Het kerstverhaal wordt vaak beleefd als een gezellig feest van verbroedering. Toch heeft het bijbelse verhaal dat de basis vormt waarop onze traditie gebouwd is ook revolutionaire trekken. Alles wordt omgekeerd. Wat gewoon is, wordt belangrijk gemaakt. En er klinkt een lied waarin staat dat wie rijk is dat niet zal blijven.

In de Bijbel in Gewone Taal worden nieuwe woorden gebruikt om deze omkering die God voor ogen heeft duidelijk over te brengen.

Lucas vertelt dat Maria van een engel hoort dat ze in verwachting zal raken van een bijzonder kind. Wanneer Maria op bezoek is bij haar familielid Elisabet, maakt Lucas duidelijk dat ze ook daadwerkelijk zwanger is. Na de woorden van Elisabet waarin ze Maria gelukkig prijst, volgt het bekende loflied van Maria: het Magnificat.
In dit loflied klinkt veel door uit het Oude Testament, maar het klinkt nu ook anders, zo in gewone taal. In Lucas 1:48 staat in De Nieuwe Bijbelvertaling: ‘hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.’ In de Bijbel in Gewone Taal klinkt het zo: ‘Hij koos mij uit, mij, een heel gewoon meisje.’
In het loflied dat Maria hier uitspreekt, is de tegenstelling tussen mensen met een lage sociale status en de machthebbers heel belangrijk. Volgens Lucas wijst de aanstaande geboorte van Jezus op een keerpunt in de geschiedenis. Het betekent het einde van de privileges van enkelingen en de onderdrukking van de massa. God zal een einde maken aan de bestaande verdeling van macht en rijkdom, want die verdeling is goed noch rechtvaardig.
De woorden die een belangrijkere rol spelen als tegenstelling zijn in De Nieuwe Bijbelvertaling ‘gering’ en ‘aanzien’. In de Bijbel in Gewone Taal is er voor gekozen om gebruik te maken van de woorden ‘gewoon’ en ‘belangrijk’. Het maakt meteen duidelijk over welke groepen mensen het gaat, het zijn woorden die ook ons perspectief op de wereld kleuren. Ook wij als lezers kunnen onze wereld er meteen in herkennen.
Maria is een heel gewoon meisje, maar ze krijg een heel belangrijk kind. Tegelijk is deze tekst een teken dat God werk wil maken van zijn nieuwe wereld. Een wereld die anders is dan de onze in de zin dat het onderscheid tussen gewoon en belangrijk, tussen rijk en arm, tussen machthebbers en machtelozen, niet meer bestaat.
Met kerst lezen we het verhaal over een heel gewoon meisje dat iets heel bijzonders overkomt. We horen haar lied over Gods omkering van de sociale en economische orde. En zo worden we zelf uitgedaagd na te denken over de plaats die de tegenstelling tussen gewoon en belangrijk heeft in ons leven.

Stefan van Dijk is wetenschappelijk medewerker bijbelgebruik bij het Nederlands Bijbelgenootschap.

Wilt u horen hoe Lucas 1: 45-66 klinkt in  de Bijbel in Gewone Taal? Klik dan hier.