Vertalen is kiezen. En het maken van een vertaling met duidelijkheid als uitgangspunt, vraagt ook om het maken van duidelijke keuzes. Nu de Bijbel in Gewone Taal beschikbaar is, worden er vragen gesteld over bepaalde vertaalkeuzes.

Een voorbeeld is Openbaring 1:10. Daar wordt verteld dat Johannes, op Patmos, een droom krijgt. In de meeste vertalingen staat dat hij die droom krijgt op ‘de dag van de Heer’, maar in de BGT staat ‘op een zondag, de dag van de Heer’. Voor bijbellezers die niet de zondag, maar de sabbat de ‘dag van de Heer’ noemen, roept deze vertaalkeuze een vraag op. Waarom hebben de vertalers voor deze vertaling gekozen, is dit geen theologische stellingname?

Johannes krijgt een droom, op een bepaalde dag. In de Griekse tekst wordt die dag, letterlijk vertaald, ‘de Heer-dag’ genoemd. De meeste vertalingen geven dit weer als ‘de dag van de Heer’. De Bijbel in Gewone Taal zegt er meer over. Voor de begrijpelijkheid is er voor gekozen om expliciet te maken over welke dag het gaat. Want hoe kunnen lezers van nu zomaar weten dat hiermee één van de dagen van de week wordt bedoeld? Met ‘de dag van de Heer’ wordt op alle andere plaatsen in de Bijbel juist iets heel anders bedoeld: de dag waarop God zal rechtspreken over de levenden en de doden.

Volgens een grote meerderheid van tekstuitleggers duidt ‘de dag van Heer’ hier op de zondag. In het Nieuwe Testament heeft de zondag een bijzondere plaats vanwege de opstanding. En de uitdrukking ‘de Heer-dag’ werd bij de kerkvaders gebruikt als een soort eretitel voor die dag vanwege Jezus’ opstanding en verschijning op de eerste dag van de week. De meeste onderzoekers gaan ervan uit dat Openbaring 1:10 de oudste plek is waar deze eretitel voor de zondag gebruikt wordt.

De vertaalkeuze van Openbaring 1:10 is geen theologische stellingname. De vertalers worden niet gedreven door theologische voorkeuren, maar door de doelstelling van de BGT: het bieden van een duidelijke tekst in gewone taal. En bij het maken van vertaalkeuzes wordt steeds gebruikgemaakt van gangbare uitleg in het bijbelonderzoek. En de vraag naar de verhouding tussen sabbat en zondag? En hoe christenen het vierde gebod moeten uitleggen en toepassen? Dat is niet aan de vertalers om te bepalen. Dat valt buiten hun werkterrein.

Dat de zondag in het vroege christendom een bijzondere dag werd, is duidelijk. Dat hangt samen met de opstanding van Jezus. Het is ook duidelijk dat de stap om het sabbatsgebod naar de zondag over te hevelen, pas veel later werd gezet. In het Nieuwe Testament zien we nog volop discussie over de plek van de joodse wet in het christelijke leven.

Ja, in de Bijbel in Gewone Taal zijn keuzes gemaakt. Maar deze keuzes zijn niet gebaseerd op theologische tradities. Als vertalers zijn we dienstbaar aan de tekst. We volgen niet onze eigen mening, maar gebruiken onze kennis om weloverwogen keuzes te maken. We hebben niet gewerkt vanuit één bepaalde theologische positie, maar vanuit een diep respect voor de tekst en de relevantie ervan voor de lezer van nu. Wat is die relevantie? Wie bepaalt dat? Dat bepaalt u, als bijbellezer.

Lees meer over deze vertaalkeuze in het achtergrondartikel Een vertaalstap, geen theologie.

Stefan van Dijk werkt bij het Nederlands Bijbelgenootschap als nieuwtestamenticus. Hij is een van de vertalers van de Bijbel in Gewone Taal.