De draak is levensgevaarlijk
1 Denk maar niet dat je de draak kunt aanvallen.
Als je naar hem kijkt, wil je al vluchten.
2 Niemand durft hem wakker te maken,
niemand durft bij hem te komen.
3 Niemand durft hem aan te vallen,
niemand op de hele wereld!
Want dat is levensgevaarlijk.
4 Wat ziet de draak er machtig uit, wat is hij sterk!
Ik zal je vertellen over zijn prachtige lijf.
5 Niemand kan de huid van zijn lichaam trekken.
Niemand kan een speer door zijn huid steken.
6 Geen mens durft zijn bek open te breken,
die bek met verschrikkelijke tanden!
7 Zijn rug lijkt wel een lange rij schilden
die elk wapen kunnen tegenhouden.
8 Die schilden liggen dicht tegen elkaar aan,
er kan geen lucht tussen komen.
9 Ze zitten stevig aan elkaar vast,
niemand kan ze losmaken.
De draak is nergens bang voor
10 Als de draak niest, dan schittert er licht.
Zijn ogen gloeien als de opgaande zon.
11 Vlammen komen uit zijn bek,
stukken vuur vliegen in het rond.
12 Uit zijn neus komt rook,
zoals uit een kokende pot.
13 Zijn hete adem zet alles in brand,
er komt vuur uit zijn bek.
14 Zijn nek is enorm dik en sterk,
iedereen is bang voor hem!
15 Het vlees onder zijn huid is stevig en hard,
het zit goed vast aan zijn botten.
16 Het beest is nergens bang voor,
zijn hart is zo sterk als ijzer,
zo hard als steen.
De draak is het machtigste dier
17 Als de draak uit het water komt,
dan worden zelfs de sterkste mensen bang.
Als de draak aanvalt, vluchten ze weg.
18 Ze kunnen zich niet verdedigen,
want geen wapen kan het dier verwonden.
19 IJzer is voor de draak zo slap als stro,
brons zo zacht als verrot hout.
20 Als je een pijl op hem afschiet, vlucht hij niet.
Als een steen hem raakt, merkt hij het niet.
21 Als je hem met een stok slaat, voelt hij het niet.
Als je een speer naar hem gooit, lacht hij erom.
22 Onder zijn buik zitten scherpe punten.
Daarmee trekt hij een spoor door de modder.
23 Hij brengt het diepste water in beweging,
hij maakt grote golven op de zee.
24 Als hij zwemt, komt er schuim op het water.
Hij laat een wit spoor achter op de zee.
25 Geen enkel dier op aarde is zo sterk als hij.
Hij is nergens bang voor.
26 De draak is groter en sterker dan alle andere dieren,
hij is de koning van allemaal.’
De draak is levensgevaarlijk
1 Denk maar niet dat je de draak kunt aanvallen.
Als je naar hem kijkt, wil je al vluchten.
2 Niemand durft hem wakker te maken,
niemand durft bij hem te komen.
3 Niemand durft hem aan te vallen,
niemand op de hele wereld!
Want dat is levensgevaarlijk.
4 Wat ziet de draak er machtig uit, wat is hij sterk!
Ik zal je vertellen over zijn prachtige lijf.
5 Niemand kan de huid van zijn lichaam trekken.
Niemand kan een speer door zijn huid steken.
6 Geen mens durft zijn bek open te breken,
die bek met verschrikkelijke tanden!
7 Zijn rug lijkt wel een lange rij schilden
die elk wapen kunnen tegenhouden.
8 Die schilden liggen dicht tegen elkaar aan,
er kan geen lucht tussen komen.
9 Ze zitten stevig aan elkaar vast,
niemand kan ze losmaken.
De draak is nergens bang voor
10 Als de draak niest, dan schittert er licht.
Zijn ogen gloeien als de opgaande zon.
11 Vlammen komen uit zijn bek,
stukken vuur vliegen in het rond.
12 Uit zijn neus komt rook,
zoals uit een kokende pot.
13 Zijn hete adem zet alles in brand,
er komt vuur uit zijn bek.
14 Zijn nek is enorm dik en sterk,
iedereen is bang voor hem!
15 Het vlees onder zijn huid is stevig en hard,
het zit goed vast aan zijn botten.
16 Het beest is nergens bang voor,
zijn hart is zo sterk als ijzer,
zo hard als steen.
De draak is het machtigste dier
17 Als de draak uit het water komt,
dan worden zelfs de sterkste mensen bang.
Als de draak aanvalt, vluchten ze weg.
18 Ze kunnen zich niet verdedigen,
want geen wapen kan het dier verwonden.
19 IJzer is voor de draak zo slap als stro,
brons zo zacht als verrot hout.
20 Als je een pijl op hem afschiet, vlucht hij niet.
Als een steen hem raakt, merkt hij het niet.
21 Als je hem met een stok slaat, voelt hij het niet.
Als je een speer naar hem gooit, lacht hij erom.
22 Onder zijn buik zitten scherpe punten.
Daarmee trekt hij een spoor door de modder.
23 Hij brengt het diepste water in beweging,
hij maakt grote golven op de zee.
24 Als hij zwemt, komt er schuim op het water.
Hij laat een wit spoor achter op de zee.
25 Geen enkel dier op aarde is zo sterk als hij.
Hij is nergens bang voor.
26 De draak is groter en sterker dan alle andere dieren,
hij is de koning van allemaal.’