Onlangs kreeg ik hem weer, op een bijeenkomst over de Bijbel in Gewone Taal. De ultieme vraag: ‘Is dit wel echt een vertaling? Het gaat toch veel te ver allemaal? Nee, dan die van 1951, dat is tenminste een échte vertaling!’ Ik zei natuurlijk keurig: ‘Ho, ho, de Bijbel in Gewone Taal is een echte vertaling.’

Toch, als je er dieper over nadenkt, zit er van alles achter die vraag. En nog veel meer achter het antwoord.

Laten we het eerst eens omdraaien. Een groep deskundige vertalers werkt ruim zeven jaar lang aan een vertaling van de Bijbel. Ze werken vanuit de bron: de Hebreeuwse en Griekse teksten. Elk woord wordt gewogen, alles wordt besproken en gecontroleerd. Ze werken volgens een vaste aanpak, met vertaalregels en uitstekende hulpmiddelen. Ze stellen hun kennis in dienst van een eerlijke en begrijpelijke weergave van de bronteksten.

Waarom zou iemand twijfelen aan de betrouwbaarheid van hun vertaalwerk?

Waarom? Omdat het resultaat zo opvallend anders is dan andere vertalingen. Omdat de teksten glashelder zijn en de taal zo gewoon. Dan gaan mensen denken: Klopt dat wel? Kan dat echt een vertaling zijn?

Het antwoord is ja. Ik noem daarbij vier overwegingen.

(1) Wat is vertalen? Wie zich in die vraag verdiept, leert dat het bij vertalen altijd gaat om een bepaalde belichting van het origineel. Een vertaling valt nooit met het origineel samen. Je kunt niet de volle rijkdom van de Bijbel in één vertaling tot klinken brengen. Ook een duidelijke vertaling in gewone taal belicht het origineel op een bepaalde manier. Maar het kan daarbij nog steeds een vertaling zijn. Want wat is een vertaling? Iedere tekst die het resultaat is van vertaalhandelingen.

(2) Is de vertaalaanpak overtuigend? De Bijbel in Gewone Taal heeft begrijpelijkheid als hoofddoel. Daarom worden er eisen gesteld aan de doeltekst: die moet aan allerlei richtlijnen voldoen om te zorgen dat het doel, begrijpelijkheid, wordt behaald. Tegelijk moet het een echte vertaling van de brontekst zijn. Om daarvoor te zorgen is vastgelegd in regels en richtlijnen welke vertaalstappen genomen mogen worden in dit project. Natuurlijk vinden er veel verschuivingen plaats ten opzichte van de brontekst. Maar het betreft talige omzettingen, vertaaltransformaties. De eindtekst is het resultaat van vertaalwerk, en dus een echte vertaling.

(3) Vergelijk de Bijbel in Gewone Taal met zijn peers, gelijksoortige vertalingen in het buitenland, zoals de Contemporary English Version (Engels), Parole de Vie (Frans), de Bibel vir Almal (Zuid Afrikaans). Die vergelijking levert twee inzichten op. Ten eerste: de Bijbel in Gewone Taal is een type vertaling dat breed erkend is. Vergelijkbare vertalingen zijn er ook in andere talen.  Ten tweede: door zijn consequente aanpak en zorgvuldige uitvoering is de Bijbel in Gewone Taal in zijn soort een zeer geslaagd voorbeeld.

(4) Ervaar het. Je eigen ervaring is het belangrijkst. Lees de teksten en je zult zien: het is dezelfde Bijbel. Op niveau van de taal is alles veranderd. De teksten zijn glashelder en begrijpelijk. De formulering is nieuw, maar het blijft de Bijbel en niets anders.

De volgende keer als ik de vraag krijg, is dit mijn antwoord: Als je beseft dat vertalen altijd op meerdere manieren kan, en dat een vertaling meerdere doelen kan dienen, en als je je verdiept in het doel van de Bijbel in Gewone Taal en de vertaalaanpak die daarmee samenhangt, dán begrijp je dat de Bijbel in Gewone Taal inderdaad een echte vertaling is.

Een hele mond vol. En dan nog is daarmee niet alles gezegd. Voor het volledige antwoord heb je een heel boek nodig. Dat boek komt er gelukkig ook: Hoe vertaal je de Bijbel in gewone taal?

Wie die vraag kan beantwoorden, is gekomen bij de kern van de zaak.

Matthijs de Jong, nieuwtestamenticus NBG en een van de vertalers van de Bijbel in Gewone Taal