Slot van de brief
Febe brengt de brief naar Rome
1 Vrienden, mijn brief wordt bij jullie gebracht door Febe. Zij is een leider van de kerk in de stad Kenchreeën, en ze werkt met mij samen. 2 Ik vraag jullie om haar met open armen te ontvangen. Behandel haar met veel respect, zoals christenen met elkaar omgaan. Geef haar alle hulp waar ze om vraagt. Zij heeft zelf aan veel christenen hulp en bescherming gegeven, ook aan mij.
Groeten van Paulus
3 Breng mijn groeten over aan Prisca en Aquila. Zij vertellen net als ik het goede nieuws over Jezus Christus. 4 Een tijd geleden hebben zij hun leven voor mij gewaagd. Daar ben ik hun dankbaar voor. En alle niet-Joodse christenen zijn dat ook. 5 Doe ook mijn groeten aan de christenen die in het huis van Prisca en Aquila bij elkaar komen.
Breng mijn groeten over aan mijn vriend Epenetus. Hij was de eerste in de provincie Asia die in Jezus Christus ging geloven. 6 En doe mijn groeten aan Maria, die veel moeite voor jullie heeft gedaan. 7 Groet ook Andronikus en Junia van mij. Zij zijn net als ik Joden, en ze hebben samen met mij in de gevangenis gezeten. Zij horen bij de belangrijkste apostelen. Ze waren al eerder christen dan ik.
8 Breng mijn groeten over aan mijn vriend Ampliatus, die ook bij de Heer hoort. 9 Groet ook Urbanus van mij. Hij vertelt net als ik het goede nieuws over Christus. En doe mijn groeten aan mijn vriend Stachys.
10 Breng mijn groeten over aan Apelles. Hij heeft laten zien dat zijn trouw aan Christus echt is. Doe mijn groeten aan de familie en slaven van Aristobulus. 11 Groet ook Herodion van mij. Hij is net als ik een Jood. Breng mijn groeten over aan de familie en de slaven van Narcissus die christen zijn. 12 En doe mijn groeten aan Tryfena en Tryfosa, die veel moeite doen voor de Heer. Groet ook Persis, die een vriendin van mij is. Ook zij heeft heel veel moeite gedaan voor de Heer. 13 Groet Rufus van mij. De Heer heeft hem uitgekozen voor een bijzondere taak. En breng mijn groeten over aan zijn moeder, die ook voor mij als een moeder is.
14 Doe mijn groeten aan Asynkritus, Flegon, Hermes, Patrobas, Hermas en de andere christenen van hun groep. 15 En doe mijn groeten aan Filologus en Julia, aan Nereus en zijn zus, aan Olympas, en aan alle christenen van hun groep. 16 Vrienden in Rome, groet elkaar met een heilige kus.
Ik breng aan jullie de groeten over van alle kerken waar ik ben geweest.
Laatste waarschuwingen
17 Denk erom, vrienden, pas op voor de mensen die ruzie veroorzaken in de kerk. Zij proberen jullie geloof in gevaar te brengen. Ze vertellen jullie iets heel anders dan wat jullie geleerd hebben over het geloof. Luister niet naar die mensen. 18 Want zij dienen onze Heer Christus niet. Nee, ze zijn alleen bezig met wat ze zelf prettig vinden. En met hun mooie woorden bedriegen ze de eenvoudige gelovigen.
19 Jullie zijn gehoorzaam geworden aan God, jullie geloof is bekend in de hele wereld. Ik ben dus erg blij met jullie. Maar ik wil ook dat jullie steeds beter begrijpen wat goed is. En dat jullie niet langer denken aan wat slecht is. 20 Het moment dat God jullie de macht geeft om Satan te vernietigen, komt snel. Zo zal God jullie vrede geven.
Ik wens jullie toe dat onze Heer Jezus goed voor jullie is.
Groeten van de vrienden van Paulus
21 Jullie krijgen de groeten van Timoteüs, die samen met mij het goede nieuws bekendmaakt. En ook van Lucius, Jason en Sosipatrus. Zij zijn net als ik Joden. 22 Een hartelijke groet van Tertius. Hij heeft deze brief voor mij opgeschreven. Ook hij hoort bij de Heer.
23-24 Jullie krijgen de groeten van Gajus. Hij heeft mij hartelijk ontvangen in zijn huis, waar alle christenen bij elkaar komen. En de groeten van Erastus, één van de bestuurders van de stad. En tot slot krijgen jullie de groeten van mijn vriend Quartus.
Alle eer aan God
25-26 De machtige God zorgt ervoor dat jullie vasthouden aan het geloof. Dat is het geloof in het goede nieuws over Jezus Christus dat ik vertel. Eeuwenlang heeft God zijn boodschap voor de mensen verborgen gehouden. Maar nu maakt hij die boodschap bekend. Mensen van alle volken moeten het goede nieuws horen, dat verteld wordt in de heilige boeken. Dan zullen ze gaan geloven en gehoorzaam worden aan God. Dat is de wil van de eeuwige God. 27 Dankzij Jezus Christus hebben wij Gods wijze plan leren kennen. Alle eer aan God, voor altijd! Amen.
Slot van de brief
Febe brengt de brief naar Rome
1 Vrienden, mijn brief wordt bij jullie gebracht door Febe. Zij is een leider van de kerk in de stad Kenchreeën, en ze werkt met mij samen. 2 Ik vraag jullie om haar met open armen te ontvangen. Behandel haar met veel respect, zoals christenen met elkaar omgaan. Geef haar alle hulp waar ze om vraagt. Zij heeft zelf aan veel christenen hulp en bescherming gegeven, ook aan mij.
Groeten van Paulus
3 Breng mijn groeten over aan Prisca en Aquila. Zij vertellen net als ik het goede nieuws over Jezus Christus. 4 Een tijd geleden hebben zij hun leven voor mij gewaagd. Daar ben ik hun dankbaar voor. En alle niet-Joodse christenen zijn dat ook. 5 Doe ook mijn groeten aan de christenen die in het huis van Prisca en Aquila bij elkaar komen.
Breng mijn groeten over aan mijn vriend Epenetus. Hij was de eerste in de provincie Asia die in Jezus Christus ging geloven. 6 En doe mijn groeten aan Maria, die veel moeite voor jullie heeft gedaan. 7 Groet ook Andronikus en Junia van mij. Zij zijn net als ik Joden, en ze hebben samen met mij in de gevangenis gezeten. Zij horen bij de belangrijkste apostelen. Ze waren al eerder christen dan ik.
8 Breng mijn groeten over aan mijn vriend Ampliatus, die ook bij de Heer hoort. 9 Groet ook Urbanus van mij. Hij vertelt net als ik het goede nieuws over Christus. En doe mijn groeten aan mijn vriend Stachys.
10 Breng mijn groeten over aan Apelles. Hij heeft laten zien dat zijn trouw aan Christus echt is. Doe mijn groeten aan de familie en slaven van Aristobulus. 11 Groet ook Herodion van mij. Hij is net als ik een Jood. Breng mijn groeten over aan de familie en de slaven van Narcissus die christen zijn. 12 En doe mijn groeten aan Tryfena en Tryfosa, die veel moeite doen voor de Heer. Groet ook Persis, die een vriendin van mij is. Ook zij heeft heel veel moeite gedaan voor de Heer. 13 Groet Rufus van mij. De Heer heeft hem uitgekozen voor een bijzondere taak. En breng mijn groeten over aan zijn moeder, die ook voor mij als een moeder is.
14 Doe mijn groeten aan Asynkritus, Flegon, Hermes, Patrobas, Hermas en de andere christenen van hun groep. 15 En doe mijn groeten aan Filologus en Julia, aan Nereus en zijn zus, aan Olympas, en aan alle christenen van hun groep. 16 Vrienden in Rome, groet elkaar met een heilige kus.
Ik breng aan jullie de groeten over van alle kerken waar ik ben geweest.
Laatste waarschuwingen
17 Denk erom, vrienden, pas op voor de mensen die ruzie veroorzaken in de kerk. Zij proberen jullie geloof in gevaar te brengen. Ze vertellen jullie iets heel anders dan wat jullie geleerd hebben over het geloof. Luister niet naar die mensen. 18 Want zij dienen onze Heer Christus niet. Nee, ze zijn alleen bezig met wat ze zelf prettig vinden. En met hun mooie woorden bedriegen ze de eenvoudige gelovigen.
19 Jullie zijn gehoorzaam geworden aan God, jullie geloof is bekend in de hele wereld. Ik ben dus erg blij met jullie. Maar ik wil ook dat jullie steeds beter begrijpen wat goed is. En dat jullie niet langer denken aan wat slecht is. 20 Het moment dat God jullie de macht geeft om Satan te vernietigen, komt snel. Zo zal God jullie vrede geven.
Ik wens jullie toe dat onze Heer Jezus goed voor jullie is.
Groeten van de vrienden van Paulus
21 Jullie krijgen de groeten van Timoteüs, die samen met mij het goede nieuws bekendmaakt. En ook van Lucius, Jason en Sosipatrus. Zij zijn net als ik Joden. 22 Een hartelijke groet van Tertius. Hij heeft deze brief voor mij opgeschreven. Ook hij hoort bij de Heer.
23-24 Jullie krijgen de groeten van Gajus. Hij heeft mij hartelijk ontvangen in zijn huis, waar alle christenen bij elkaar komen. En de groeten van Erastus, één van de bestuurders van de stad. En tot slot krijgen jullie de groeten van mijn vriend Quartus.
Alle eer aan God
25-26 De machtige God zorgt ervoor dat jullie vasthouden aan het geloof. Dat is het geloof in het goede nieuws over Jezus Christus dat ik vertel. Eeuwenlang heeft God zijn boodschap voor de mensen verborgen gehouden. Maar nu maakt hij die boodschap bekend. Mensen van alle volken moeten het goede nieuws horen, dat verteld wordt in de heilige boeken. Dan zullen ze gaan geloven en gehoorzaam worden aan God. Dat is de wil van de eeuwige God. 27 Dankzij Jezus Christus hebben wij Gods wijze plan leren kennen. Alle eer aan God, voor altijd! Amen.