De engel Gabriël vertelt aan Zacharias dat zijn vrouw Elisabet zwanger zal worden. En het kind dat zij zullen krijgen, zal heel bijzonder zijn. De engel vertelt over dit kind in Lucas 1:14-17.
Wij kijken nu speciaal naar één vers uit die beschrijving, Lucas 1:15. We citeren dit zowel in De Nieuwe Bijbelvertaling als in de Bijbel in Gewone Taal:
Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer, en wijn en andere gegiste drank zal hij niet drinken. Hij zal vervuld worden van de heilige Geest terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is. (NBV)
Want hij zal een belangrijke dienaar van God zijn. Daarom zal hij geen wijn of bier drinken. En al voor zijn geboorte zal de heilige Geest in hem zijn. (BGT)
Zoals altijd valt de heldere, directe taal van de Bijbel in Gewone Taal op. Je begrijpt het meteen in deze vertaling. Het opvallendste detail is het woord ‘bier’ in de Bijbel in Gewone Taal, waar in de NBV staat ‘gegiste drank’.
De Bijbel in Gewone Taal is de eerste Nederlandse vertaling waarin ‘bier’ voorkomt. Tot 1 oktober van dit jaar konden bijbellezers nog denken dat bier in bijbelse tijden niet bestond. Nu is er dus de Bijbel in Gewone Taal, waarin bier één van de dranken is die in de Bijbel genoemd worden. Waarom kan bier nu opeens wel en vroeger niet? Is het woord ‘bier’ gewoner dan een ander woord voor dezelfde drank?
Het antwoord is eenvoudig: ‘bier’ is gewoon een betere vertaling. In het Hebreeuws staat er sjeechaar, in het Grieks sikera. Het gaat in beide gevallen om een leenwoord uit het Akkadisch, sjikaru, ‘(gerste)bier’. De woorden verwijzen naar gerstebier, dat in Babylonië, Assyrië en Egypte een populaire drank was.
Het drinken van bier was in de oudheid een goed alternatief voor het drinken van water. Want de alcohol doodt in de drank allerlei schadelijke bacteriën. Maar bier werd niet alleen gebruikt om de dorst te lessen. Bier was ook een betaalmiddel en een nuttig geneesmiddel. Arbeiders konden hun loon uitbetaald krijgen in liters bier. Wie maagklachten had, werd aangeraden bier te drinken. Bier was ook bekend als hoestdrank en laxeermiddel. Tempels in Babylonië en Assyrië hadden hun eigen bierbrouwers in dienst.
Het maken van bier was niet moeilijk, en het vergde weinig tijd. De brouwer legde een koek van gerstemout in water en voegde er vervolgens gist aan toe. Na enkele dagen was het bier gereed voor consumptie. De drank werd op smaak gemaakt met vijgen, honing of kruiden.
Het brouwsel was niet te vergelijken met een helder pilsje. Bij archeologisch onderzoek zijn in Israël verschillende voorwerpen gevonden die te maken hadden met bierconsumptie. Zo vond men zeefjes en rietjes die gebruikt werden om het bier tijdens het drinken te filtreren.
Bier was niet alleen voor huiselijk gebruik. Ook bij belangrijke religieuze feestdagen werd bier gedronken. Men kende de regel om elk jaar een tiende deel van de oogst naar de tempel te brengen om dat tijdens een feestmaal met anderen te delen. Als je het te ingewikkeld vond om met graan, wijn, olie, koeien, schapen en geiten een lange reis naar de tempel te ondernemen, dan kon je ook geld voor het feestmaal meenemen. “Voor dat geld kun je dan koeien, schapen, geiten, wijn of bier kopen, en alles wat je maar wilt. En dan kun je toch feestvieren ter ere van de Heer, je God, samen met je hele familie.” Zo staat dat in Deuteronomium 14:26, in de Bijbel in Gewone Taal.
Bier wordt elf keer genoemd in de Bijbel. Tien keer in het Oude Testament, en nog in Lucas 1:15. In alle gevallen lees je in de tekst ‘wijn of bier’. Dat was een vaste combinatie om alcoholhoudende drank weer te geven. In zes gevallen gaat het erom dat iemand geen ‘wijn of bier’ mag drinken. Dat geldt voor priesters die moeten werken in de tempel en voor mensen die van God een bijzondere taak krijgen, een wijding. Die mogen geen wijn of bier drinken. Zo iemand is ook Johannes de Doper.
Iemand die geen wijn of bier drinkt – daarmee wordt Johannes direct geplaatst in een rij van bijzondere dienaren van God uit het Oude Testament. Het is één van de vele signalen die we tegenkomen in Lucas 1-2 die ons willen inprenten: wat hier gebeurt, bouwt direct voort op de beloften en de bijzonderheden van het Oude Testament.
Jaap van Dorp is teamleider Vertalen bij het Nederlands Bijbelgenootschap. Hij is een van de vertalers van de Bijbel in Gewone Taal .
Wilt u horen, hoe Lucas 1:8-25 klinkt in de Bijbel in Gewone Taal? Klik dan hier.