God vergeeft ons dankzij Jezus
1 Lieve vrienden, ik schrijf dit aan jullie om ervoor te zorgen dat jullie geen verkeerde dingen doen. En als één van jullie toch iets verkeerds doet, wees dan niet bang. Want er is iemand die voor ons om vergeving vraagt bij God. Dat is Jezus Christus, die zelf zonder zonde is. 2 Dankzij hem wil God onze zonden vergeven. En niet alleen onze eigen zonden, maar die van de hele wereld.
We moeten ons houden aan Gods regels
3 Hoe weten we zeker dat we God echt kennen? Doordat we ons aan zijn regels houden. 4 Iedereen die zegt dat hij God echt kent maar zich niet aan zijn regels houdt, die is een leugenaar. Gods waarheid is niet in hem. 5 Maar als we ons wel aan Gods regels houden, dan zal Gods liefde in ons volmaakt zijn. En dan weten we zeker dat we bij God horen.
6 Als iemand zegt dat hij voor altijd bij God hoort, dan moet hij leven zoals Jezus geleefd heeft.
We moeten andere gelovigen liefhebben
7 Vrienden, dit is de regel die ik jullie geef: we moeten andere gelovigen liefhebben. Die regel is niet nieuw. Het is een oude regel, die jullie al kennen sinds jullie christenen zijn. Het is dezelfde boodschap die jullie eerder gehoord hebben. 8 Toch brengt deze regel iets nieuws. Want doordat Christus volgens deze regel geleefd heeft, en jullie dat ook doen, verdwijnt de duisternis. Het ware licht begint al te schijnen.
9 Stel dat iemand zegt dat hij in het licht leeft, maar intussen haat hij een andere gelovige. Dan leeft hij nog steeds in de duisternis. 10 Iemand die andere gelovigen liefheeft, leeft voor altijd in het licht. Zijn geloof komt niet in gevaar. 11 Maar wie andere gelovigen haat, die leeft in de duisternis. Hij is als iemand die rondloopt in het donker en niet weet waar hij heen gaat. Want doordat het donker is, kan hij niets zien.
Johannes spreekt de gelovigen moed in
12 Kinderen, aan jullie schrijf ik: Jullie zonden zijn vergeven dankzij Jezus.
13 Ouderen, aan jullie schrijf ik: Jullie kennen Gods Zoon, die er al is vanaf het begin.
Jongeren, aan jullie schrijf ik: Jullie hebben de duivel overwonnen.
14 Ja, dit is wat ik jullie schrijf: Kinderen, jullie kennen de Vader. Ouderen, jullie kennen Gods Zoon die er al is vanaf het begin. Jongeren, jullie zijn sterk, Gods boodschap blijft in jullie. Jullie hebben de duivel overwonnen.
We mogen de wereld niet liefhebben
15 Jullie mogen de wereld en alles wat daar normaal is, niet liefhebben. Want als iemand de wereld liefheeft, dan is de liefde van de Vader niet in hem. 16 In de wereld is het normaal om je eigen verlangens te volgen. Het is daar normaal om alles wat je ziet, te willen hebben, en om op te scheppen over je bezit. Zulk gedrag hoort bij de wereld, niet bij de Vader.
17 De wereld gaat voorbij. En ook het verlangen naar dingen in de wereld gaat voorbij. Maar wie doet wat God wil, zal eeuwig leven.
De vijanden van Christus
Er zijn vijanden van Christus gekomen
18 Lieve vrienden, het einde van de tijd is dichtbij. Jullie hebben gehoord dat aan het einde van de tijd de vijand van Christus komt. Intussen zijn er al veel vijanden van Christus in de wereld gekomen. Daardoor weten jullie dat het einde van de tijd dichtbij is.
19 Die vijanden van Christus komen uit onze eigen kerk. Maar eigenlijk hebben ze nooit bij ons gehoord. Want als ze echt bij ons gehoord hadden, dan waren ze wel bij ons gebleven. In plaats daarvan hebben ze ons verlaten. Dat maakt duidelijk dat ze niet echt bij ons hoorden.
Gelovigen kennen de waarheid
20 Christus, die bij God hoort, heeft jullie de heilige Geest gegeven. Daarom kennen jullie de waarheid. 21 De reden dat ik jullie deze brief schrijf, is dan ook niet dat jullie de waarheid niet zouden kennen. Ik schrijf jullie juist omdat jullie de waarheid wel kennen. En jullie weten dat er uit de waarheid geen enkele leugen kan komen.
Wie in Jezus gelooft, hoort bij God
22 Stel dat iemand beweert: ‘Jezus is niet de hemelse Christus!’ Dan is hij een leugenaar, een vijand van Christus. Hij gelooft niet in de Zoon, maar ook niet in de Vader. 23 Want iedereen die niet in de Zoon gelooft, die hoort niet bij de Vader. Maar wie wel in de Zoon gelooft, die hoort wel bij de Vader.
24 De boodschap die jullie vanaf het begin gehoord hebben, moeten jullie in je hart bewaren. Als jullie dat doen, zullen jullie met de Zoon en met de Vader verbonden blijven. 25 Dan krijgen jullie het eeuwige leven, dat Jezus aan ons beloofd heeft.
De heilige Geest leert ons alles
26 Dat was wat ik jullie wilde schrijven over de vijanden van Christus. Zij proberen jullie te bedriegen. 27 Maar jullie hebben van Christus de heilige Geest gekregen, en die zal in jullie blijven. De Geest zelf zal jullie alles leren. Daarom hoeft niemand anders iets aan jullie te leren.
Wat de Geest zegt, is waar. Hij bedriegt jullie niet. Blijf daarom verbonden met Christus, zoals de Geest jullie geleerd heeft.
Kinderen van God
Blijf verbonden met Christus
28 Lieve vrienden, blijf verbonden met Christus. Dan kunnen we vol vertrouwen zijn als hij terugkomt. En dan hoeven we ons tegenover hem niet te schamen.
29 Jullie weten toch dat Christus altijd het goede gedaan heeft? Dan begrijpen jullie ook dat iedereen die het goede doet, een kind van God is.
God vergeeft ons dankzij Jezus
1 Lieve vrienden, ik schrijf dit aan jullie om ervoor te zorgen dat jullie geen verkeerde dingen doen. En als één van jullie toch iets verkeerds doet, wees dan niet bang. Want er is iemand die voor ons om vergeving vraagt bij God. Dat is Jezus Christus, die zelf zonder zonde is. 2 Dankzij hem wil God onze zonden vergeven. En niet alleen onze eigen zonden, maar die van de hele wereld.
We moeten ons houden aan Gods regels
3 Hoe weten we zeker dat we God echt kennen? Doordat we ons aan zijn regels houden. 4 Iedereen die zegt dat hij God echt kent maar zich niet aan zijn regels houdt, die is een leugenaar. Gods waarheid is niet in hem. 5 Maar als we ons wel aan Gods regels houden, dan zal Gods liefde in ons volmaakt zijn. En dan weten we zeker dat we bij God horen.
6 Als iemand zegt dat hij voor altijd bij God hoort, dan moet hij leven zoals Jezus geleefd heeft.
We moeten andere gelovigen liefhebben
7 Vrienden, dit is de regel die ik jullie geef: we moeten andere gelovigen liefhebben. Die regel is niet nieuw. Het is een oude regel, die jullie al kennen sinds jullie christenen zijn. Het is dezelfde boodschap die jullie eerder gehoord hebben. 8 Toch brengt deze regel iets nieuws. Want doordat Christus volgens deze regel geleefd heeft, en jullie dat ook doen, verdwijnt de duisternis. Het ware licht begint al te schijnen.
9 Stel dat iemand zegt dat hij in het licht leeft, maar intussen haat hij een andere gelovige. Dan leeft hij nog steeds in de duisternis. 10 Iemand die andere gelovigen liefheeft, leeft voor altijd in het licht. Zijn geloof komt niet in gevaar. 11 Maar wie andere gelovigen haat, die leeft in de duisternis. Hij is als iemand die rondloopt in het donker en niet weet waar hij heen gaat. Want doordat het donker is, kan hij niets zien.
Johannes spreekt de gelovigen moed in
12 Kinderen, aan jullie schrijf ik: Jullie zonden zijn vergeven dankzij Jezus.
13 Ouderen, aan jullie schrijf ik: Jullie kennen Gods Zoon, die er al is vanaf het begin.
Jongeren, aan jullie schrijf ik: Jullie hebben de duivel overwonnen.
14 Ja, dit is wat ik jullie schrijf: Kinderen, jullie kennen de Vader. Ouderen, jullie kennen Gods Zoon die er al is vanaf het begin. Jongeren, jullie zijn sterk, Gods boodschap blijft in jullie. Jullie hebben de duivel overwonnen.
We mogen de wereld niet liefhebben
15 Jullie mogen de wereld en alles wat daar normaal is, niet liefhebben. Want als iemand de wereld liefheeft, dan is de liefde van de Vader niet in hem. 16 In de wereld is het normaal om je eigen verlangens te volgen. Het is daar normaal om alles wat je ziet, te willen hebben, en om op te scheppen over je bezit. Zulk gedrag hoort bij de wereld, niet bij de Vader.
17 De wereld gaat voorbij. En ook het verlangen naar dingen in de wereld gaat voorbij. Maar wie doet wat God wil, zal eeuwig leven.
De vijanden van Christus
Er zijn vijanden van Christus gekomen
18 Lieve vrienden, het einde van de tijd is dichtbij. Jullie hebben gehoord dat aan het einde van de tijd de vijand van Christus komt. Intussen zijn er al veel vijanden van Christus in de wereld gekomen. Daardoor weten jullie dat het einde van de tijd dichtbij is.
19 Die vijanden van Christus komen uit onze eigen kerk. Maar eigenlijk hebben ze nooit bij ons gehoord. Want als ze echt bij ons gehoord hadden, dan waren ze wel bij ons gebleven. In plaats daarvan hebben ze ons verlaten. Dat maakt duidelijk dat ze niet echt bij ons hoorden.
Gelovigen kennen de waarheid
20 Christus, die bij God hoort, heeft jullie de heilige Geest gegeven. Daarom kennen jullie de waarheid. 21 De reden dat ik jullie deze brief schrijf, is dan ook niet dat jullie de waarheid niet zouden kennen. Ik schrijf jullie juist omdat jullie de waarheid wel kennen. En jullie weten dat er uit de waarheid geen enkele leugen kan komen.
Wie in Jezus gelooft, hoort bij God
22 Stel dat iemand beweert: ‘Jezus is niet de hemelse Christus!’ Dan is hij een leugenaar, een vijand van Christus. Hij gelooft niet in de Zoon, maar ook niet in de Vader. 23 Want iedereen die niet in de Zoon gelooft, die hoort niet bij de Vader. Maar wie wel in de Zoon gelooft, die hoort wel bij de Vader.
24 De boodschap die jullie vanaf het begin gehoord hebben, moeten jullie in je hart bewaren. Als jullie dat doen, zullen jullie met de Zoon en met de Vader verbonden blijven. 25 Dan krijgen jullie het eeuwige leven, dat Jezus aan ons beloofd heeft.
De heilige Geest leert ons alles
26 Dat was wat ik jullie wilde schrijven over de vijanden van Christus. Zij proberen jullie te bedriegen. 27 Maar jullie hebben van Christus de heilige Geest gekregen, en die zal in jullie blijven. De Geest zelf zal jullie alles leren. Daarom hoeft niemand anders iets aan jullie te leren.
Wat de Geest zegt, is waar. Hij bedriegt jullie niet. Blijf daarom verbonden met Christus, zoals de Geest jullie geleerd heeft.
Kinderen van God
Blijf verbonden met Christus
28 Lieve vrienden, blijf verbonden met Christus. Dan kunnen we vol vertrouwen zijn als hij terugkomt. En dan hoeven we ons tegenover hem niet te schamen.
29 Jullie weten toch dat Christus altijd het goede gedaan heeft? Dan begrijpen jullie ook dat iedereen die het goede doet, een kind van God is.