1 Daarna vertelde Mozes aan het volk alles wat de Heer gezegd had.
Beloftes aan de Heer
2 Mozes zei tegen de leiders van de stammen van Israël: ‘Nu volgen er regels die de Heer gegeven heeft.
Wie iets belooft, moet dat ook doen
3 Stel dat iemand aan de Heer belooft om iets te doen. Of stel dat hij plechtig aan de Heer belooft om iets juist niet te doen. Dan moet zo iemand zich aan die belofte houden. Hij moet alles doen wat hij beloofd heeft.
Als een meisje niet getrouwd is
4 Stel dat een meisje dat nog bij haar ouders woont, aan de Heer belooft om iets te doen. Of dat ze belooft om iets juist niet te doen. 5 Dan moet ze zich aan haar belofte houden. Maar alleen als haar vader weet wat ze beloofd heeft en hij er niets van zegt.
6 Maar als haar vader haar iets hoort beloven en hij protesteert daartegen, dan is haar belofte niet geldig. Dan zal de Heer het haar vergeven als ze zich niet aan haar belofte houdt. Want haar vader heeft geprotesteerd.
Als een vrouw getrouwd is
7-8 Stel dat een vrouw trouwt en dat zij nog iets moet doen dat ze ooit beloofd heeft. Dan blijft die belofte geldig, ook als ze er niet goed over nagedacht heeft. Maar de belofte blijft alleen geldig als haar man weet wat ze beloofd heeft en hij er niets van zegt.
9 Als haar man weet wat ze beloofd heeft en hij protesteert daartegen, dan is haar belofte niet meer geldig. Dan zal de Heer het haar vergeven als ze zich niet aan haar belofte houdt.
10 Stel dat een vrouw weduwe geworden is, of door haar man is weggestuurd. Dan blijft haar belofte geldig.
De man is steeds verantwoordelijk
11 Stel dat een vrouw getrouwd is en dat ze de Heer plechtig belooft om iets te doen, of om iets juist niet te doen. 12 En stel dat haar man weet wat ze beloofd heeft, maar dat hij er niets van zegt en er niet tegen protesteert. Dan moet ze zich aan haar belofte houden.
13 Stel dat de vrouw iets aan de Heer belooft, en dat haar man direct zegt dat die belofte niet geldig is. Dan is die belofte inderdaad niet geldig. Dan zal de Heer het haar vergeven als ze zich niet aan haar belofte houdt. Want haar man had gezegd dat haar belofte niet geldig was.
14 Een vrouw kan wel iets aan de Heer beloven, maar haar man bepaalt altijd of haar belofte geldig is of niet. 15 Als haar man hoort wat zij belooft en hij er binnen 24 uur niets van zegt, dan is haar belofte geldig. 16 En als hij later toch zegt dat de belofte niet geldig is, dan is hij verantwoordelijk. Als een vrouw zich dan niet aan haar belofte houdt, wordt haar man gestraft.’
Slot
17 Dat zijn de regels die de Heer aan Mozes gegeven heeft over de beloftes van getrouwde en van ongetrouwde vrouwen.
1 Daarna vertelde Mozes aan het volk alles wat de Heer gezegd had.
Beloftes aan de Heer
2 Mozes zei tegen de leiders van de stammen van Israël: ‘Nu volgen er regels die de Heer gegeven heeft.
Wie iets belooft, moet dat ook doen
3 Stel dat iemand aan de Heer belooft om iets te doen. Of stel dat hij plechtig aan de Heer belooft om iets juist niet te doen. Dan moet zo iemand zich aan die belofte houden. Hij moet alles doen wat hij beloofd heeft.
Als een meisje niet getrouwd is
4 Stel dat een meisje dat nog bij haar ouders woont, aan de Heer belooft om iets te doen. Of dat ze belooft om iets juist niet te doen. 5 Dan moet ze zich aan haar belofte houden. Maar alleen als haar vader weet wat ze beloofd heeft en hij er niets van zegt.
6 Maar als haar vader haar iets hoort beloven en hij protesteert daartegen, dan is haar belofte niet geldig. Dan zal de Heer het haar vergeven als ze zich niet aan haar belofte houdt. Want haar vader heeft geprotesteerd.
Als een vrouw getrouwd is
7-8 Stel dat een vrouw trouwt en dat zij nog iets moet doen dat ze ooit beloofd heeft. Dan blijft die belofte geldig, ook als ze er niet goed over nagedacht heeft. Maar de belofte blijft alleen geldig als haar man weet wat ze beloofd heeft en hij er niets van zegt.
9 Als haar man weet wat ze beloofd heeft en hij protesteert daartegen, dan is haar belofte niet meer geldig. Dan zal de Heer het haar vergeven als ze zich niet aan haar belofte houdt.
10 Stel dat een vrouw weduwe geworden is, of door haar man is weggestuurd. Dan blijft haar belofte geldig.
De man is steeds verantwoordelijk
11 Stel dat een vrouw getrouwd is en dat ze de Heer plechtig belooft om iets te doen, of om iets juist niet te doen. 12 En stel dat haar man weet wat ze beloofd heeft, maar dat hij er niets van zegt en er niet tegen protesteert. Dan moet ze zich aan haar belofte houden.
13 Stel dat de vrouw iets aan de Heer belooft, en dat haar man direct zegt dat die belofte niet geldig is. Dan is die belofte inderdaad niet geldig. Dan zal de Heer het haar vergeven als ze zich niet aan haar belofte houdt. Want haar man had gezegd dat haar belofte niet geldig was.
14 Een vrouw kan wel iets aan de Heer beloven, maar haar man bepaalt altijd of haar belofte geldig is of niet. 15 Als haar man hoort wat zij belooft en hij er binnen 24 uur niets van zegt, dan is haar belofte geldig. 16 En als hij later toch zegt dat de belofte niet geldig is, dan is hij verantwoordelijk. Als een vrouw zich dan niet aan haar belofte houdt, wordt haar man gestraft.’
Slot
17 Dat zijn de regels die de Heer aan Mozes gegeven heeft over de beloftes van getrouwde en van ongetrouwde vrouwen.