Opvallende voorbeelden doen het goed in het nieuws. Bij De Nieuwe Bijbelvertaling was de kribbe een voederbak geworden. Het hek was van de dam! In de Bijbel in Gewone Taal is de ark van Noach een boot. Natuurlijk ook nu weer een hoop commotie. Eerst maar eens wat feiten op een rij.

Het Hebreeuwse woord voor ark (tebah) komt uit het Egyptisch. De etymologie is onzeker: misschien is tebah verwant met een Egyptisch woord voor ‘kist’, of met een woord voor ‘sarcofaag’, of met nog iets anders. Wat wél duidelijk is: in de Bijbel wordt het woord gebruikt voor twee voorwerpen, de houten ‘kist’ die Noach bouwt en de rieten ‘mand’ waarin Mozes gered wordt. Het Hebreeuwse woord betekent dus zoiets als ‘kist, bak, mand’.

Dat wij het kennen als ‘de ark van Noach’ komt door de Latijnse vertaling van Hiëronymus. Die vertaalde het in Genesis met arca, ‘kist’. Van het Latijnse arca is ons woord ‘ark’ afgeleid. Maar er is een verschil. Arca was een gewoon woord in het Latijn, kist. Maar wij kennen het nu vooral als een specifiek woord: de ark, namelijk de ark van Noach.

Als je Genesis 6:14-16 leest, merk je dat er iets niet klopt. Noach moet niet ‘de’ ark bouwen, je weet wel, de ark van Noach. Nee, hij moet ‘een’ ark bouwen. Dat is eigenlijk vreemd: er is toch maar één ark? Je zou natuurlijk kunnen vertalen: ‘Bouw een kist’. Maar ik denk dat lezers dan pas echt verbaasd zouden zijn.

Laten we de beschrijving van Genesis 6 eens bekijken, en de zaken op een rijtje zetten. Noach moet een enorm houten pakhuis bouwen, van drie verdiepingen hoog. Dat gevaarte moet van binnen en van buiten helemaal waterdicht worden gemaakt. En God zegt erbij dat Noach en zijn familie in dit houten object veilig zullen zijn als de grote overstroming komt. Hoe zullen we dat ding noemen om op lezers van nu in duidelijke taal over te brengen wat Noach moest maken? Een boot. Gewoon een boot.

‘Maar dan valt de associatie met doodskist weg,’ zegt iemand. Dat is onzin. Ten eerste is de etymologie van dit woord onzeker. Ten tweede bepaalt de etymologie niet de betekenis van een woord. Voor de betekenis moet je kijken hoe woorden gebruikt worden in hun actuele context. Natuurlijk, associëren staat iedereen vrij. Maar als vertaalkritiek snijdt het geen hout.

En durf het ook eens om te draaien. Vraag eens aan een gewone lezer: Die ark van Noach, wat was dat eigenlijk? Die lezer zal echt niet over een sarcofaag beginnen. En ook niet over een kist. Maar over een boot. Gewoon een boot.

Een ander bezwaar dat genoemd wordt, is dat je nu niet meer kunt zien dat er voor de ark van Noach en voor het mandje van Mozes hetzelfde woord wordt gebruikt. Dat klopt, dat kun je niet meer zien. Maar dat kon ook al niet in de eerste Griekse vertaling van het Oude Testament, ruim 2000 jaar geleden. En ook niet in de Latijnse vertaling van Hiëronymus. En ook niet in de Statenvertaling, enz. Oftewel: al ruim 2000 jaar kiezen vertalingen voor verschillende woorden voor de ‘kist’ van Noach en de ‘mand’ van Mozes!

Toen De Nieuwe Bijbelvertaling verscheen, was de commotie over ‘voederbak’ opvallend. Hetzelfde woord stond ook al in de Groot Nieuws Bijbel. En in de Willibrordvertaling stond zelfs ‘voerbak’. Hoe nieuw is Noachs boot? Kijk maar eens in de Groot Nieuws Bijbel in Genesis 6!

De Bijbel in Gewone Taal is iets nieuws. In sommige opzichten kun je deze vertaling zelfs gerust revolutionair noemen. Maar voor het meest besproken voorbeeld geldt dus de wijsheid van Prediker 1: niets nieuws.

In het boek Hoe vertaal je de Bijbel in gewone taal worden deze en andere voorbeelden toegelicht. Dit boek is geschikt voor iedereen die het vertaalwerk aan de Bijbel in Gewone Taal van dichtbij wil leren kennen.

Matthijs de Jong, bijbelwetenschapper en een van de vertalers van de Bijbel in Gewone Taal