Mijn volgende stop op mijn reis door de Bijbel in Gewone Taal is bij Jozef (Genesis 37-50). Door in korte tijd het verhaal van Jozef achter elkaar door te lezen, valt me ineens op hoe vaak hij huilt.
De vertaler kiest ervoor om niet te variëren in zijn woordkeus en geen mooie zinnen te maken als: hij kon zijn tranen niet bedwingen, hij barstte in tranen uit, of heel keurig: hij weende. Steeds weer staat er dat Jozef huilt. Als je leest waarom hij dat doet en wanneer, dan lijkt het wel of je kijkt naar een aflevering van ‘Spoorloos’. Familieleden, die elkaar nooit eerder hadden gezien, vallen in elkaars armen en huilen tranen met tuiten.
Verborgen tranen
Eerst huilt Jozef nog stiekem. Hij wil niet dat zijn broers hem herkennen. Zij hebben hem lang geleden in een put gegooid, omdat ze jaloers op hem zijn. Jozef is de lievelingszoon van zijn vader en dat valt niet goed bij zijn broers. Uiteindelijk is Jozef verhandeld en in Egypte terecht gekomen. Zijn vader denkt dat hij dood is en zijn broers hebben geen idee wat er van Jozef terechtgekomen is. In het land waar de familie woont, heerst er hongersnood. Dankzij Jozef, die inmiddels onderkoning is, is er genoeg tarwevoorraad in Egypte. De broers kloppen bij de onderkoning aan en willen onderhandelen om tarwe te kopen.
Op dat moment ziet hij zijn broers, zijn belagers, voor het eerst na lange tijd. Als hij ze ziet, gaat hij even de kamer uit en huilt. Bij de tweede ontmoeting komt ook Benjamin, de volle broer van Jozef mee. Weer gaat hij de kamer uit en huilt zo heftig, dat hij zelfs zijn gezicht moet wassen, omdat de sporen van tranen goed te zien zijn.
Tranen met tuiten
Nadat Jozef onthult wie hij is, laat hij zich helemaal gaan. Hij huilt tranen met tuiten en giert het uit. Het klinkt zo hard dat het zelfs in het paleis van de Farao te horen is. Echte mannen huilen, dus wél! Als er iemand is aan wie een man die gemakkelijk huilt zich kan spiegelen, is het Jozef wel.
In het Jozef verhaal valt nog veel meer te lezen over mannen met verdriet. Zijn vader Jakob loopt jaren te zeulen met het verdriet om zijn verloren zoon Jozef. Hij kan de gedachte niet verdragen dat hij Benjamin, de andere zoon bij zijn geliefde vrouw Rachel eventueel ook kwijt zou raken. Naast alle jaloezie in het verhaal, is zeker ook verdriet een belangrijk thema in dit verhaal.
Tranen van verdriet
Maar de tranen van Jozef zijn nog niet op. Nadat hij onder tranen bekend heeft gemaakt wie hij is, valt hij huilend zijn broer Benjamin om de hals. Dan huilt ook Benjamin. Hij is de enige bij wie de tranen worden losgemaakt in deze familie. Natuurlijk huilt Jozef ook als hij voor het eerst zijn vader weer ontmoet en als zijn vader is gestorven, is het Jozef die het gezicht van zijn vader kust en huilt.
Tenslotte is het om zijn broers dat hij huilt. Als vader Jakob is gestorven, zijn ze bang dat Jozef alsnog wraak wil nemen om wat hem is aangedaan. Ze vragen hem om vergeving. Dat is de laatste keer dat verteld wordt dat Jozef huilt.
Huilen van verlangen
Bijzonder is, dat Jozef pas kan huilen, als hem al heel veel kwaad is aangedaan. Hij huilt niet als hij in de put zit; hij huilt niet als hij ten onrechte in de gevangenis zit. Hij huilt niet op de momenten dat hij slachtoffer is. Zijn tranen komen pas los vanaf het moment, dat de weg naar verzoening met zijn verleden geopend wordt, tot het laatste moment, waarin deze verzoening wordt voltooid. Hij huilt als hij afstand heeft tot het verleden en, zo lijkt het wel, met nieuwe ogen naar zijn broers kan kijken. In al die tranen zwemt zijn verlangen om broer met zijn broers te zijn.
Janneke Nijboer is missionair predikant voor de pioniersplek Windkracht3pt0 in Noordwijk en de internetkerk MijnKerk.nl. Deze blog is eerder verschenen op de website van MijnKerk.