, dan was dat levensbedreigend voor de verdachte. Dan kon de rechter een hard vonnis uitspreken, zelfs een doodvonnis, terwijl hij de verdachte had moeten vrijspreken.
In de meeste vertalingen wordt de rol van de rechter niet duidelijk bij dit gebod om niets dan de waarheid te vertellen. Voor de lezers en hoorders in Israël vroeger was de juridische context van het gebod in Exodus 20:16 wel duidelijk. Om even begrijpelijk te zijn voor de hedendaagse Nederlandse lezer moet de rol van de rechter in de vertaling expliciet gemaakt worden. De betekenis van de tekst verandert daardoor niet. Die wordt er alleen maar begrijpelijker door. Op die manier hoeft de lezer van de Bijbel in Gewone Taal niets van de essentie van het gebod te missen.
Dr. Jaap van Dorp is oudtestamenticus en teamleider vertalen bij het Nederlands Bijbelgenootschap